Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het sieraad der geestelijke bruiloft (1917)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het sieraad der geestelijke bruiloft
Afbeelding van Het sieraad der geestelijke bruiloftToon afbeelding van titelpagina van Het sieraad der geestelijke bruiloft

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.01 MB)

Scans (9.91 MB)

ebook (3.18 MB)

XML (0.30 MB)

tekstbestand






Editeur

Frans Erens



Genre

proza

Subgenre

traktaat
hertaling


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het sieraad der geestelijke bruiloft

(1917)–Jan van Ruusbroec–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 193]
[p. 193]

Hoofdstuk LXXIII
Van de derde wijze der innerlijke oefening

UIT deze twee wijzen komt de derde wijze, dat is een inwendig leven naar de gerechtigheid. Nu verstaat: God komt zonder ophouden in ons met middel en zonder middel, en eischt van ons genieten en werken, en dat het een door het andere ongehinderd blijve, maar altoos worde gesterkt. En hierom bezit de innige mensch zijn leven in deze twee wijzen, dat is in rust en in werken. En in ieder is hij geheel en onverdeeld; want hij is geheel in God, waar hij genietend rust; en hij is geheel in zich zelven, waar hij werkend mint! en op alle uren wordt hij door God opgevorderd en gemaand beiden rust en werk te vernieuwen. En de gerechtigheid des geestes wil alle uren betalen hetgeen van haar door God wordt gevorderd: en hierom keert zich de geest in, werkend en genietend bij elken inblik Gods, en aldus wordt hij vernieuwd in alle deugden en dieper ontzonken in genietende rust. Want God geeft in ééne gift zich zelven en zijne gaven; en de geest geeft bij elken inkeer zich zelven en alle zijne werken. Want door middel van het eenvuldig inlichten Gods, en de genietende neiging en de zelfvergetenheid der minne, is de geest vereenigd met God en wordt zonder oponthoud overgevoerd naar de rust. En door middel van de gave des verstands en der smakende wijsheid wordt hij werkend aangeraakt, en hij wordt verlicht en ontvonkt ten allen ure in minne. En hem wordt in den geest vertoond en voorgehouden alles dat men begeeren kan. Hij is hongerig en dorstig, want hij ziet der

[pagina 194]
[p. 194]

engelen spijze en den hemelschen drank. Hij arbeidt veel in minne, want hij ziet zijn rust. Hij is pelgrim, en hij ziet zijn land. Hij strijdt in minne om de victorie, want hij ziet zijn kroon. Troost, vrede, vreugde en schoonheid en rijkheid en al wat verblijden kan, dat wordt vertoond aan de verlichte rede in God, zonder mate in geestelijke gelijkenissen. En door middel van dit vertoonen en Gods aanraken blijft de minne werkend. Want deze gerechte mensch heeft gesticht een waarachtig leven in den geest in rusten en in werken, dat eeuwig blijven zal; maar het zal veranderen na dit leven in een hoogeren staat. Aldus is de mensch gerecht en gaat tot God met innige minne in eeuwig werken; en hij gaat in God met genietende neiging in eeuwige rust. En hij blijft in God en gaat nochthans uit tot alle creaturen in algemeene minne, in deugden en in gerechtigheden. En dit is het hoogste van het innige leven. Alle menschen, die het rusten en het werken niet in ééne oefening bezitten, hebben niet verkregen deze gerechtigheid. Deze gerechte mensch kan niet bij zijn inkeer gehinderd worden, want hij keert in genietend en werkend; maar de mensch is gelijk een spiegel, die dubbel is, die in beide zijden beelden ontvangt. Want naar het bovenste deel ontvangt de mensch God met alle zijne gaven; en naar het benedenste deel ontvangt hij van de zinnen lichamelijke beelden. Nu kan hij inkeeren als hij wil, en plegen zonder hinder de gerechtigheid; maar de mensch is veranderlijk in dit leven, en hierom keert hij zich dikwijls naar buiten en oefent zich in de zinnen zonder noodzaak, en zonder het gebod der verlichte rede en valt in dagelijksche gebreken. Maar alle dagelijksche gebreken in den minnelijken inkeer des gerechten menschen zijn geheel als een droppel water in een gloeienden oven: en hiermede verlaat ik het innige leven.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken