Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het sieraad der geestelijke bruiloft (1917)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het sieraad der geestelijke bruiloft
Afbeelding van Het sieraad der geestelijke bruiloftToon afbeelding van titelpagina van Het sieraad der geestelijke bruiloft

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.01 MB)

Scans (9.91 MB)

ebook (3.18 MB)

XML (0.30 MB)

tekstbestand






Editeur

Frans Erens



Genre

proza

Subgenre

traktaat
hertaling


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het sieraad der geestelijke bruiloft

(1917)–Jan van Ruusbroec–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 174]
[p. 174]

Hoofdstuk LXV
Over de gave van raad

WANNEER den mensch geene geschapene creatuur overwinnen, noch beletten kan te blijven in zijn eenvuldige opgaande meening, en vast te staan in den lof Gods, en God te zoeken en naar Hem te streven boven alle zijne gaven door middel van deze sterkte, zoo geeft hem God de vijfde gave, dat is de gave des raads. In deze gave trekt de Vader den mensch van binnen, en eischt hem op met zijne uitverkorenen tot zijn rechterhand in zijne eenheid. En de Zoon spreekt op geestelijke wijze in hem: ‘Volg mij naar mijn Vader; één ding is noodig’. En de heilige Geest doet het hart ontbloeien en ontvonken in brandende minne. En hier van komt een gloedvol leven en eene rusteloosheid van binnen; want hij die naar dezen raad hoort, die wordt aangegrepen door een storm van minne en hem kan niets voldoen, dan God alleen. En hierom verlaat hij zich zelven en alle dingen, opdat hij dengene vinden moge, waar hij in leeft en waarin alle dingen één zijn. Hier zal de mensch naar God eenvoudig streven, en zich zelf met redenen dwingen, en al zijn willen offeren, en vrijelijk verbeiden die begeerde eenheid, tot aan den dag dat God ze geven wil. Zoo werkt de geest des raads in hem op tweevoudige wijze; want hij is groot en volgt de ordening en den raad Gods, die zich zelf verlaat en alle dingen, en spreekt met de onbevredigde, gloedvol brandende minne: ‘Ons toekome uw rijk’. En hij is nog meer en volgt beter den raad Gods, die zijn eigen wil overwint en vernietigt in minne

[pagina 175]
[p. 175]

en tot God spreekt met onderworpenen eerbied: ‘Uw wil geschiede in alle dingen, niet de mijne’. Toen Christus, onze lieve Heer, tot zijn lijden genaderd was, toen sprak Hij dit zelfde woord tot zijnen Vader in een ootmoedig vernietigen van zich zelf; en het was voor Hem het genoegelijkste woord en het loffelijkste, en voor ons het meest voordeelige, en voor den Vader het minnelijkste, en voor den duivel het verfoeilijkste woord, dat Christus ooit sprak; want in het offeren van zijn wil volgens zijne menschheid zijn wij allen behouden. Aldus wordt het willen Gods voor den minnenden, ootmoedigen mensch zijne hoogste vreugde en zijn grootste lust naar het geestelijk gevoel, al zou hij ook ter helle varen, wat onmogelijk is. En hier wordt de natuur het meest ter neer gedrukt en God verheven tot het hoogste; en de mensch is ontvankelijk voor alle gaven Gods, want hij heeft zich zelf verloochend en zijn wil geofferd en alles om alles gegeven. En daar voor eischt, noch wil hij iets, dat hij niet aan God wil geven; wat God wil, dat is zijne vreugde. En die zich overgeeft in minne, die is de meest vrije die leeft. En hij leeft zonder zorgen, want God kan het zijne niet verliezen. Nu merkt: al kent God alle harten, nochthans wordt een zoodanig mensch bezocht door God en beproefd of hij zich zelf vrijelijk kan verloochenen: dan kan hij verlicht worden en voor God in eere leven en voor zich zelf nuttig. En hierom zet God hem somwijlen van zijne rechterzijde naar zijne linkerzijde, van den hemel in de hel, van alle weelde in groote ellende: en het schijnt alsof hij verlaten en versmaad is van God en van alle creaturen. Heeft hij dan zich zelf en zijn wil te voren verloochend in minne en in vreugde, zoodat hij niet zich zelf zoekt, maar den liefsten wil Gods, dan verloochent hij ook licht zich zelf in pijn en in ellende, zoodat hij ook zich zelf niet zoekt, maar altoos de eer van God. Die willig is groote dingen te volbrengen, die is ook willig groote dingen te

[pagina 176]
[p. 176]

lijden, maar verduren en lijden in gelatenheid is edeler en God meer waardig en voor onzen geest genoegelijker, dan groote werken volbrengen in gelatenheid; want het is meer tegenstrijdig met onze natuur. En hierom wordt de geest meer verhoogd en de natuur meer ter neergedrukt in zwaar lijden, dan in het volbrengen van groote werken bij gelijk beminnen.

Blijft de mensch in deze gelatenheid zonder andere keuze, geheel als een, die niet anders wil of weet, dan heeft hij den geest des raads tweevoudig; want hij voldoet aan den wil en den raad Gods in werken en in lijden en in gelatenheid, en in onderworpene gehoorzaamheid en zijne natuur is gesierd ten hoogste. En hij is geschikt te worden verlicht naar den geest.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken