Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Namens Tamar (1964)

Informatie terzijde

Titelpagina van Namens Tamar
Afbeelding van Namens TamarToon afbeelding van titelpagina van Namens Tamar

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.60 MB)

Scans (7.67 MB)

ebook (2.95 MB)

XML (0.19 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

column(s) / cursiefjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Namens Tamar

(1964)–Renate Rubinstein–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 74]
[p. 74]

Jaloezie

Clara legde de hoorn op de haak. Haar zuster had opgebeld dat ze 's avonds langs wou komen, en hoewel ze dat leuk vond, betekende het dat ze nu hard op moest schieten met het werk dat op haar wachtte. Onder het afwassen dacht ze na over het telefoongesprek. ‘Ik hoorde van Louise dat Jaap vandaag naar een congres moest en toen dacht ik, laat ik jou gezelschap komen houden,’ had haar zuster gezegd. Vreemd, Jaap had haar helemaal niet gezegd dat hij Louise tegengekomen was. En gisteren nog had zij tegen hem gezegd dat ze niet begreep waarom ze Louise in geen weken gezien had. Jaap werd steeds vergeetachtiger.

Bij het afdrogen pas bedacht ze dat Jaap eerst gisteren geweten had dat hij voor twee dagen naar dat congres moest. Een collega was plotseling uitgevallen en hij had er nogal over geklaagd dat hij zo zonder voorbereiding iemand moest vervangen. Maar dan heeft Jaap gisteren Louise gezien, dacht Clara, wat gek. Ze zou niet hebben kunnen zeggen waarom ze een ontmoeting van een dag geleden vreemder vond dan een van onbestemder datum, maar ze merkte dat dat idee een dorre helderheid in haar hoofd verspreidde. De grote detective haalde triomfantelijk een haar van het tapijt, dacht ze, maar het grapje hielp al niet meer, want het deel van haarzelf dat met de zekerheid van een slaapwandelaar verderdacht, was niet meer af te leiden. Als Jaap er met opzet niet over gepraat heeft, dan is er geen reden om aan te nemen dat hij haar toevallig tegengekomen was, dacht ze, hij kan best met haar afgesproken hebben. Waar was hij gisteren eigenlijk? Methodisch, van 's ochtends tot 's avonds, begon ze de vorige dag af te zoeken. Hij was naar zijn werk gegaan, thuisgekomen om te lunchen, weer weggegaan en voor het avondeten, - ja, maar

[pagina 75]
[p. 75]

wel een beetje later dan anders, opgehouden door een vergadering had hij gezegd, - thuisgekomen. Ik lijk wel gek, dacht Clara, grote detective met waanzin geslagen. Trouwens, hoe weet ik eigenlijk dat Jaap werkelijk pas gisteren hoorde dat hij naar het congres moest? Maar het vriendelijke gezichtje van die ingeving bleek slechts een masker van dezelfde duivel - ze besloot om het onderwerp uit haar hoofd te zetten en een brief te gaan schrijven.

De brief vlotte niet, ze had het gevoel dat er niets te vermelden was dat tante Tien kon interesseren. Even later draaide ze al het telefoonnummer van Louise. ‘Dag,’ zei ze, ‘hoe is het toch met je, ik heb je in geen weken gezien.’ ‘O,’ zei Louise, ‘ik was van plan geweest om jullie vanavond te bezoeken, maar er is iets tussen gekomen, zal ik morgen even komen?’ ‘Jaap is niet thuis,’ zei Clara, ‘hij moest naar een congres voor twee dagen. Kom morgen maar als je zin hebt, ik ben alleen.’

Ze wist zelf niet waarom ze niet gezegd had dat ze wist dat Louise wist, maar het telefoongesprek had haar met één klap vrolijk gemaakt. Hoe dan ook dacht ze, met Jaap meegegaan is ze niet. Ze kon de brief aan tante Tien nu rustig gaan afmaken. ‘Jaap is vanavond in Luxemburg,’ schreef ze en stond op. Ze pakte haar jas van de kapstok. ‘Jaap is in Luxemburg en Louise wist dat niet,’ zei ze. ‘Maar An wist het wel, want die had het van Louise gehoord. Ik heb toch niets te doen, ik kan best even bij Louise langs gaan, ze is toch thuis.’

Twee straten lang hield ze vol, maar was het haar betere ik of haar angstiger dat won, Clara draaide om en liep terug naar huis. Toen haar zuster even later kwam, ontving ze haar met rode ogen. Dat kwam, zei Clara, van de wind.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken