Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Werken. Deel 2. Vanden gheesteliken tabernakel (1858)

Informatie terzijde

Titelpagina van Werken. Deel 2. Vanden gheesteliken tabernakel
Afbeelding van Werken. Deel 2. Vanden gheesteliken tabernakelToon afbeelding van titelpagina van Werken. Deel 2. Vanden gheesteliken tabernakel

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.75 MB)

XML (1.41 MB)

tekstbestand






Editeur

Jan Baptist David



Genre

proza

Subgenre

verzameld werk
non-fictie/theologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Werken. Deel 2. Vanden gheesteliken tabernakel

(1858)–Jan van Ruusbroec–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
Regelnummers proza verbergen
[pagina 213]
[p. 213]

Vanden Swane. C. CXXXVIII.

1Die viertiende voghel, dat es de Swane. Sine cracht leecht 2in sine vloghele; ende alse hi sterven sal, so singt hiGa naar voetnoot(1). 3Hier mede versteet men ieghewelken jonghen mensche die 4Gode niet en vreest, maer sijnre naturen volcht in weelden 5ende in oncuuscheiden van levene: dat sijn twee vloghele 6daer vele sonden onder sculenGa naar voetnoot(2); ende si sijn oec van 7groter cracht, also langhe alse de mensche vliedt in sijnre 8joecht, ghelijc den swane in den watere: dan heeft hi den 9hals onghebroecsam alse de swaneGa naar voetnoot(3), ende sterft met 10blisscapen ende met sanghe in meneghe doetsonde: ende 11selc blijft doet in ewecheit.

voetnoot(1)
Sur. et moriturus canit. Dat deed de Zwaen reeds in Cicero's tyd. Zie diens Tusculanae, Lib. I, cap. 30 (alias 73); maer Plinius was er niet zeker van, als blykt uit zyne Hist. Nat. Lib. X, cap. 32.
voetnoot(2)
Sur. quae sunt velut alae geminae, sub quibus multa delitescunt vitia.
voetnoot(3)
Sur. et id temporis rigido sunt collo instar cygni.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken