Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Werken. Deel 2. Vanden gheesteliken tabernakel (1858)

Informatie terzijde

Titelpagina van Werken. Deel 2. Vanden gheesteliken tabernakel
Afbeelding van Werken. Deel 2. Vanden gheesteliken tabernakelToon afbeelding van titelpagina van Werken. Deel 2. Vanden gheesteliken tabernakel

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.75 MB)

XML (1.41 MB)

tekstbestand






Editeur

Jan Baptist David



Genre

proza

Subgenre

verzameld werk
non-fictie/theologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Werken. Deel 2. Vanden gheesteliken tabernakel

(1858)–Jan van Ruusbroec–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
Regelnummers proza verbergen

Van den Kerchove. C. IV.

23Onse Here sprac tote Moysesse: ‘Ghi sult maken dat 24kerchof des tabernakels. Aen die suden side jheghen den

[pagina 13]
[p. 13]

1middach soe saelt hebben ene cortine dobbel van byssen ·c· 2maten lanc (dese mate hetet cubitus, ende es die lingde 3van eens menschen hant metten arme toten elleboghe), 4ende ·xx· colummen met alsoe vele baesschen van ereGa naar voetnoot(1) 5Hare capittele selen, sonder eer, ghebeelt, ute ghegraven, 6te male selveren sijnGa naar voetnoot(2). In de noert side selen oec de corti- 7nen ·c· maten lanc sijn, ende ·xx· colummen, ende alsoe 8vele baesschen van ere, ende die capittele selveren, ghelijc 9den iersten. In die breide dies kerchoves, te occidenten 10waert, soe selen sijn cortinen ·l· maten lanc, ende ·x· co- 11lummen, ende alsoe vele baesschen van eere. In die breide 12te orienten waert, ·l· maten. In die ene side selen die cor- 13tinen lanc sijn ·xv· maten, met drien colummen, met drien 14baesschen. In die andere side die cortinen ·xv· maten, met 15drien colummen, ende met alsoe vele baesschen. In den 16inganc des kerchoefs sal sijn ·j· cortine ·xx· maten lanc, 17ende die sal sijn van jacincte, ende van purpere, ende van 18dobbel roeder vaerwen, ende van bysse ghetwevoldechtGa naar voetnoot(3), 19ende al metter naelden ghenaeit ochte ghewracht. Ende si 20sal hebben ·iiij· colummen met ·iiij· baesschen. Alle de 21colummen des kerchoefs selen sijn bedect met selveren pla- 22ten, ende die capittele al van selvere, ende die baesschen 23van mottale. Die lingde van den kerchove die sal sijn ·c· ma- 24ten, ende alsoe lanc die cortinen in beiden siden. Die breide 25des kerchoves ·l· maten, ende alsoe lanc die cortinen in der 26breiden. Die hoghede van al den cortinen ·v· maten, ende

[pagina 14]
[p. 14]

1si selen sijn dobbel byssinen. Ende al dit sal hebben baes- 2schen van mottale. Alle de vate des tabernakels, die men or- 3borenGa naar voetnoot(1) sal in der ghemeinre sacrificien, ende die stecken des 4tabernakels ende dies kerchovesGa naar voetnoot(2) die seldi maken van ere. 5Ghi selt ghebieden den kinderen van Israel datsi u bringhen 6die alre puerste olie van olive boemen, ende ontwe gestam- 7pet met enen stoetereGa naar voetnoot(3), alsoe dat die lucerne altoes berne 8in den tabernakel des ghetughes, buten den seile dat 9hanghet vore dat OrcundeGa naar voetnoot(4). Ende dese lucerne sal Aaron 10ordineren ende sine kindere, datsi lichten moghe tote der 11morghenstonden vore den Here. Dese oefeninghe sal ewech 12sijn van den kinderen van Israel overmids hare navolgin- 13ghenGa naar voetnoot(5).’

14Dit es dat utewendechste ende dat nederste deel der figu- 15ren die ic voreghenomen hebbe.

16Nu willic ons leiden ende leren, metter waerheit die de 17figure bediedet, van buten inwert ende van den nedersten 18tote den hoechsten.

19Soe wat minsche die ghehoersam wilt sijn Gode ende der 20heiligher Kercken met onghedeilder herten, hi wort ghevrijt 21ende ontladen van allen sunden, overmids dat bloet ons 22Heren. Ende hi Wert verbonden ende gheenecht met Gode, 23ende God met heme. Ende hi wert selve die arke ende dat 24tabernakel Goeds, daer God in woenen wilt, niet in der 25figuren maer in der waerheit; want die figure es ledenGa naar voetnoot(6),

[pagina 15]
[p. 15]

1ende de waerheit es oppenbare allen den ghenen die hen 2ter waerheit keren willen, ende scuwen ende vlien al dat 3hare contrarie es.

voetnoot(1)
B. eere. Sur. bases aeneae.
voetnoot(2)
De tekst der Vulgaet heeft: Quae (columnae) capita cum caelaturis suis habebunt argentea. Het woord caelatura beteekent snywerk en dryfwerk. Hiervoor geeft onze schryver ghebeelt, dat is gebeeldhouwd, en ute ghegraven, dat is uitgesneden. Wt-graven vertaelt Kiliaen door exsculpere.
voetnoot(3)
bysso retorta.
voetnoot(1)
Gebruiken, benuttigen. Zie Kiliaen op oor-baren.
voetnoot(2)
tam paxillos ejus, quam atrii.
voetnoot(3)
piloque contusum.
voetnoot(4)
extra velum quod oppansum est testimonio.
voetnoot(5)
Perpetuus erit cultus per successiones eorum a filiis Israel. Cfr. Exod. 27, 9-21.
voetnoot(6)
Sur. figura namque praeteriit.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken