Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het sieraad der geestelijke bruiloft (1917)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het sieraad der geestelijke bruiloft
Afbeelding van Het sieraad der geestelijke bruiloftToon afbeelding van titelpagina van Het sieraad der geestelijke bruiloft

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.01 MB)

Scans (9.91 MB)

ebook (3.18 MB)

XML (0.30 MB)

tekstbestand






Editeur

Frans Erens



Genre

proza

Subgenre

traktaat
hertaling


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het sieraad der geestelijke bruiloft

(1917)–Jan van Ruusbroec–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige
[pagina 222]
[p. 222]

Hoofdstuk VI
Van een goddelijk ontmoeten, dat beoefend wordt in de verborgenheid van onzen geest

WANNEER de innerlijk schouwende mensch aldus heeft vervolgd zijn eeuwig beeld, en in deze zuiverheid door middel van den Zoon bezeten heeft den schoot des Vaders, dan is hij verlicht met de goddelijke waarheid; en hij ontvangt de eeuwige geboorte ten allen ure opnieuw, en hij gaat uit naar de wijze des lichts in een goddelijk schouwen. En hier ontspringt het vierde en het laatste punt, dat is een minnelijk ontmoeten, waar onze hoogste zaligheid boven alles in is gelegen.

Gij moet weten, dat de hemelsche Vader als een levende grond met alles wat in Hem leeft, werkend gekeerd is tot zijn Zoon, als tot zijns zelfs eeuwige wijsheid. En die zelfde wijsheid, en alles wat in haar leeft, is werkend teruggebogen tot den Vader, dat is tot denzelfden grond, waar zij uit komt. En in dit ontmoeten ontspringt de derde Persoon tusschen den Vader en den Zoon, dat is de heilige Geest, hun beider minne, die één met hen beiden is in dezelfde natuur. En zij omvangt, en doorgaat werkend en genietend den Vader en den Zoon en alles, wat in hen beiden leeft, met zoo groote rijkheid en vreugde, dat hier over alle schepselen eeuwiglijk zwijgen moeten; want het onbegrijpelijke wonder, dat in deze minne ligt, gaat het verstaan van alle schepselen eeuwiglijk te boven. Maar waar men dit wonder verstaat, en smaakt zonder verwonderen, daar is de geest boven zich zelven en één met den geest Gods, en smaakt, en ziet zonder mate

[pagina 223]
[p. 223]

gelijk God de rijkheid, die hij zelf is in de eenheid des levenden gronds, waar hij zich bezit naar de wijze zijner ongeschapenheid.

Nu wordt dit heerlijk ontmoeten in ons naar de wijze Gods zonder oponthoud werkend vernieuwd; want de Vader geeft zich in den Zoon, en de Zoon in den Vader in een eeuwig welbehagen, en in een minnelijk omhelzen. En dat vernieuwt zich alle uren in de banden der minne. Want zoo als de Vader zonder oponthoud alle dingen opnieuw aanziet in de geboorte zijns Zoons, zoo worden alle dingen opnieuw bemind door den Vader en door den Zoon in het uitvloeien des heiligen Geestes. En dat is het werkend ontmoeten des Vaders en des Zoons, waarin wij minnelijk zijn omhelsd door middel van den heiligen Geest in eeuwige minne.

Nu is dat werkend ontmoeten en dat minnelijk omhelzen in zijn grond genietend en zonder wijzen; want de grondelooze afwezigheid van wijze in God is zoo duister en zoo wijzeloos, dat zij in zich bevat alle goddelijke wijzen en werken, en de eigenschap der Personen in het rijke omvangen der wezenlijke eenheid; en dat zij maakt een goddelijk genieten in den afgrond der onuitsprekelijkheid.

En hier is een genietend overschrijden, en een vervlietende indompeling in de wezenlijke naaktheid, waar alle goddelijke namen, en alle wijzen, en alle levende redenen, die in den spiegel der goddelijke waarheid in beeld zijn gebracht, vallen in de eenvuldige onuitsprekelijkheid, in de afwezigheid van wijze en redenen. Want in deze grondelooze draaikolk der simpelheid worden alle dingen omvangen in genietende zaligheid; en de grond zelf blijft geheel onbegrepen, het zij dan door de wezenlijke eenheid. Hier voor moeten de Personen wijken, en alles wat in God leeft; want hier is anders niets dan een eeuwig rusten in een genietend omvangen in minnelijke vervloeiing; en dit is in het wezen zonder wijze, dat alle innerlijke gees-

[pagina 224]
[p. 224]

ten boven alle dingen hebben verkoren. Dit is de donkere stilte, waar alle minnenden in zijn verloren. Maar mochten wij ons aldus in deugden bereiden, wij zouden ons schier van het lichaam bevrijden, en zouden vervlieten in der zee wilde baren: nimmermeer zoude ons een schepsel kunnen inhalen.

Dat wij genietend mogen bezitten de wezenlijke eenheid, en de eenheid klaar aanschouwen in de Drieheid, dat geve ons de goddelijke minne, die nooit een bedelaar afwijst. Amen.

 

Hier eindigt het boek van de Geestelijke Bruiloft.


Vorige

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken