Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Alle de ontleed- genees- en heelkundige werken (1744)

Informatie terzijde

Titelpagina van Alle de ontleed- genees- en heelkundige werken
Afbeelding van Alle de ontleed- genees- en heelkundige werkenToon afbeelding van titelpagina van Alle de ontleed- genees- en heelkundige werken

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (22.04 MB)

Scans (1253.27 MB)

XML (3.92 MB)

tekstbestand






Vertaler

Ysbrand Gysbert Arlebout



Genre

non-fictie

Subgenre

vertaling
verzameld werk
non-fictie/natuurwetenschappen/geneeskunde


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Alle de ontleed- genees- en heelkundige werken

(1744)–Fredericus Ruysch–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

III.
Van een uythersting van bloet door de huyt van 't hooft, enz.

De dagelyksche ondervinding leert, dat een grote schrik in een vrouw veel gevaarlyker is, en veel quader uitwerkingen doet als in een man.

Over twintig Jaren is 't gebeurt, dat een zeker meysje zeer verschrikt zynde, aanstonts over al door 't geheele lichaam met grote puysjes be-

[pagina 1064]
[p. 1064]

vangen wierdt, dewelke veranderde in grote blazen, niet ongelyk aan die genen, welke de spaansche vliegen voortbrengen: deze verdwenen voor een korten tydt, dog quamen daer na weder by beurten te voorschyn. De geneesheren, over dit zekzame toeval geraadtpleegt, bevestigden, dat zy voorzagen, dat 'er een lammigheit, een beroerte, of een vallende ziekte gemakkelyk uyt zonde ontstaan, gelykerwys ook niet lang daar na eerstelyk een byzondere lammigheit van den linker arm gevolgt is. De wel geoeffende Heelmeester Petrus Plaatman geroepen zynde; om deze quaal te genezen heeft haar voorgeschreven het gebruyk van een badt toegemaaakmet welriekende kruyden; terwylze hier in zat, wierde het beschadigde deel krachtig gevreven; 't welk ook van dat gevolg is geweest dat de beweging van den arm zo verre herstelt is, dat ze een dunne spelde van den gront kan halen, en hare klederen wederom aantrekken. Terwylze deze verlichting kreeg, is zy wederom op nieuws in een nieuwe, dog hevige, lammigheit vervallen, die by na het gehele lichaam aantastede; Voorts is haar overgekomen een uytstorting van bloet door de huyt van 't opperhooft, en wel zo schielyk en met zoo veel snelheit, dat alle de linne doeken van 't hooft met dit uytgebarste bloet bevochtigt wierden. Deze vloet hieldt geen geregeltheit van verheffing, welkers onzekerheit, en de armoede de moeder dwong, datze een plaats in 't openbare gasthuys om haar gebrekkige dogter te voeden en te genezen verzogt; alwaarze veertien weken lang is geweest, hebbende naauwlyks zo veel natte kost gebruykt, als een lepel bevatten kan. 't Huys na haar moeder wederom gekeert hebbende, wort zy met zware stuypen bevangen, en viel vervolgens in een dolligheit, zo dat ze zeven gehele weeken met touwe gebonden en vastgehouden moest worden: in dien gehelen tydt heeft ze niet eens afgang gehadt, maar niet lang daar na zeer veel bloet gebraakt: Derhalven is haar het gebruyk van 't badt, 't welk haar wederom aanbevolen was, verboden. Na 't bloet braken is haar een opstopping van 't water by gekomen, waarom de voornoemde heelmeester negen gehele maanden lang alle dagen door een catheter het water heeft moeten aftappen. Naderhandt heeft zy driftig bloet gelost door de oren, mont, ogen, navel, en borsten; uyt welke laatste zo veel bloets vloeyde, dat het nodig was het uytvloeyende bloet met glaasjes op de tepels gezet te onderscheppen. Maar nu is deze zeer ellendige dogter zo vermagert, en van krachten berooft, dat zy zeer quynende leeft; daar by is gekomen een zeer uytpuylendt gezwel aan 't linker oog, Ja nu legt haar de tong verdraayt in den mont, waar door zy nog gemakkelyk spreken,

[pagina 1065]
[p. 1065]

nog eten kon. Aldus heb ik haar onlangs gelaten. Schoon zy nu van zeer vele rampen, als ik beschreven hebbe, bevryt is, echter houdt de uytstorting van 't bloet door de huyt van 't hooft nog menigmaal aan. Wanneer ik voor enige dagen dit geval aan den Geneesheer Boretius, een naauwkeurig onderzoeker van Ontleet en Kruydtkundige zaken, verhaalde, wierd hy zo begerig om de Zieke met zyn eige ogen te zien, dat hy niet afliet my te verzoeken, om hem by haar te brengen; ik hebbe hem zyn verzoek ingewilligt. Wanneer wy derhalven te zame de Zieke bezochten, begon ze ter rechter tydt aanstonts zoo veel bloet te lossen, dat het in wynig tydts door alle de bekleetzels van 't hooft heen vloeide: nu quelt haar een gestadige schudding en beving van de rechter voet, de tong is als voren verdraayt, en zit tegen het ene gedeelte van de mont vast. Zie daar een menigte vin verschrikkelyke toevallen, welkers gelyk ik niet geheuge ooyt gezien te hebben! my is echter niet onbekent, dat de maanstonden door verschyden wegen dikmaals haren uyttogt gezocht hebben, en ook door de mont, of de bekleetzelen van 't hooft uytgekomen zyn: want zulks is overlang van naauwkeurige waarnemers beschreven; maar ik heb nooit gezien, dat 'er zo vele, byzondere, en zware toevallen in een vrouwmensch voorgekomen zyn.

De Ontlederen zullen hier uyt konnen leren, dat het bloet uyt de uyterste monties der slagaderen, en derzelver uytstekende [pori] togtgaten gegaan is; derhalven is 'er een rechte slagaderlyke weg van 't hart af tot aan de opperhuyt toe: want ik heb met aandagtige ogen gezien, dat het levendige, rode, oprechte slagaderlyke bloet met gewelt zodanig uytgedreven wierdt, dat ik nooyt levendiger bloet ontmoet hebbe; Indien ik dan vaststelle, dat het gemelde bloet door de togtgaten of pypen uyt het lichaam gegaan is, moeten deze pypen buyzen zyn, die met de slagaderen 'tzamenhangen, gevolglyk moeten zy aangemerkt worden als openstaande of gapende monties van de uyterste slagaderen: Ik stelle ook vast, dat door deze in een gezonden staat van 't lichaam ons zweet, en natuurlyke uytwazemingen ontlast worden. Ik zie geenzints dat 'er tot dit werk enige zogenaamde huytklierties of andere bronnen van 't Zweet nodig zyn; de gemelde buyzen of pypen zyn 'er in der daat, maar de andere zyn nog niet aangetoont; ik hebbe aangetoont, dat die, die men in 't gemeen dog valschelyk, voor huytklierties hout, eygentlyk Zenuwtepelties zyn.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken