Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Alle de ontleed- genees- en heelkundige werken (1744)

Informatie terzijde

Titelpagina van Alle de ontleed- genees- en heelkundige werken
Afbeelding van Alle de ontleed- genees- en heelkundige werkenToon afbeelding van titelpagina van Alle de ontleed- genees- en heelkundige werken

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (22.04 MB)

Scans (1253.27 MB)

XML (3.92 MB)

tekstbestand






Vertaler

Ysbrand Gysbert Arlebout



Genre

non-fictie

Subgenre

vertaling
verzameld werk
non-fictie/natuurwetenschappen/geneeskunde


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Alle de ontleed- genees- en heelkundige werken

(1744)–Fredericus Ruysch–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

II.
Van de Vaten, welke door den Knieschyf zelfs, en het beweegbare Kraakbeen in de knie, worden verspreyt.

Kom hier, ik zal U lief hebben, die begerig zyt de konst te leeren, hoedanig Godt Uw lichaam gewrocht heeft! eerst zult ge nieuwe en nooyt te voren beschrevene zaken beschouwen. Niet lang is 't gele-

[pagina 997]
[p. 997]

den, wanneer my in 't opvullen van vaten, in een doodt lichaam, een wonderbaarlyke vinding voor quam. Heeft dog iemant wel ooyt aangemerkt, dat de bloetvaten zich door het lichaam van den knieschyf heen dringen, en in een onnoemelyk getal zich in deszelfs [meditullium] binnenste verschuylen? Nadien my niet geheugt, zulks geschiet te zyn, zal ik nu een afbeelding van deze zaak hier by voegen, maar daar na zal ik ook de vaten van 't kraakbeen vertonen. Die deze vaten in den knieschyf van een bejaart mensch tracht te vinden, en te tonen, hy zal vergeefschen arbeydt doen; maar indien hy kan nabootzen, 't geene ik gedaan hebbe in een jeugdig voorwerp, alwaar de knieschyf nog kraakbenig en helder doorschynende is, zal hy ze onderscheydentlyk kunnen zien, en derzelver wonderbaarlyke verdelingen bespeuren. Dog op dat de zeltzame uytkomst van een gelukkigen arbeydt niet verloren gaat, is 't nootzakelyk, het deel aldus door konst toebereydt, zodanig te bewaren, dat het niet bederve, of de doorschynentheydt benomen wordt. Dit beyde hebbe ik door een byzondere konst uytgewerkt; en aldus beware ik deze fraye vertoning onbedurven, by myne andere zaken.

Wie dit leeze, denke misschien; is 'er U dan, die zo dikmaals de knieschyven gebroken hebt, om derzelver aart te beschouwen, nooyt een van zodanige vaatjes, of een stronk, of een tak voorgekomen? Ik zal hem openhartig zeggen, dat ik, schoon ik 'er na zogt, nooyt deze vaten gezien hebbe: Want als de knieschyf gebroken is, om de bloetvaten te bezien, storten de vaten aanstonts haar vogt uyt, krimpen zich in, en ontvlieden aldus het gezicht van den aanschouwer. Maar wanneer deze bloetvaten, eer de knieschyf gebroken wort, door ingespote wasch opgespannen zyn, en, de waschagtige stoffe verhardende, daar na opgevult blyven, dan kunnen ze alle gezien worden. Ik bidde U, aanziet de eerste Figuur van de eerste Plaat, waar mede ik getragt hebbe een knieschyf, genomen uyt een jeugdig lichaam, uyt te drukken; ziet gy niet, dat die knieschyf zo vol met bloetvaatjes is, dat dezelve byna geheel en al roodt is? Maar de beenderen van oude lieden allengskens naauwer tot malkanderen gedrongen zynde, vernietigen zeer veele vaten, en maken een vaster en dikker t'zamenbinding, waar van daan ze door den ouderdom wel vaster, maar te gelyk droger worden; 't welk nergens klaarder blykt, als in de tanden, waar in men, wanneer de kinderen nog in haar tedere jeugt zyn, bloetvaten bespeurt; maar in bejaarde, of stokoude lieden, zyn zy van zichtbare vaten berooft.

Indien my iemant tegenwerpt, dat ik kleynigheden onderzoeke, en my uytlacht, om dat ik in zaken van geen groot belang na te vorschen

[pagina 998]
[p. 998]

bezig ben; ja, dat het genoeg bekent is, dat 'er bloetvaten door alle de deelen van 't lichaam verspreydt worden, en bygevolg ook door de beenderen zelfs. Dezen zal ik antwoorden, dat ik my verwondere over deze vryheydt, waar mede iemant durft staande houden, dat hy weet, dat 'er vaten zyn, die hy zelfs nog een ander ooyt gezien heeft. Waar uyt kent ge die dan? wat is haar loop? waar zittenze? hoedanig een onderscheydt is 'er in den ouderdom, in de mannelyke jaren, jongelingschap, en kindtsheydt? alle deze dingen wel te kennen, en voor 't oog te konnen doen zien, agt ik meer, als alle gissingen en verdichtzelen: een Ontleder mag niets aannemen, 't geene hy niet ziet, niets van 't geene hy ziet, verzuymen, of kleyn agten: Want in 's menschen lichaam is 'er niets te vergeefs geschapen, en in het zelve wordt 'er niets te vergeefs gekent.

Indien 't de Lezer niet qualyk zal nemen, moet ik hem vermanen, dat ik nu tweemaal, en niet zonder verwondering, naauwlyks gelooflyke gevallen, ten ware ik 'er zelfs by was geweest, gezien hebbe. Ik wierde om hulp verzogt by menschen, die haar koussebanden boven de knie zo vast hadden toegebonden, dat daar door de vaardige en gemakkelyke beweging dezer deelen belet wierdt; wanneer het nu gebeurde, dat ze daar na over de straat gaande struykelden, waar door ze met het buygen van de knie ter aarden vielen, dog zonder stoting van de knieschyf, of pezen, waren door deze schielyke buyging de zeer sterke pezen der spieren, die het been uytsteken, gebroken. Wie zou gelooft hebben, dit te konnen geschieden, die weet, en overweegt de zware dikte der zelver? Nogtans heb ik de zaak zo duydelyk ondervonden, dat de opening of gaping tusschen de afgebrokene deelen der pezen zo groot was, dat men een vinger van een volwassche mensch over dwersch daar konde inleggen. Deze Lyders konden nog opstaan, nog zich oprechten, ja zelfs niet op de beenen staan zonder hulp van andere menschen, die haar ondersteunden; maar waren gedwongen veele maanden te bedde te leggen, en eyndelyk wierden zy genootzaakt haar geheele overige leeftydt het lichaam onder 't wandelen met een stok te ondersteunen, en op te heffen.

Veele dingen geven my aanleyding, om te geloven, dat 'er zomtydts in de vliezen, pezen, ja zelfs in de beenderen zodanig een gesteltenis is, dat ze lichter, als natuurlyker wyze, uyt hare plaatzen schieten, elders anders na toe wyken, ja ook breken kunnen. Welke ongemakken zo lichtelyk niet gebeurt zouden zyn, indien 'er deze [aegra diathesis] zieke gesteltenis niet tegenwoordig was geweest. Waarlyk diergelyks zien

[pagina 999]
[p. 999]

wy in de [herniae] breuken; wy moeten ons verwonderen, dat ze zomtydts uyt zeer lichte oorzaken ontstaan, dewyl die zelfde menschen wel op andere tyden zonder eenig letzel de grootste bewegingen en pogingen hebben uytgestaan. Wie weet niet, dat 'er dikmaals uyt een schrik, ontsteltenis, en een ligte beweging van 't lichaam, in sterke en arbeydtzame menschen breuken voortgekomen zyn? 't Is lang geleden, dat ik in myne aanmerkingen een voorval aangaande deze zaak geschreven hebbe. Zeker man over straat gaande, glyden zyne voeten uyt in 't afgaan van de brug, door de gladdigheydt van de weg, zo dat hy scheen te zulten vallen, echter door de vaardigheydt van zyn lichaam vermeydt hy den val, maar in die poging breekt zyn knieschyf over dwersch, zonder eenige stoting tegen de straat. De genezing wierdt den Chirurgyn van Jisp, die toen ter tydt aldaar met grooten roem zyn konst oeffende, aanbevolen, dog hy bragt hem geen verligting by, 't welk nogtans de schult niet was van zo een goedt meester: want de [fragmenta] stukken van een gebroke knieschyf vereenigen zich dikmaals niet met malkanderen, om dat ze vereenigt zynde, by malkanderen niet kunnen gehouden worden, zo lang tot dat ze aan een gegroeyt zyn. Deze aan een groeying wordt dikmaals hier door belet, om dat de vaten van de stukken zomtydts geen stoffe genoeg, dienende om de beenderen vast te hegten, verschaffen. Ik hebbe menschen gezien, in welke de stukken van 't gebroke been, schoon ze met alle konst wel behandelt wierden, evenwel nooyt aan malkanderen groeyden; maar een pyp van een yzere plaat gemaakt, rontom de schouders of armen gedaan, en vast gemaakt, gaf haar veel gemaks, dewyl de deelen zo gemakkelyk in haar plaats gehouden wierden, dat ze de vereyschte bewegingen op allerley wyzen konde verrigten.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken