Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het sieraad der geestelijke bruiloft (1917)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het sieraad der geestelijke bruiloft
Afbeelding van Het sieraad der geestelijke bruiloftToon afbeelding van titelpagina van Het sieraad der geestelijke bruiloft

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.01 MB)

Scans (9.91 MB)

ebook (3.18 MB)

XML (0.30 MB)

tekstbestand






Editeur

Frans Erens



Genre

proza

Subgenre

traktaat
hertaling


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het sieraad der geestelijke bruiloft

(1917)–Jan van Ruusbroec–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 95]
[p. 95]

Hoofdstuk XXIII
Van de kwelling en de ongedurigheid der liefde

DAT innerlijk eischen en deze uitnoodiging, en het zich oprichten en bereid zijn van het schepsel met al wat het kan geven, zonder ooit de eenheid te bereiken en te verkrijgen, dat maakt eene geestelijke kwelling. Wanneer de innerlijkheid des harten en de oorsprong des levens is gewond door minne, en men niet verkrijgen kan hetgeen men boven alles begeert, en men altijd moet blijven daar waar men niet zijn wil, - uit deze twee dingen komt de kwelling voort. Hier is Christus opgeheven in het hoogste des gemoeds, en werpt zijne goddelijke stralen in de begeerende gretigheid en in het verlangen des harten, en de straal brandt en droogt, en verteert al de vochtigheid, dat is de kracht en de macht der menschelijke natuur. Het verlangende opene hart en het inlichten der goddelijke stralen, doen een altijddurende pijn ontstaan.

Wanneer men dan God niet verkrijgen kan, en men Hem niet ontberen wil noch kan, dan ontspringt uit deze twee dingen een geestelijke gloed en eene ongedurigheid bij deze menschen van buiten en van binnen. Terwijl de mensch zoo gloeiend is, kan geen schepsel in den hemel en op aarde hem ten goede komen in rust noch in geenerlei zaak. In dezen gloed worden somwijlen gegeven van binnendóór gesprokene hooge, nuttige woorden en bijzondere leering en wijsheid. In den innerlijken geestelijken gloed is men bereid al datgene te lijden, dat men lijden kan, opdat men verkrijgen moge hetgeen men mint. De geestelijke gloed van

[pagina 96]
[p. 96]

minne, dat is een innerlijke ongedurigheid, die noode naar rede wil luisteren of die volgen, tenzij men verkrijge hetgeen men mint. Innerlijke geestelijke gloed eet des menschen hart en drinkt zijn bloed. Hier is de gevoelige hitte het grootst in het menschelijk leven, en 's menschen lichamelijke natuur wordt heimelijk gekwetst en verteerd zonder arbeid van buiten, en de vrucht der deugd rijpt met grooteren spoed dan in de andere wijzen, waarvan te voren is gesproken.

In dezen zelfden tijd van het jaar komt de stoffelijke zon geloopen in den Leo, dat is in den Leeuw, die heeft een fellen aard, want hij is de heer van alle dieren. Zoo ook wanneer de mensch komt in dezen toestand. Dan staat Christus, de klare zon in den Leeuw, want de stralen van zijn hitte zijn zoo heet, dat in den gloeienden mensch zijn hartebloed verkookt. En deze gloeiende wijze, wanneer zij de bovenhand krijgt, overmeestert en verkracht alle wijzen, want zij wil zijn zonder wijze, dat is zonder manier. Somwijlen vervalt de gloeiende mensch in een verlangen en in een ongedurige begeerte ontbonden te worden van den kerker zijns lichaams, opdat hij vereenigd worde met Hem dien hij mint. Dan slaat hij zijn innerlijke oogen op en schouwt de hemelsche zaal vol gloriën en vreugden, en zijn lief daarin gekroond, uitvloeiende in zijne heiligen in rijke weelde, terwijl hij ze moet derven. Hier komen somwijlen in zulke menschen uitwendige tranen en een groot verlangen op. Hij ziet naar beneden en merkt de ballingschap, waar hij in is gekerkerd en dat hij die niet ontgaan kan. Dan vloeien er tranen van droefheden en van jammer. Deze natuurlijke tranen verzadigen en koelen des menschen gemoed, en zij zijn nuttig voor de lichamelijke natuur, om kracht en macht te behouden en deze gloeiende wijze te doorstaan. Geheel de menigvuldige oplettendheid en de oefeningen in deze wijze zijn nuttig voor den gloeienden mensch om kracht te behouden en lang in deugden te leven.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken