Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Werken. Deel 2. Vanden gheesteliken tabernakel (1858)

Informatie terzijde

Titelpagina van Werken. Deel 2. Vanden gheesteliken tabernakel
Afbeelding van Werken. Deel 2. Vanden gheesteliken tabernakelToon afbeelding van titelpagina van Werken. Deel 2. Vanden gheesteliken tabernakel

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.75 MB)

XML (1.41 MB)

tekstbestand






Editeur

Jan Baptist David



Genre

proza

Subgenre

verzameld werk
non-fictie/theologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Werken. Deel 2. Vanden gheesteliken tabernakel

(1858)–Jan van Ruusbroec–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
Regelnummers proza verbergen

Vanden bonten Are. C. CXL.

22Die sestiende voghel heedt Porphirio, de bonte AerGa naar voetnoot(4) 23Sijn een voet es ghelije den aer, de ander ghelije der gans.

[pagina 215]
[p. 215]

1Hi vliecht hoeghe, nochtan siet hi de cleine vessche in 2dwater, ende dan sciet hi haesteleec neder: met den aers 3vocte grijpt hi de vesscheGa naar voetnoot(1), ende met den gansen voete 4stoent hi heme opGa naar voetnoot(2) in de lochtGa naar voetnoot(3). Hier mede verstaen wi 5dat selke menschen vlieghen in de locht met den aer, in hoe- 6ghen verstaneGa naar voetnoot(4), ende si swemmen in dwater met der gans, 7in een weeldich leven. Ende dit sijn bonte are; want hoe 8hoeghe dat si vlieghen in subtielen sermoenen ende in 9behendegher leeren, si hebben altoes de oeghen in dwater 10toe den vesschen, hoe si ghespijst ende ghecleedt moghen 11werden van den menschen der werelt. Ende hier omme 12hebben si den enen voet ghelijc den aer, dat es ene ghie- 13reghe begherte daer si de pride mede gripen ende vaen; 14ende si hebben den anderen voet gheheel ende onghesplet, 15alse de gans, daer si hen mede stonen op dwater: want si 16en achten niemens niet, dan also velc alst hem vromen 17machGa naar voetnoot(5); maer alse si de pride begrepen hebbenGa naar voetnoot(6), so 18voeren sise op dat oeverGa naar voetnoot(7), besiden van den volke, daer sise 19alleene verteeren; want selden doen si iemene goet, si en 20mochtenre meer ane winnenGa naar voetnoot(8).

voetnoot(4)
Zie Plinius, Hist. nat. Lib. X, cap. 63 (alias 46). Men meent er de dusgenaemde poule sultane van Buffon in te erkennen.
voetnoot(1)
Sur. pede aquilino pisces rapit.
voetnoot(2)
C. stonet hi hem weder op. D. stoent hi hem op.
voetnoot(3)
Sur. et anserino (pede) levat se in aera. Het werkwoord is opstonen hetzelfde als opsteunen, of al steunende zich weder opregten.
voetnoot(4)
Sur. in sublimi intelligentia.
voetnoot(5)
Sur. quando neminem alicujus pensi habent, nisi quatenùs aliquod ex illo suum lucrum sperant.
voetnoot(6)
Sur. Atqui ubi praedam ceperunt.
voetnoot(7)
D. opten oever.
voetnoot(8)
Sur. siquidem raro aliis benignè faciunt, nisi ubi magna sibi lucra pollicentur.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken