Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het huis in de hitte: drie jaar Deli (1933)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het huis in de hitte: drie jaar Deli
Afbeelding van Het huis in de hitte: drie jaar DeliToon afbeelding van titelpagina van Het huis in de hitte: drie jaar Deli

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.70 MB)

Scans (10.11 MB)

XML (0.25 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het huis in de hitte: drie jaar Deli

(1933)–Annie Salomons–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 68]
[p. 68]

XIV.

Is dit huisje werkelijk heelemaal voor ons alleen: de eetkamer met haar gezellige theetafel, de zitkamer met een echten schoorsteenmantel, de slaapkamers met zooveel ledikanten, dat je, net als Sneeuwwitje bij de dwergen, ieder uur in een ander bed zou kunnen kruipen? maar vooral de erker met het verrukkelijk uitzicht op het meer en de strakke bergen er omheen en den wijden, wijden hemel er boven...... Den eersten morgen in alle vroegte roept mijn man al: ‘Wil je de zon zien opgaan? Maar het is bar en bar koud; doe alles aan, wat je hebt’.

Het licht over het meer is nog loodgrijs, maar links is er al glans in de wolken. Over den weg langs ons huis spoeden de menschen zich in groepjes naar den passar. Je kunt wel zien, dat ze het ijzig vinden, want bijna alles gaat op een sukkeldrafje. De vrouwen hebben een koninklijke houding; de mannen dragen wollen selimoet's, in mooie, bestorven kleuren.

‘Kijk, zóó'n doek zou ik wel willen hebben’, zeg ik, dadelijk begeerig, ‘ze loopen er allemaal mee; 't is echt van deze streek’.

‘Dat hoeft je maar één woord aan den boy te kosten, en dan zit hier vanavond zoo'n koopman.’

Maar die arme, arme, bloote ventjes, die in den killen morgen mee moeten! Later, als de zon boven de bergen is gekomen en de zware nevels opdrinkt, alsof ze uitgedorst was, moet het wel lekker zijn om rond te loopen, zooals God je geschapen heeft; maar nu bijt de kou in

[pagina 69]
[p. 69]

hun huid, en ze springen op hun teenen over den weg, alsof de barre grond hun pijn deed.

Welk een aardig, vrijmoedig volk! Zoodra we ons tusschen hun armelijke hutten hebben gewaagd, op hooge palen opgetrokken, waarin een heel geslacht, soms wel zestig menschen, samen wonen, de jongens aan den rechterkant, de meisjes aan den linkerkant, en de getrouwde paren in het midden, - houden ze ons staande met een goedmoedig: ‘Waar kom jullie vandaan?’

Ze zijn zonder uitzondering zeer vuil, hun woningen volkomen verwaarloosd, maar er ligt een opgewektheid over hun wezen, die ons het gevoel geeft, dat zij misschien toch wel innerlijk vrijer zijn, en meer van de levenskunst verstaan, dan wij, die er last van hebben, dat onze huid prikt van de te felle zon, die het als een gemis voelen, dat er geen ijs is om onze dranken te frappeeren, en die met een zekere angst en een intuïtieven kriebel ons afwenden, als we zien, hoe een moeder den zwaren haardos van haar dochtertje in onze buurt zit te vlooien.

Als er nog ergens op de wereld de evenknie van Diogenes-in-de-ton te vinden zou zijn, dan moet het zijn aan het blauwe meer in de Gajolanden, waar de bloeiende bouguinvilles hun kardinaalpaarse bloemen over het water laten hangen, waar de aäronskelken zoo groot zijn als een hand, en de aalscholvers majesteitelijk rondscheren: een oud kereltje, dat, ver van het dorp, in een holte van de rots woont en ons zoo rustig en beleefd ontvangt, alsof hij de gewoonte had, dag aan dag te recipieeren, terwijl hij toch zeker wekenlang geen menschelijk schepsel te zien krijgt; een mager ventje, dat zich met de kleine vischjes van het meer in het leven houdt, die hij bakt op de mat, die hem ook tot slaapplaats dient, en die hij tusschen opstaande bamboestaven heeft uitgespannen.

Hij gaat er niet op uit om een wijs mensch te zoeken; het is hem voldoende zelf een vergenoegd mensch te zijn,

[pagina 70]
[p. 70]

met zijn vogel in een kooitje als eenig gezelschap en den innerlijken ‘vrede des harten’.

Hoe wijd uiteenloopend lijken hier de mogelijkheden van het leven, en hoe krijgt alles ineens weer glans en beteekenis, nu je je gewoon en vrij kunt bewegen, als in Holland; nu je kunt wandelen en warm worden; en kunt gaan zitten en weer opkoelen; nu je roekeloos een paadje ophuppelt, zonder dadelijk buiten adem te raken, en languit onder een denneboom ligt, zonder bang te zijn voor onbekende gevaren.

Want dit is misschien het meest essentieele: dat de spanning van de tropen je hier heeft vrijgelaten; dat je niet meer vreest aan alle kanten belaagd te worden door ziekten, door infecties, door geheimzinnige dieren, door iets ontastbaar schrikwekkends; maar een vlieg een vlieg blijft vinden, op een kakkerlak moedig je hak durft neerplanten, en den boy, die, zóó van het bemesten van den tuin, het eten opdraagt, gemoedelijk een viespoes noemt, zonder je over de hygiënische gevolgen eenigszins te verontrusten.

We eten de kip, die den vorigen dag nog om ons huis liep te kakelen, groente van eigen grond en de tong van een der runderen, die onze heenreis zoo hebben belemmerd. We drinken het water, dat in den mandibak in gesloten flesschen ‘kalt gestellt’ is; en als de waterleiding eens weigert, omdat ons huis nogal hoog ligt, zijn we zelfs bereid zoo maar uit het meer te scheppen, omdat in deze koele, zuivere lucht, alles onschadelijk moet zijn.

's Middags loopen we over de hooge grasvlakte, de blang, terwijl de zon al bijna de kammen der bergen raakt. De kleine paarden worden door de jongens naar hun stal gedreven; in de verte is gejuich van de Inlanders, die voetbal spelen; het groepje Europeanen tennist voor het huis van den assistent-resident.

Als we thuis komen, - de Van Dalenboom, die naast ons erf staat, lijkt dreigend groot en zwart in de sche-

[pagina 71]
[p. 71]

mering - hurkt een kerel zwijgend voor onze deur, die een pak met kains bij zich heeft.

‘Daar heb je het al’, zegt m'n man, ‘je hoeft maar een wensch uit te spreken......’

Hij spreidt de wollen selimoets voor ons uit; ze zijn spiksplinternieuw, met helle kleuren, en ik begrijp niet, waarom ik opeens, in Takéngeun, verder dan ooit van de Hollandsche samenleving, aan dat winkeltje in de Schoolstraat moet denken, waar we, na de gelukkige beëindiging van de ‘groote schoonmaak,’ soliede blauw katoen voor dienstbodenjaponnen gingen koopen......

‘Zoo dichtbij valt 't niet mee’, zeg ik een beetje onzeker, ‘ik denk, dat 't wasschen en 't verschieten - en misschien ook 't niet-wasschen en de viezigheid, pas de de mooie bestorvenheid aan de kleuren geeft...... Die we uit de huizen zagen hangen en die ze droegen, waren véél fijner van tint’.

Mijn man kijkt naar een wit kaartje, dat er aan bengelt en begint te lachen. ‘Van Heek & Co. Enschede. Hulde aan onze nationale industrie!’

We zijn er tijdens ons heele verblijf niet meer van los gekomen; waar we ook heen reden, overal hing zoo'n vlag van Van Heek, met zijn mooie ‘bestorven’ kleuren, te luchten in de zon; overal dook opeens een figuur langs den weg op met zijn schouders in een Van Heek-sprei gedrapeerd; en toen ik onlangs in de courant las, dat er iets broeide in de textielindustrie in Twente, bedacht ik met bezorgdheid, dat de oeconomische machine toch wel erg gecompliceerd in elkaar moet zitten, als de luierende, gezelzende Gajo van die moeilijkheden in Enschede den last en de gevolgen zou ondervinden.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken