Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het sieraad der geestelijke bruiloft (1917)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het sieraad der geestelijke bruiloft
Afbeelding van Het sieraad der geestelijke bruiloftToon afbeelding van titelpagina van Het sieraad der geestelijke bruiloft

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.01 MB)

Scans (9.91 MB)

ebook (3.18 MB)

XML (0.30 MB)

tekstbestand






Editeur

Frans Erens



Genre

proza

Subgenre

traktaat
hertaling


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het sieraad der geestelijke bruiloft

(1917)–Jan van Ruusbroec–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 209]
[p. 209]

Hier begint het derde boek van het sieraad der geestelijke bruiloft

[pagina 211]
[p. 211]

Hoofdstuk I
Hoe men komt in een Godschouwend leven door middel van drie punten

DE innige minnaar Gods, die God bezit in genietende rust en zich zelven in de samenvloeiing der werkende minne, en die al zijn leven in deugden bezit door gerechtigheid, komt in een Godschouwend leven, door middel van deze drie punten en de verborgen openbaring Gods: ja, de minnaar, die innig en gerecht is, dien God uit vrijheid wil verkiezen en verheffen tot een bovenwezenlijk schouwen in het goddelijk licht en naar de wijze Gods. Dit schouwen zet ons in eene puurheid en zuiverheid boven geheel ons verstand, want het is een bizonder sieraad en een hemelsche kroon, en daarbij een eeuwig loon van alle deugden en van alle leven. En hiertoe kan niemand komen door middel van wetenschap of scherpzinnigheid, noch met eenige oefening, maar hij, dien God met zijn geest wil vereenigen en door zich zelf verlichten, kan God aanschouwen en niemand anders. De verborgen goddelijke natuur is eeuwig werkend schouwende en minnende naar de wijze der personen, en altoos genietende in een omvangen der personen in eenheid des wezen. In dit omvangen in de wezenlijke eenheid Gods, zijn alle innige geesten één met God in minnelijk ontvlieden; en dat is dezelfde eenheid, die het wezen zelf is in zich zelve, naar de wijze der eeuwige zaligheid. En in deze hooge eenheid der goddelijke natuur is de hemelsche Vader een oorsprong en een begin van alle werken, dat gewrocht wordt in den hemel en op de aarde.

[pagina 212]
[p. 212]

En Hij spreekt in de ontzonkene verborgenheid des geestes: ‘Ziet, de Bruidegom komt, gaat uit Hem te gemoet.’

Deze woorden willen wij nu ontbinden en verklaren met een bovenwezenlijk schouwen, dat een grond is van alle heiligheid en van al het leven, dat men leven kan. Tot dit goddelijk schouwen kunnen weinig menschen komen om de onbekwaamheid van hen zelf, en de verborgenheid van het licht, waar in men schouwt. En hierom zal dezen zin niemand eigenlijk grondig verstaan door middel van eenige leering of scherpzinnig inzicht van zich zelven; want alle woorden en al wat men naar de wijze van het schepsel kan leeren en verstaan, is daar aan vreemd, en staat verre beneden de waarheid, die ik meen. Maar die vereenigd is met God, en verlicht in deze waarheid, hij kan de waarheid door haar zelve verstaan. Want God begrijpen en verstaan boven alle gelijkenis, zoo als Hij is in zich zelven, dat is God zijn met God, zonder middel of iets anders, dat hindernis of middel kan zijn. En hiermee begeer ik van ieder mensch, die dat niet verstaat en gevoelt in de genietende eenheid zijns geestes, dat hij hier geen ergernis neemt en het laat zijn wat het is, want wat ik spreken wil, dat is waar, en Christus, de eeuwige waarheid, heeft het zelf uitgesproken in zijn leer op menige plaats, wanneer wij het maar wel uitdrukken en te voorschijn konden brengen. En hierom moet hij, die dit verstaan zal, zijn afgestorven aan zich zelf en in God leven; en keeren zijn aanschijn tot het eeuwig licht in den grond van zijn geest, waar zich de verborgene waarheid zonder middel openbaart. Want de hemelsche Vader wil, dat wij ziende zijn, want Hij is een Vader des lichts; en hierom spreekt Hij eeuwig zonder middel en zonder ophouden in de verborgenheid van onzen geest een eenig grondeloos woord en niet meer. En in dit woord zegt Hij zich zelf en alle dingen. En dit woord luidt niet anders dan: Ziet. En dit

[pagina 213]
[p. 213]

is de uitgang en de geboorte van den Zoon des eeuwigen lichts, waarin men alle zaligheid erkent en ziet.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken