Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Aya Sofia (1886)

Informatie terzijde

Titelpagina van Aya Sofia
Afbeelding van Aya SofiaToon afbeelding van titelpagina van Aya Sofia

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

ebook (2.88 MB)

XML (0.13 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Aya Sofia

(1886)–H.J.A.M. Schaepman–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 1]
[p. 1]

I. De Puinen.aant.

[pagina 2]
[p. 2]
‘.... Er waren vele beenderen op het veld en zij waren zeer dor ....
en de geest is in hen gevaren en zij leefden ....’
Ezechiel, XXXVII.
[pagina 3]
[p. 3]
 
Daar vaart langs heel de wereld
 
Een woeste doodsorkaan,
 
De scheppingen der menschen
 
Verrijzen en vergaan;
 
 
 
De scheppingen des Heeren
 
Behooren mee den Dood,
 
Want hij alleen is Koning,
 
Zijn macht alleen is groot!
 
 
 
De stormen zijn zijn knechten,
 
De bliksem is hun lans,
 
De vlammen zijn hun zwaarden
 
Met bloedig rooden glans;
 
 
[pagina 4]
[p. 4]
 
De waatren zijn zijn legers
 
Ontembaar in hun vaart,
 
Bij 't dreunen van den donder
 
En 't jammeren der aard;
 
 
 
De zon in al haar glorie
 
Is dienstbaar aan het graf,
 
Zengt van de schoonste bloemen
 
De schoonste knoppen af,
 
 
 
En met haar zilvren stralen
 
Verstijft de zachte maan
 
De kronkelende blaadjes,
 
Die vroolijk opengaan.
 
 
 
De wereldvorsten bouwen
 
Paleizen uit de rots,
 
De maarschalk der verdelging,
 
De Tijd, verbreekt hun trots;
 
 
[pagina 5]
[p. 5]
 
De wondre reuzenkinderen,
 
Die schoonheid en genie
 
In scheppende aandrift stichten
 
En heilge harmonie,
 
 
 
Zij rijzen, en de Heerscher
 
Drukt met zijn zegelring
 
Zijn teeken op hun schedel,
 
Dat heet: Vernietiging,
 
 
 
Vernietiging, de leuze
 
Waarmêe de Tijd ontwaakt,
 
Waarmêe de nacht den morgen
 
Uit hare boeien slaakt.
 
 
 
O Dood, o Wereldkoning,
 
Hoe heerscht gij overal,
 
Hoog in het blauw der heemlen,
 
Diep in der waatren val;
 
 
[pagina 6]
[p. 6]
 
De wereldstroomen kwijnen
 
Verzengend door uw brand,
 
Der Alpen harde koppen
 
Vergruist gij in uw hand,
 
 
 
De zonnesterren storten
 
En sterven in 't azuur,
 
O Dood, gij zijt het leven,
 
't Mysterie der natuur.
 
 
 
Gij strooit door heel de wereld
 
De sporen van uw kracht,
 
De zwarte sombre puinen
 
Verkondigen uw macht,
 
 
 
Zij teekenen uw gangen,
 
Zij merken uw gebied,
 
Maar wat ook moge sterven,
 
Die puinen sterven niet.
 
 
[pagina 7]
[p. 7]
 
Door uwe hand geschapen
 
Toch machtiger dan gij,
 
Trotseeren zij uw woede,
 
Uw wereldheerschappij,
 
 
 
En prediken aan de eeuwen,
 
In der verdelging taal,
 
In nooit te delgen woorden
 
Des levens zegepraal!
 
 
 
O Scheppingen des Doodes,
 
Die alles nederslaat,
 
Hoe gij het leven zingend,
 
Daar voor onze oogen staat,
 
 
 
Gij brengt ons van 't verleden
 
Het woord, dat altijd sterkt:
 
Gedacht, getracht, gebeden,
 
Gestreden en gewerkt.
 
 
[pagina 8]
[p. 8]
 
Zooals uit donkre schaduw
 
De vlinder vaart in 't licht,
 
Zoo stijgt steeds uit uw duister
 
Der ziele lofgedicht.
 
 
 
Langs 't oude wereldkerkhof
 
Vertoont ge u overal,
 
De knekels en de schedels
 
Van eeuwen zonder tal,
 
 
 
Gebleekt door storm en vlagen,
 
Geroost door zonnegloor, -
 
Der menschheid scharen spoeden
 
Zich onverschillig door.
 
 
 
Straks vaart langs al die puinen
 
De geest der poëzie,
 
Weer ord'nen zich de beendren
 
In de oude harmonie,
 
 
[pagina 9]
[p. 9]
 
Weer vlechten spier en zenuw
 
Haar wondre weefsels saâm,
 
Weer speelt door purpren aadren
 
Des levens zwellende aâm,
 
 
 
Weer straalt langs frissche trekken
 
Der jonkheid blijde lach,
 
Weer jubileert in de oogen
 
Het licht van 's Heeren dag.
 
 
 
Zoo rijzen dan de puinen,
 
En in het wondre licht
 
Aanschouwt de stille droomer
 
Ezechiels gezicht,
 
 
 
In breede visioenen,
 
Ontzachlijk, stout en groot,
 
Herleeft geheel 't verleden
 
Verwinnende den dood!

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken