Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Alle de ontleed- genees- en heelkundige werken (1744)

Informatie terzijde

Titelpagina van Alle de ontleed- genees- en heelkundige werken
Afbeelding van Alle de ontleed- genees- en heelkundige werkenToon afbeelding van titelpagina van Alle de ontleed- genees- en heelkundige werken

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (22.04 MB)

Scans (1253.27 MB)

XML (3.92 MB)

tekstbestand






Vertaler

Ysbrand Gysbert Arlebout



Genre

non-fictie

Subgenre

vertaling
verzameld werk
non-fictie/natuurwetenschappen/geneeskunde


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Alle de ontleed- genees- en heelkundige werken

(1744)–Fredericus Ruysch–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 1253]
[p. 1253]

Het eerste cabinet der dieren,
Van Frederik Ruysch,

Professor van de Anatomie, en Kruyd-kunde, als mede Lid van de Keyzerlyke Academie der Natuur Ontdekkeren.

[pagina 1255]
[p. 1255]

Aan den doorluchtigsten en machtigsten prins en heer, den heer Johannes Wilhelmus, Paltsgraaf aan den Rhyn,

Opperspysdrager en keur prins van 't hylige Roomsche Ryk, hartog van Beyeren, Gulik, Kleef, en Bergen, graaf van Veldenz, Sponheim, Ravensberg en Moers, heere van Ravenstein, enz. enz. enz.

ZEER DOORLVCHTIG EN MACHTIG HEER,

 

't IS altyd voorzichtig vermaant, dat die gene, welke Koningen en Vorsten niet lastig wil zyn, met wynig woorden zich uytdrukken moet. 't Zelfde heb ik my in myne aanspraak tot Uwe Doorluchtigheit, welke onder het lastige en de ooren niet wynig ontroerende gedruys van dezen oorlog zekerlyk wat anders te doen heeft, voorgestelt, gedagtig zynde aan 't zeggen van Ausonius: Niemant heeft met stilzwygen behaagt, maar vele met beknopt te spreken.

My dunkt, dat ik reets zie de Grote, Middelbare, Geringe, zich zorgvuldig en yverig gereet maken, verschynen, en vervoegen om uwe Doorluchtigheit te gemoet te komen, om over uwen geboorten dag geluk te wenschen, en de handen te kussen.

Maar ik, wien nader toe te komen, de handen te kussen, over zoo een langduurige, gelukkige, en vreedtzame regering met den monde geluk te wenschen, en my met de algemene blytschap met anderen te verheugen, de gelegentheit niet toelaat, dit gelukwenschschrift, als van verre toegereikt hebbende, bidde uyt gront van myn hart, dat Godt den Koning der Koningen, den Heer der Heeren, uwe Doorluchtigheidt verlene alle voorspoet, geluk en welvaart; ik wensche, dat uwe Doorluchtigheit langen jaren

[pagina 1256]
[p. 1256]

gelukkig, sterk, bloeyende, mag leven en gezont zyn.

Myne vyf Cabinetten, dewelke by na ontelbare laden vervatten vervult met lichaamtjes, zo van kleine menschelyke schepzeltjes, als beesjes, visjes, bloedeloze gediertens, kruyden, en uytheemschen gewassen, bergstoffen, en andere zaken, hangende in een zeer helder vocht, ofhart gebalsemt, moesten aan nietoegeeigent worden, als aan Uwe Doorluchtigheit.

Want het onderzoek en beschouwing van deze zaken heeft uwe Doorluchtigheit voor enige jaren ten mynen huyze, zo ik 't wel onthouden hebbe, een uytnement genoegen gegeven, en verre boven pragtige gastmalen, en andere lekkerneyen vermaakt.

Door deze reden aangemoedigt zynde heb ik de beschouwing van die zeer aangename dingen, van my, hoedanig die ook zy, beschreven, aan 't oordeel van Uwe Doorluchtigheit onderdaniglyk willen opdragen, verzoekende op 't allerootmoedigste, dat zy zich niet verontwaardige dezelve met goetgunstigheit en vriendelykheit aan te nemen.

Welke wensch zo uwe Doorluchtigheit my deelagtig gemaakt heeft, zal zy my aansporen tot het verhaasten met de verdere vruchten van myn konst, en verzamelingen in 't licht te brengen, indien my de Almogende in 't leven laat.

Dien ik van gantscher harte bidde, dat hy uwe Doorluchtighiet met haar geheel zeer Doorluchtigs Huys, lang gezont beware, met zynen zegen bekrone, en den lof van uwe helthaftige deugden in een altoos durende heerlykheit bloeyende vermeerdere, op dat onder uwe zeer gelukkige regering de Christelyke gerechtigheit, en oeffeningen der Geleertheit onophoudentlyk bloeyen, uw lant onbeschadigt blyve, en boven andere in Godtvruchtigheit, en roemruchtige deugden uytmunte. Ondertusschen tekene ik te zyn

 

Uwes Doorluchtigheits Ootmoedigste Dienaar

 

FREDRIK RUYSCH.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken