Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Namens Tamar (1964)

Informatie terzijde

Titelpagina van Namens Tamar
Afbeelding van Namens TamarToon afbeelding van titelpagina van Namens Tamar

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.60 MB)

Scans (7.67 MB)

ebook (2.95 MB)

XML (0.19 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

column(s) / cursiefjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Namens Tamar

(1964)–Renate Rubinstein–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 93]
[p. 93]

De nieuwe preutsheid

Door de wijde verspreiding die de vereenvoudigde ideeën van Freud in de loop van vijftig jaar gekregen hebben is tot een ruim publiek de notie doorgedrongen dat culturele arbeid ‘eigenlijk’ een sublimatie is van verdrongen seksuele verlangens. Hoewel de man die het ontdekte in het verband tussen de twee geenszins een ontluistering van culturele prestaties zag, heeft het publiek het meestal makkelijker gevonden om zijn letter te aanvaarden dan om de geest waarin die geschreven werd te volgen. Klinische termen als moederbinding, neurose, penis-nijd, anale fixatie etc. mogen er bij moderne en ‘ontwikkelde’ mensen weliswaar ingegaan zijn als zoete koek, zij komen er, vreemd genoeg, vaak uit als scheldwoorden.

In plaats van de verruiming van inzicht in vroeger onbewuster gehouden drijfveren, en het toelaten van een grotere plaats eraan, heeft de oppervlakkige kennis van psychoanalytische theorieën bij velen geleid tot een nieuw soort preutsheid die zich van de oude voornamelijk onderscheidt door haar grotere aantrekkelijkheid voor platte geesten. Mocht een vertegenwoordiger van de intellectuele tijdgeest zich er vijftig jaar geleden op beroemd hebben dat alle lage lusten hem vreemd waren, zijn huidige pendant protst met de gezondheid van zijn seksuele leven. Beiden doen dit in de regel impliciet, de eerste door van seksualiteit niet te reppen, de tweede door het fluks ter hand nemen van denigrerende waarderingen van andermans geslachtsleven.

Bovenstaande algemene overpeinzingen werden gekristalliseerd door een zinnetje uit een brief die ik onlangs ontving. De schrijfster daarvan heeft het er en passant over: ‘de wederzijdse padvindersmasturbatie die de briefwisseling Ter Braak-Du Perron is.’ Verder zegt zij helaas niets over deze schrijvers,

[pagina 94]
[p. 94]

maar dat is op zichzelf al kenmerkend voor het magisch gebruik dat er van dit soort kwalificaties gemaakt wordt.

Het lijkt me de moeite waard om eens na te gaan wat ze zou kunnen bedoelen. Het enige dat op het eerste gezicht duidelijk lijkt is dat er iets specifieks onvriendelijks gezegd wordt, maar juist dat is bij nader inzien het meest onbegrijpelijke. Ter Braak en Du Perron immers waren schrijvers en elkaars beste vrienden. In de loop van hun leven hebben zij een groot aantal brieven gewisseld. Nu zou men kunnen zeggen dat dergelijke hechte vriendschappen op een homo-erotische basis berusten. Een tweede stap zou dan zijn om te stellen dat zo'n relatie zijn meest primaire bevrediging vindt in wederzijdse masturbatie. Blijkbaar echter hebben die twee die niet alleen aan elkaar maar ook van beroep schreven het corresponderen verkozen boven het masturberen. Men kan dat betreuren, als men van die brieven niet houdt en gedwongen wordt ze te lezen, maar men kan niet ontkennen dat er tussen die twee uitingsmogelijkheden verschil bestaat. Dit spreekt zozeer vanzelf dat men moet aannemen dat bedoeld werd: eigenlijk was die correspondentie niets anders dan wederzijdse masturbatie. Zoals men ook kan zeggen: eigenlijk is vriendschap niets anders dan homoseksualiteit. In hoeverre die kwalificatie dan nog speciaal geldig zou zijn voor Ter Braak en Du Perron, en daardoor als denigrerende opmerking functioneel, is echter niet duidelijk.

Maar wat is nu de bedoeling van iemand die zoiets zegt? Dat vriendschap niet deugt? Dat corresponderen vies is? Of juist dat homo-erotiek niet onteerd moet worden door de smerige sublimatie die vriendschap heet? Wordt Ter Braak en Du Perron nu verweten dat zij gedegenereerd of dat zij geremd waren? Deze tegenstrijdigheid in de beschuldiging is het kenmerk van wat ik met de nieuwe preutsheid bedoel.

Wie zegt dat Het gezicht op Delft eigenlijk verf op linnen is,

[pagina 95]
[p. 95]

heeft gelijk, maar het verschil tussen een Vermeer en een Appel wordt er niet door verklaard. Dat is de moeilijkheid met elke reductie van het bijzondere tot het algemene. Wie echter te kennen wil geven dat het niets méér dan verf op linnen is, onthult daarmee niets anders dan zijn eigen rancune.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken