Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De bungalow aan het wiel (1970)

Informatie terzijde

Titelpagina van De bungalow aan het wiel
Afbeelding van De bungalow aan het wielToon afbeelding van titelpagina van De bungalow aan het wiel

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.87 MB)

Scans (17.75 MB)

XML (0.32 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De bungalow aan het wiel

(1970)–Mien van 't Sant–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 14]
[p. 14]

2.

Als Dien de Jong zich in het plechtig zwart gehuld heeft - dit keer ook een hoed op haar dik blond haar - bekijkt ze zichzelf kritisch in de spiegel. Er komt een tevreden blik in haar ogen. Al dat zwart, een kleur, die ze altijd verafschuwd had, stond haar helemaal niet slecht. Gek eigenlijk! Meestal moest je die kleur mijden, als je over de vijfenveertig was. Nu! Zij was dan zeker de uitzondering die de regel bevestigde. Haar gezicht had niets van zijn frisheid ingeboet. En ze had nog niet eens haar lippen erg aangezet. Straks, als de begrafenis voorbij zou zijn, als ze weer op de terugweg waren, zou dat het eerste zijn wat ze zou doen. Haast met een liefkozend gebaar drukt ze het zachte bont van de kraag tegen haar wang. Dat bont deed het. Het had het mantelpak wel zoveel duurder gemaakt en van een uitverkoopspakje kon je al helemaal niet spreken, maar het deed het toch goed. Als ze er nu volgende week nog eens zo'n lurex-blouse bij kocht, kon ze het 's zondags naar de kerk ook met een gerust hart dragen. Haar stemming steeg immers altijd door de kleren die ze droeg en waarvan ze wist dat ze haar flatteerden.

Neels familie is zwarter dan zwart. Zwarte kousen, zwarte, lange mantels die onder de hand weer in de mode waren en die tot halverwege de kuit reikten, en hoeden die je zo voor een of andere verkleedpartij zou kunnen gebruiken. Ze moet er inwendig om lachen of ze wil of niet.

Willem de Jong is zelf in zijn trouwpak gehuld. Het zit hem behoorlijk krap en je kunt ook zien dat het hier en daar uitgelegd is. Maar op zijn buik hangt trots de gouden horlogeketting en zijn nog dik, zilvergrijs haar geeft hem meer het uiterlijk van een heer dan van een rasechte boer. Hij heeft de trekken van Bertus, denkt Dien. Alleen... zijn gezicht is veel

[pagina 15]
[p. 15]

minder scherp getekend, heeft daardoor iets innemends gekregen. Al het reizen en de omgang met andere mensen hebben stellig hun invloed ten goede uitgeoefend.

Ze is blij dat Arie met haar meegegaan is. Van Neels familie kent ze ongeveer niemand. Na Diens huwelijk met Bertus was Neel nooit meer naar het dorp aan de Linge afgezakt, verstard als ze was in haar werk en het kleine kringetje van welvarende boerinnen. De enige die daar in de loop der jaren een uitzondering op gemaakt had, was Willem, haar zwager, geweest. Hoe de omgang met mensen van een andere nationaliteit, zijn vele reizen in binnen- en buitenland een mens toch veranderen konden! Hij zag er - misschien nog meer zonder die wat protserige horlogeketting op zijn buik - beslist vlot uit. Zijn zwarte pak detoneerde weliswaar, maar dat werd weer goedgemaakt door het prachtige, grijze haar. Het maakte zijn gezicht eerder jong dan oud. Toch was hij slechts drie jaar jonger dan haar overleden man.

Na de begrafenis, toen de meeste mensen alweer weg waren, hadden ze nog even zitten praten. Arie was in geen velden of wegen te bekennen, zat waarschijnlijk bij de paarden. ‘Je moest nog maar eens naar “Zon rondom” afzakken,’ had ze haast buiten haar wil om gezegd. ‘Je weet natuurlijk van de verbouwing, maar je moet het echt met eigen ogen zien. Een mooi spul, Willem!’ En in één adem erachter: ‘Weet je al wat je met jouw stee doen gaat, nu Neel er niet meer is om die te beheren?’

‘Het zal wel verkopen worden. Ikzelf voel er nu helemaal niet veel meer voor. Voor mijn werk zit ik hier ook niet centraal genoeg. Ik moet maar eens op mijn gemak uitkijken.’

‘Je zult toch altijd de beschikking over een behoorlijk stuk grasland moeten houden. Eer je het weer zo zult hebben als je het nu voor elkaar hebt... dat zal niet meevallen.’

‘Het heeft geen haast,’ zegt hij op zijn bedaarde manier. ‘Ja, dat heb je ervan, als je geen kinderen hebt!’ En naar buiten kijkend: ‘Zeg? Je wilt met die mist vanavond toch niet meer weg, hoop ik? Met het kwartier wordt hij dikker. Ze hebben het voorspeld trouwens.’

‘Het was wel mijn bedoeling, ja. Arie zou rijden. Ik heb het hem beloofd.’

Hij schudt zijn hoofd. ‘Rijdt hij dan beter dan jij?’ En om zijn

[pagina 16]
[p. 16]

vraag te verzachten: ‘Ik bedoel: kan hij in het donker beter uit de weg?’

Ze schudt van nee. ‘Ik heb mistlampen. Ik rijd wel meer in donker. Maar misschien heb je gelijk. Arie rijdt nog maar kort en vanzelfsprekend niet al te vaak. Kunnen we hier blijven overnachten? Dan bel ik even naar Rina dat ze ons niet thuis ziet komen.’

‘Ruimte genoeg! De boel zal boven best in orde zijn. Neel was een voortreffelijke huisvrouw. Ik kan me nog haast niet indenken dat ik haar hier nooit meer zal zien rondscharrelen.’ ‘Ja!’ zegt Dien. ‘Eenzaamheid is erg. Ik kan ervan meepraten. Maar een man kan tenminste gemakkelijker gaan en staan waar hij wil dan een vrouw. Je ziet er nog patent uit, Willem! Niet te geloven dat je ook al naar de zeventig loopt! Toe! Nu ik vanavond hier toch blijf, trek dat zwarte pak dan uit. Alles is nu immers voorbij. Ik zal wel voor het eten zorgen; misschien kun jij met Arie nog even naar de paarden trekken. Je moet hem nog maar eens aanmoedigen wat zijn studie betreft. Hij móet die school aflopen van me. Als jij het ook nog eens benadrukt, helpt dat wellicht nog meer.’

 

Als Dien, naast haar zoon gezeten, de volgende morgen al bijtijds op huis aanrijdt, begint net de zon te schijnen. Ze maakt de kap van de wagen een eindje open. Heerlijk! De zon krijgt alweer kracht. Als je niet beter wist, zou je denken dat het voorjaar er met enkele weken kon zijn. Toch hoopt ze nog steeds op ijs. Het kàn nog en als het daarbij dan zulk mooi weer is, moet ze haar wintersportreis maar schaatsend in eigen land beleven. Het gaat wel goed met Reina, maar ze moet voorlopig blijven liggen en streng zoutloos eten. Nee! Ze moet dit keer maar wat in de buurt blijven. Het zal stellig toch niet zo zijn dat haar dochter volgend jaar om deze tijd weer een baby verwacht.

Hè, ze moet na de nare dag met al die zwarte mensen van gisteren vandaag eens wat anders hebben. Arie heeft een vrind in Utrecht. Nu die aan de universiteit studeert, ziet hij hem niet zo vaak meer.

Ze keert zich naar haar zoon. ‘Luister eens! Wat dacht je ervan, als we even naar Utrecht gingen? Ik heb nog een paar boodschappen en jij zou je vrind kunnen bellen. Weet je wat? In

[pagina 17]
[p. 17]

het eerste het beste ding dat we tegenkomen, drinken we een kop koffie. Je belt hem dan meteen op. Mocht hij niet thuis zijn, dan mag jij de auto hebben. Ik ga wel met de bus naar huis.’

‘Okee! Alleen: in dat geval pik ik wel een bioscoopje.’

‘Dat betaal ik dan. Zullen we afspreken dat we elkaar om halfzes bij de parkeerplaats weer ontmoeten? We hoeven ons dan geen van beiden te haasten.’

 

Dien ademt diep de pittige lucht in. Het is pas halftwee. Ze heeft nog een lange middag voor zich. Druk op straat is het ook niet. De meeste dames zijn aan hun middagslaapje toe of hebben hun werk nog. Juist fijn om op je gemak te winkelen. Bah! Ze moest alleen dat zwarte mantelpak níet aan hebben. Al staat het haar dan beslist goed, met dit stralende weer verlang je naar iets vrolijkers. Als ze ook maar had kunnen vermoeden dat ze ginds zou overnachten, had ze vast en zeker iets fleurigers meegenomen.

De etalages vallen haar tegen. Maar wat wil je in de uitverkooptijd? Ze moeten de oude spullen zo gauw mogelijk spuien; ruimte maken voor het voorjaarsgoed.

Haar oog wordt getroffen door een driekwart suède jas. ‘Iets verschoten!’ staat er op de kaart. Allicht! Wie kiest er nu ook een rood- of blauwgekleurde suède jas?

Ineens is de wens zó sterk in haar er ook een te bezitten, dat ze het gevoel heeft er gewoonweg niet meer buiten te kunnen. Nee! Àls ze zich zo'n duur stuk wil aanschaffen, zal het niet iets uit de uitverkoop zijn. Arie krijgt nu weer zijn nieuwe rijpaard. Mag zijzelf dan ook niet een kledingstuk kopen, dat er behoorlijk inhakt?

Doelbewust loopt ze naar de zaak van Laimböck. Daar hebben ze suède jasjes! Ja, nog meer! Als ze er slaagt - en dat zal ze zeker - kan ze er meteen een paar bijpassende schoenen en een leren tas verschalken. Een leren of suède jasje past of het past niet. Ze moet het straks meteen maar aantrekken. Ze moeten dat zwarte mantelpak en de saaie zwarte schoenen dan maar opsturen.

Ze schiet haast hardop in de lach. Ze ziet zich al lopen. Een driekwart jas en geen rok eronder. Hipper dan hip!

Maar ook voor dat probleem weet Dien de Jong de oplossing al,

[pagina 18]
[p. 18]

als ze recht tegenover de zaak van Laimböck een modezaak ontdekt. Even de straat overwippen om te zien wat daar te koop is.

Ai! Ook niet mis wat de prijzen betreft! Maar wel echt mooie dingen. Kleren die tenslotte passen bij een Laimböck-jas. Kom je over de hond, dan...

Resoluut stapt ze de andere zaak binnen, loopt regelrecht naar de afdeling waar de jasjes hun plaats hebben. De tas en de schoenen komen straks wel aan de beurt. Maar gelukkig dat de zon zo schijnt. Ze moet goed uitkijken dat de kleuren op elkaar afgestemd zijn.

Nog geen tien minuten later heeft ze haar keus al gemaakt. Donkerbruin met leuk stikwerk erop. Feitelijk valt de prijs nog mee. De verkoopster was eerst met een jas komen aandragen die met een soort bont gevoerd was. Stukken duurder en hij maakte haar nog onnodig dik ook. In de wagen had je er alleen maar last van.

Er trekt opnieuw een lachje over haar gezicht. Voor het verschil in prijs kan ze stellig èn schoenen èn tas èn rok kopen. Ja, bijpassende handschoenen moet ze ook nog hebben.

Het staat wel gek, maar toch steekt ze met de jas over de zwarte rok vlug de straat over om in de mooie zaak haar slag te slaan. Tjonge, wat een keus!

En ze wordt er al even prettig geholpen als in de andere zaak. Ook hier heeft ze spoedig haar keus gemaakt. Ze heeft toch maar een goed figuur. Aan de rok hoeft niet dàt veranderd te worden. Ook alweer een voordeel, waarvoor ze meteen haast haar handschoenen kan kopen.

Maar de leren tas hakt er behoorlijk in. Èn de verkoopster èn Dien zelf constateren dat je bij zulke mooie spullen niet met een tas van imitatieleer voor de dag kunt komen. Het is ook een model dat stellig niet gauw uit de mode zal gaan.

‘Mag ik me in de paskamer even omkleden?’ vraagt ze, verlangend om al dat zwart nu maar zo gauw mogelijk van zich af te schudden.

Geen vijf minuten later komt een spiksplinternieuwe Dien de Jong te voorschijn. Ze draait behaagziek voor de grote spiegel om en om. ‘Goed, hè?’ zegt ze, haast met een kinderlijk blije blik in haar ogen. ‘Fijn dat ik zó goed geslaagd ben!’

De verkoopster knikt maar eens, leidt haar dan discreet naar

[pagina 19]
[p. 19]

de kassa. Maar er vertrekt geen spier op Diens gezicht, als ze het niet geringe bedrag neertelt. Ze voelt zich opeens een heel ander mens. Ja, het is of ze maanden van saaiheid en vooral ingetogenheid van zich afgeschud heeft.

‘Het andere stuurt u dan wel op, niet?’ zegt ze wat minder joviaal dan zopas.

‘Dat komt in orde, mevrouw! Vanmiddag nog wordt alles afgezonden. Veel plezier met uw aankopen. U zult er stellig geen spijt van hebben.’

Toch heeft Dien de Jong, als ze in de auto stapt, nog één deceptie te verwerken. Haar bruine uitrusting kleurt niet zo bar goed bij de rode wagen met de zwarte bekleding. Maar ja! Daar is nu eenmaal weinig aan te doen. Och! Ze heeft zich immers toch al voorgenomen hem aan Arie te geven ingeval hij zijn diploma zou halen straks. En ze zit ook nog wel eens op de fiets. Weet je wat? Ze moest maar een hond aanschaffen. Dan werd je wel gedwongen enkele keren per dag te gaan wandelen. Een hond die dan wèl bij haar bruine uitrusting zou passen. Geen herder, maar een rustig beest dat de boel in huis niet zou vernielen, maar toch waaks zou zijn. Vooruit! Weer iets om zich op te verheugen. De nieuwe bedrijfsleider kan haar wel inlichten. Hij heeft vroeger een poos in een kennel gewerkt, zal wel weten welk soort ze het best kan nemen. Ze moet het leven maar puren zolang ze het kan. Dat zag je nu weer met Neel. Zó gezond en zó dood! En nooit echt van het leven genoten. Nee, zijzelf zou wel zorgen dat het anders in zijn werk ging.

 

Geen week later is Dien de Jong opnieuw op pad. Ditmaal naar Ginneken. De bedrijfsleider heeft naar alle kanten geinformeerd. ‘In Ginneken is een kennel, waarvoor ik kan instaan, mevrouw,’ heeft hij gezegd.

‘Welk ras? Ik wil een bruine hond hebben.’

Hij schiet in de lach. ‘Neemt u me niet kwalijk. U doet net of honden alle kleuren van de regenboog kunnen hebben.’

Ze moet ook lachen. ‘Inderdaad! Zwart zou ook kunnen. Of grijs!’

‘De mevrouw die ze fokt, heeft uitsluitend airedale-terriërs. Een rustig soort. U kent ze stellig wel. Mooi bruin met een donkere rug. En - wat u zo graag wilt - erg trouw en niet

[pagina 20]
[p. 20]

zenuwachtig. Maar u moet zelf maar zien. Ik heb er het mijne aan gedaan.’

‘Dank je!’ zegt ze een beetje uit de hoogte. ‘De uiteindelijke beslissing neem ik natuurlijk zelf.’

Het weer is miezerig, lang zo mooi niet als toen ze uit Drenthe terugkwam. Toch heeft ze haar nieuwe uitrusting aangetrokken. Ze móest wel; haar nieuwe hond moet immers in dezelfde tint zijn. Het is haar nog steeds een ergernis dat de auto zo afwijkend van kleur is. Als ze maar dorst, kocht ze nu al een andere. Een, die op alle kleuren afgestemd zou zijn. Toch er nog eens over denken. Ze zou deze per slot van rekening ook kunnen inruilen. Hij was nog niet oud, er was geen enkele ongerechtigheid aan te bekennen. Ook niet weer een coupé. Nu ze van plan was haar nieuwe hond af en toe mee te nemen, mocht de wagen achterin wel wat ruimer zijn. En dan bijvoorbeeld gebroken wit met bruinieren bekleding. Ze ziet het geheel al voor zich. Een beige met bruine wagen, zijzelf in haar suède jas en de nieuwe aanwinst, de hond, bruin met een donkere rug. Een plaatje uit een modetijdschrift!

 

‘Och, wat een schatten! Ik zou ze zo wel alle drie willen nemen.’ Dien de Jong zit gehurkt bij het levenslustige drietal, waaruit ze haar keus zal moeten doen.

De eigenaresse lacht. ‘Drie zou wat te veel van het goede zijn, vrees ik. Twee kan erg leuk zijn, maar je moet er ruimte voor hebben. Heeft u een grote kamer?’

Dien kijkt de ander aan. ‘Ik woon op een boerderij immers. Niet alleen een grote kamer, overal ruimte te over. Maar nee! Ik moet er toch maar geen twee nemen. Welke zoudt u me aanraden?’

‘Wat heeft u het liefst? Een reu of een teef?’

Dien haalt haar schouders op. ‘Hij moet in ieder geval bij mijn jas kleuren,’ zegt ze vlug. ‘Houden ze dezelfde kleur? Dan zou de grootste daar de beste zijn.’

‘Een reu dus? Vrouwtjes zijn over het algemeen rustiger. Trouwer ook! Mag ik vragen? Bent u met velen thuis? Ik bedoel: zal het zo worden dat uw hond veel bazen krijgt?’

‘Feitelijk mij alleen maar. Mijn zoon is veel weg 's avonds. Overdag is hij in de stad op school.’

‘Neemt u dan de kleinste. U hoeft niet bang te zijn dat ze in

[pagina 21]
[p. 21]

haar groei achterblijft. Maar je ziet nu al dat ze het liefste karakter heeft. Onze baby Cora. Ze wordt nog wat donkerder ook. Veel borstelen en u strikt aan het dieet houden. U zult een toegewijd huisdier aan haar hebben.’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken