Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Werken. Deel 5. Vanden twaelf beghinen (1863)

Informatie terzijde

Titelpagina van Werken. Deel 5. Vanden twaelf beghinen
Afbeelding van Werken. Deel 5. Vanden twaelf beghinenToon afbeelding van titelpagina van Werken. Deel 5. Vanden twaelf beghinen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.42 MB)

XML (0.73 MB)

tekstbestand






Editeur

Jan Baptist David



Genre

proza

Subgenre

verzameld werk
non-fictie/theologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Werken. Deel 5. Vanden twaelf beghinen

(1863)–Jan van Ruusbroec–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
Regelnummers proza verbergen

De coelo stellato, de Stellis fixis et errantibus, carumque efficientia. C. XXXI.

22Want Moyses leert ons dat God maecte dat firmament, dat 23is die hemel daer die sterren aen staen. HiGa naar voetnoot(2) is boven die 24elemente, want hi deilt en̄ middelt tusscen die naturen der 25elemente en̄ die nature der hemele, tusscen die watere die

[pagina 87]
[p. 87]

1hier sijn beneden den hemeleGa naar voetnoot(1) en̄ die watere die sijn boven 2die hemeleGa naar voetnoot(2), dat is die cristalen hemel, diemen den watere 3ghelijct dat in yse vervorsenGa naar voetnoot(3) is. Dit is die hemel die middelt 4tusscen dat firmament en̄ die ierste beroeringhe der 5hemele, ende hi is vloyende in claerheden en̄ in hemelscher 6subtylheden ghelijc der wilder zeeGa naar voetnoot(4); en̄ hi is doerscinich 7in claerheden, ghelijc den firmamente daer die sterren in 8staen. En̄ die planeten die en sijn niet doirschinich, maer si 9sijn verlicht en̄ wederblickende van claerheden der sonnen 10en̄ der hemele. Die sterren die gaen omme metten firmamente, 11neder en̄ hoghe, yeghewelke in hare stat, na diere 12wijs dat si van Gode gheordent sijn. Mer die ‧vij‧ planeten 13die staen in ‧vij‧ ringhe, die beweecht werden vander icrster 14beroeringhen des hemels, niet na de wise noch naden lope 15des firmaments; maer yeghewelc sonderlinghe na die ordinancie 16der wijsheit Gods, die alle creaturen wel gheordent 17heeft na diere wijs dat wijs behoeven. En̄ hier omme sijn die 18planeten onghelijc en̄ contrarie onderlinghe in naturen, in 19werkene, in formen en̄ in ghedaenten; en̄ alsoe moest van 20node sijn, souden si regeren die elemente, en̄ die nature alre 21creaturen die hier beneden sijn. Nochtan en sijn die planeten 22noch die sterren in hem selven heet noch cout, droghe noch 23nat; maer si gheven hare cracht hier beneden in allen creaturen, 24en̄ werken met hem al dat ghesciet en̄ ghcwracht wert, 25na lope der hemele en̄ eyghenheit die hier beneden leeft in 26die creaturenGa naar voetnoot(5). En̄ hier omme, na dat die menschen ghe-

[pagina 88]
[p. 88]

1neycht sijn van complexien en̄ van naturen te goede ofte te 2quade, min ofte meer, daer na werct die hemelsche nature 3van boven, dat si dat volbringhen moghen na gheneychtheit 4haerre naturen. Maer boven onsen vrien wille en hevet 5nyeman macht, noch hemelsche nature, noch alle creaturen, 6noch nieman dan God allene ende wi selve. Hi hultGa naar voetnoot(1) ons 7altoes tot allen goede, ende hi treet ons en̄ hehoedt ons 8van allen quade, eest alsoe dat wi hem volghen willenGa naar voetnoot(2) als 9hi ons leert met hem selven en̄ met sinen creaturenGa naar voetnoot(3).

voetnoot(2)
Versta, dic hemel.
voetnoot(1)
F, G. die hemele. Sur. sub coelo.
voetnoot(2)
Sur. quae supra coelos sunt.
voetnoot(3)
Dat is, by letterverzetting, vervrozen.
voetnoot(4)
Sur. manatque seeundum quosdam claritate et coelesti subtilitate ceu vastum pelagus.
voetnoot(5)
Sur. sed virtutem et efficaciam suam in cuncta haec inferiora influunt, aguntque et efficiunt in eis, quicquid secundum coeli cursum et proprietates creaturarum inſeriorum, agitur efficiturque.
voetnoot(1)
F. Hy hulpt. G. Hi hout. Surius vertaelt het door instigare.
voetnoot(2)
Deze vyf lactste woorden ontbreken in D.
voetnoot(3)
quemadmodùm per seipsum et creaturas suas nos docet.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken