Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het sieraad der geestelijke bruiloft (1917)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het sieraad der geestelijke bruiloft
Afbeelding van Het sieraad der geestelijke bruiloftToon afbeelding van titelpagina van Het sieraad der geestelijke bruiloft

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.01 MB)

Scans (9.91 MB)

ebook (3.18 MB)

XML (0.30 MB)

tekstbestand






Editeur

Frans Erens



Genre

proza

Subgenre

traktaat
hertaling


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het sieraad der geestelijke bruiloft

(1917)–Jan van Ruusbroec–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 191]
[p. 191]

Hoofdstuk LXXII
Van de tweede wijze der innerlijke oefeningen

BIJ wijlen keert zich deze innige mensch op begeerlijke en werkende wijze tot God, opdat hij God eere en eerbied biede, en zich zelven en al dat hij kan geven, offere en verteere in de minne Gods. En hier ontmoet hij God met middel. Dit middel, dat is de gave der smakende wijsheid, de grond en de oorsprong van alle deugden, en dat elken goeden mensch in de deugden stookt en beweegt naar de mate zijner minne, en den innigen mensch bijwijlen zoo zeer aanraakt en ontvonkt in minne, dat alle gaven Gods en al wat God geven kan zonder zich zelven, hem te klein is en niet voldoet, maar zijn ongedurigheid vermeerdert. Want hij heeft een inwendig waarnemen of gevoelen in zijnen grond, waar alle deugden eindigen en beginnen, en waar hij op begeerlijke wijze alle deugden aan God offert, en naar de minne leeft. En hier door wordt de honger en de dorst van de min zoo groot, dat hij zich alle uren overgeeft en faalt bij zijn werken en zich uitwerkt en te niet gaat in minne; want hij is hongerig en dorstig om God te smaken, en in elken inblik Gods wordt hij door God gegrepen, en wordt hij in minne opnieuw aangeraakt. Al levende sterft hij en al stervende wordt hij weder levend. En aldus wordt de begeerlijke honger en dorst van de minne in hem ten allen ure vernieuwd. Dat is de tweede wijze, die de begeerende is, waarin de minne in gelijkendheid staat, en begeert, en zich met God wil vereenigen. Deze wijze is ons nuttiger en waardiger dan de eerste, want zij is

[pagina 192]
[p. 192]

de oorzaak der eerste; want niemand kan komen tot rust boven het werken, tenzij hij te voren begeerend en werkend de minne heeft bemind. En hierom moet de genade Gods en onze werkende minne vóórgaan en nakomen, dat is dat zij geoefend moet zijn voor en na; want zonder minnewerken kunnen wij niet verdienen, noch naar God trachten, noch dat behouden, hetgeen wij door middel van der minne werken hebben verkregen. En hierin moet niemand ledig zijn, die zich zelven heeft in zijn macht en minne plegen kan. Zoo, wanneer de goede mensch zich iets ophoudt in eenige gave Gods of eenige creatuur, dan wordt hij gehinderd in deze innigste oefening, want deze oefening is een honger, die niets kan voldoen, dan God alleen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken