Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Werken. Deel 2. Vanden gheesteliken tabernakel (1858)

Informatie terzijde

Titelpagina van Werken. Deel 2. Vanden gheesteliken tabernakel
Afbeelding van Werken. Deel 2. Vanden gheesteliken tabernakelToon afbeelding van titelpagina van Werken. Deel 2. Vanden gheesteliken tabernakel

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.75 MB)

XML (1.41 MB)

tekstbestand






Editeur

Jan Baptist David



Genre

proza

Subgenre

verzameld werk
non-fictie/theologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Werken. Deel 2. Vanden gheesteliken tabernakel

(1858)–Jan van Ruusbroec–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
Regelnummers proza verbergen

Vander rechter scouderen ende der borsten. C. CVII.

3Nochtan ghebiet God desen menschen, dat si die rechte 4scoudere ende die borst gheven den priesteren. Met der 5rechter scouderen verstaen wi ghehoersamheit, die alle men- 6schen sculdich sijn haren oversten; ende hier omme sprect 7sente Pauwels dat God sende sinen SoneGa naar voetnoot(2), gheboren van 8enen wive, ghemaect onder de wet, op dat hi alle die ghene 9verloessen soude die waren onder de wetGa naar voetnoot(3). Want al was 10hi, na der ewegher gheboert, ende oec na sijnre gheesteleker 11gheboert, een here ende een bringhere der wet: na der lijf- 12leker gheboert van Marien sijnre moeder, so woude hi hem 13gheven onder de wetGa naar voetnoot(4). Ende hier mede leert hi ons dat al 14vleesch ende bloet dat van manne ende van wive gheboren 15es, dat moet van noedeGa naar voetnoot(5) ghehoersam sijn ende onder die 16wet Gods ende der heilegher Kerken. Maer die in minnen 17verhaven sijn ende ute den gheeste Gods gheboren werden, 18hare inwendeghe wandelinghe ende haer leven es boven de 19wet, maer niet contrarie der wet. Ende alsoe alse minne 20verheft den mensche in vriheit, alsoe sedt sine neder in 21ghehoersamheit. Ende hieromme sijn die hoechste die 22nederste, ende die nederste die hoechste. Nochtan en sele 23wi niemene ghehoersam sijn in sonden, noch jeghen die

[pagina 85]
[p. 85]

1ghebode Gods; maer die macht die God ghegheven heeft 2den priesteren ende den prelaten, die sele wi eren ende 3vreesen met reverencien: ende aldus sijn wi altoes meer 4ghehoersam Gode dan den menschen, dien wi onderdanich 5moeten sijn in den name Gods ende omme Gods wille. Ende 6hier omme, Christus die Gods Sone, die boven al vri was 7ende daer toe die vriheit selve, hi woude ghehoersam sijn 8Cayphasse ende Pylatuse, die in sinen tiden prelate waren 9der joetscher wet; ende God ghedoechde hen dat si dat 10ordeel gaven over Christum dat hi sterven soude; ende 11Christus was ghehoersam ende onderdanich haren wille, 12ende gaf hen sine rechte scoudere, ende daer op leiden si 13dat sware cruce, ende daer mede droech hi onser alre 14sonden die behouden selen sijn. Ende hier mede leert hi 15ons dat niemen Gode behaghen en mach, die onghehoersam 16es sinen oversten in dien dinghen die goet ende eersam sijn, 17hoe hoghe hi leeft ochte scouwet, op dat hi sijns selfs 18gheweldich es ende redenen ghepleghen canGa naar voetnoot(1). Ende voert 19so ghebiedt onse Here dat wi onse borst gheven den prieste- 20ren, dat es dat wi ons selfs vertien ende eenvoldegher wijs 21leven na haren rade, ende niet na eyghenre wijsheit, ochte 22na onsen goetdunkene; maer wi selen eenwillich ende cen- 23moedich sijn met onsen overstenGa naar voetnoot(2), alsoe dat siGa naar voetnoot(3) boven 24alle onse werke die oetmoedeghe borst onser verteghen- 25heitGa naar voetnoot(4) Gode offeren moghen. Ende overmids hare ghebet, 26ende haren dienst, ende onse sempelheit, sele wi werden 27vervolt met der wijsheit Gods.

28Siet, alse wi aldus ghedaen hebben alse ic u gheseghet

[pagina 86]
[p. 86]

1hebbe, so hebbe wi pays ende vrede met Gode ende met 2onsen prelaten.

voetnoot(2)
Sur. misisse Deum Filium suum.
voetnoot(3)
Cfr. Galat. 4, 4-5.
voetnoot(4)
Sur. legi subditus esse voluit.
voetnoot(5)
Sur. necessario.
voetnoot(1)
Sur. dum tamen suĂ® compos sit et ratione uti queat.
voetnoot(2)
Sur. sed unius voluntatis ejusdemque animi simus cum illis.
voetnoot(3)
Surius heeft gelezen dat wi; maer alle de handschriften hebben si.
voetnoot(4)
Sur. humile resignationis et abnegationis nostrae pectus.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken