Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het sieraad der geestelijke bruiloft (1917)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het sieraad der geestelijke bruiloft
Afbeelding van Het sieraad der geestelijke bruiloftToon afbeelding van titelpagina van Het sieraad der geestelijke bruiloft

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.01 MB)

Scans (9.91 MB)

ebook (3.18 MB)

XML (0.30 MB)

tekstbestand






Editeur

Frans Erens



Genre

proza

Subgenre

traktaat
hertaling


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het sieraad der geestelijke bruiloft

(1917)–Jan van Ruusbroec–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 1]
[p. 1]

[Eerste boek]

Proloog

Ecce Sponsus venit, exite obviam ei.

ZIET, de Bruidegom komt, gaat uit om hem te ontmoeten. Deze woorden beschrijft ons Sint Matheus de Evangelist, en Christus sprak ze tot zijne leerlingen en tot alle menschen in eene gelijkenis, die men leest van de maagden. Deze bruidegom is Christus en de menschelijke natuur is de bruid, die God gemaakt heeft tot zijn beeld en gelijkenis. En Hij had ze gezet in den beginne in den hoogsten staat, en in den schoonsten, en in den rijksten, en in den weligsten van het aardrijk: dat was in het Paradijs. En Hij had aan haar onderworpen alle creaturen; en Hij had ze gesierd met gratie en Hij had haar gegeven een gebod, opdat zij in gehoorzaamheid mocht verdienen te worden bestendigd en gevestigd met haren bruidegom in eeuwige trouw, en nimmer zou vallen in eenige zwarigheid of in eenige zonde.

Toen kwam een verschalker, de vijand uit de hel, die dit benijdde, in de gestalte van een serpent, dat behendig is, en bedroog de vrouw. En zij beiden bedrogen den man, den drager der menschelijke natuur, en hij roofde de natuur, de bruid van God met valschen raad; en zij werd verdreven naar een vreemd land, arm en ellendig en gevangen en bedrukt en bezeten door hare vijanden, alsof zij nooit meer zoude keeren tot haar land en tot haar verzoening.

Maar toen het God tijd dacht en Hij zich over dit lijden van zijn geliefde ontfermde, zond Hij zijn eeniggeboren Zoon naar het aardrijk, naar een kostelijken

[pagina 2]
[p. 2]

zaal en een roemvollen tempel, dat was het lichaam der Maagd Maria. Daar trouwde Hij die bruid, onze natuur, en vereenigde ze met zijn persoon door het puurste bloed der edele maagd. De priester, die de bruid trouwde, dat was de heilige Geest, de engel Gabriel riep af de geboden; de roemvolle maagd gaf het consent. Aldus heeft Christus, onze getrouwe bruidegom in zich vereenigd onze natuur en ons bezocht in het vreemde land en ons geleerd de hemelsche zeden in volkomene trouw; en Hij heeft gearbeid en gestreden als een kampioen tegen onze vijanden; en Hij heeft de gevangenis verbroken en den strijd gewonnen, en gedood onzen dood met zijnen dood, en ons verlost met zijn bloed, en bevrijd in den doop met zijne wateren, en rijk gemaakt met zijne sacramenten en met zijne gaven; opdat wij uitgaan met alle deugden (zooals Hij spreekt) en Hem ontmoeten in den zaal der glorieën, en van Hem genieten zonder einde in der eeuwigheid.

Nu spreekt de meester der waarheid, Christus: ‘Ziet de bruidegom komt, gaat uit om hem te ontmoeten.’ In deze woorden leert ons Christus, onze minnaar, vier dingen. In het eerste geeft Hij een gebod, wanneer hij zegt: ‘Ziet’. Die blind blijven, en dit gebod verzuimen, die zijn allen verdoemd. In het tweede woord toont Hij ons, wat wij zien moeten, dat is de aankomst des bruidegoms, waar hij zegt: ‘De bruidegom komt’. Ten derde leert Hij ons en gebiedt, wat wij doen moeten, wanneer hij zegt: ‘Gaat uit’. Ten vierde, waar Hij zegt: ‘om hem te ontmoeten’, wijst Hij ons op het profijt en het nut van al ons werk en van al ons leven, dat is eene minnelijke ontmoeting des bruidegoms.

Deze woorden willen wij aantoonen en ontbinden op drie manieren. Op de eerste door de algemeene wijze van een beginnend leven, dat heet een werkend leven, noodig voor alle menschen, die behouden willen zijn. Ten tweede willen wij diezelfde woorden ontbinden van uit een innig, verheven, verlangend leven, waar

[pagina 3]
[p. 3]

vele menschen toe komen door middel van de deugden en de gratie Gods. Ten derde willen wij ze verklaren vanuit een bovennatuurlijk Godschouwend leven, dat luttel menschen bereiken op deze wijze of kunnen smaken om de hoogheid en edelheid van dit leven.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken