Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Werken. Deel 2. Vanden gheesteliken tabernakel (1858)

Informatie terzijde

Titelpagina van Werken. Deel 2. Vanden gheesteliken tabernakel
Afbeelding van Werken. Deel 2. Vanden gheesteliken tabernakelToon afbeelding van titelpagina van Werken. Deel 2. Vanden gheesteliken tabernakel

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.75 MB)

XML (1.41 MB)

tekstbestand






Editeur

Jan Baptist David



Genre

proza

Subgenre

verzameld werk
non-fictie/theologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Werken. Deel 2. Vanden gheesteliken tabernakel

(1858)–Jan van Ruusbroec–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
Regelnummers proza verbergen

Vander opverstennessen ende openbaringhen Christi. C. LXVI.

8Ende hier omme, doen Christus met sijnre doet onser alre 9salve ghemaect hadde, ende hi op verstaen was in die glorie 10sijns Vader, ende sijns selfs, ende alle sijns volcs: doen 11woude hi sine priesteren die apostelen consacreren, ende quam 12tote hen in beslotenen doren, ende stont in midden hen, ende 13sprac: ‘Vrede si met uGa naar voetnoot(2);’ ende toende hem sine hande, 14ende sine side, ende sine voete, ende seide tote hen: ‘Siet 15mine hande ende mine voete, want ic bent selve; tast ende 16siet want negheen gheest en heeft vleesch no been, alsoe alse 17ghi mi siet hebbenGa naar voetnoot(3).’ Ende doe seide hi anderwerf tote 18hen: ‘Vrede si u. Ghelikerwijs dat mi mijn Vader sende, 19soe sende ic uGa naar voetnoot(4).’ Ende doe blies hi in hen ende seide: 20‘Ontfaet den heileghen Gheest. Dien ghi hare sonden ver- 21laet, dien werdense verlaten; ende dien ghise onthout, dien 22werdense onthoudenGa naar voetnoot(5).’ Maer hier ghebrac Sinte Thomaes,

[pagina 267]
[p. 267]

1ende hier omme, over ·viij· daghe daer na, soe warense alle 2vergadert ende Thomaes met hen. Ende onse Here quam 3weder te hen, beslotenre doren, ende sprac: ‘Vrede si met 4u.’ Ende doe seide hi tote sinte Thomase: ‘Bringhe hare 5dinen vingherGa naar voetnoot(1), ende sich ane mine hande; ende nem dine 6hant ende legse in mine zide, ende en wes niet onghelovech 7maer ghetrouwe.’ Daer na oppenbaerde hi heme noch sinen 8jongheren op die zee daer si vesschen warenGa naar voetnoot(2), ende daer 9seide hi tote sinte Petre aldus: ‘Simon, Jans sone, minstu 10mi meer dan die andere apostelen doenGa naar voetnoot(3)? Symon Johannis 11(dat es alsoe vele gheseghet alse du best ghehoersam, ende 12sone der gracien GoodsGa naar voetnoot(4)) minstu mi meer dan dese?’ Driwarf 13vraghede hijs heme, ende driwarf antwerde sinte Peter dat 14hine minde; want hi hadde vore driwarf sijns gheloghent: 15ende driwarf gheboet heme onse Here dat hi sine scape, dat 16es sijn volc, voeden soude. Ende dit dede hi met sijnre lerin- 17ghen, ende met sinen levene, ende oec met siere doet. Ende 18die doet voreseide hem Christus doe, ende maectene prince 19ende vorste boven die andere apostelen, ende boven alle die 20werelt. Daer na oppenbaerde heme onse Here weder allen 21sinen apostelen in Galileën, op den berch van Thabor, ende 22seide tote hen aldus: ‘Alle macht es mi ghegheven in 23hemel ende in erde: ende daer omme gaet ende leert alle 24menschen, ende doepse in den name des Vaders ende des 25Soens ende des heilegen Gheests; ende leert hen te hou- 26dene alle die dinghe die ic u gheboden hebbe. Siet ende ic ben 27met u alle daghe, tote den inde der wereltGa naar voetnoot(5);’ dat es te

[pagina 268]
[p. 268]

1verstane met sijnre gracien, ende met den heileghen Sacra- 2mente sijns lichamen. Ten lesten male, op dien dach dat hi 3op varen woude in den hemel, soe vertoende hi heme allen 4sinen apostelen, daer si ter tafelen saten, ende seide tote hen 5aldus: ‘Ic sal senden in u die gheloefte mijns VaderGa naar voetnoot(1). 6Sidt in dese stat, tote dire tijt dat ghi ghecleedt wert van 7boven met crachte; ende dan gaet alle die werelt dore, ende 8predect dat Ewangelium ieghewelker creaturen, dat es allen 9menschen. Die gheloeft, ende ghedoept wert, hi sal behou- 10den sijn; die niet en gheloeft, hi sal verdoemt werdenGa naar voetnoot(2).’

voetnoot(2)
Luc. 24, 36.
voetnoot(3)
Cfr. Luc. 24, 39.
voetnoot(4)
Cfr. Joan. 20, 21.
voetnoot(5)
Cfr. Joan. 20, 22-23.
voetnoot(1)
Joan. 20, 26: Infer digitum tuum huc.
voetnoot(2)
Sur. Aliàs rursum apparuit discipulis piscantibus.
voetnoot(3)
Cfr. Joan. 21, 15.
voetnoot(4)
Sur. Simon obedienten, et Joannes filium divinae gratiae significat.
voetnoot(5)
Cfr. Matth. 28, 18-20.
voetnoot(1)
promissum Patris.
voetnoot(2)
Cfr. Marc. 16, et Luc. 24.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken