Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De feesten van Josien (1953)

Informatie terzijde

Titelpagina van De feesten van Josien
Afbeelding van De feesten van JosienToon afbeelding van titelpagina van De feesten van Josien

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.51 MB)

Scans (13.34 MB)

ebook (5.08 MB)

XML (0.16 MB)

tekstbestand






Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De feesten van Josien

(1953)–Jeanne van Schaik-Willing–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 9]
[p. 9]

Deel een
Het aapje op de hoge zolder

[pagina 11]
[p. 11]

Het Sinterklaasfeest

Het kleine vijfjarige meisje Josientje woonde met haar vader en moeder in een heel hoog huis, het leek wel een toren. Het lag aan een gracht. Als je bij Josientje zelf op visite kwam moest je eerst vier blauw-grijze treden af naar een groene voordeur. Dan kwam je in een gang, waar het klonk als onder een brug en dan in de huiskamer met de piano, de divan en de schemerlamp. Op die divan zat die vijfde December Josientje dicht tegen haar vader aan, terwijl haar moeder Sinterklaasliedjes speelde op de piano. Haar vader en zij hadden intussen een zacht gesprek samen.

‘Ben ik zoet geweest?’ vroeg Josientje. Haar vader zei: ‘Erg zoet, hoor, wees maar niet bang, Sinterklaas is voor zoete kinderen net zo iets als een erg lieve oom.’

Toen werd er hard gebeld en moeder hield op met

[pagina 12]
[p. 12]

spelen en vader ging open doen. Daar stond Sinterklaas met achter zich Pieterman-knecht. Vader had gelijk gehad, hij leek werkelijk op een heel erg lieve oom, maar indrukwekkend mooi gekleed was hij met een roodfluwelen mantel en met handschoenen, waarop een kruis van goud was geborduurd. Pieterman-knecht had iets van een leuke grappenmaker. Al had hij een zwart gezicht, je zag best, dat je goed met hem lachen kon.

Sinterklaas keek ernstig, opende zijn boek en zocht met zijn gehandschoende vinger langs de bladzijden. Daar stond het: Josien is een zoet meisje geweest.

‘Je moet goed luisteren,’ zei Sinterklaas, ‘Josientje, je bent lief geweest, ik ben tevreden over je en daarom krijg je uit de zak van Piet een chocoladeletter met witte muisjes erop, een hart van suikergoed en een doosje borstplaatjes; maar het huis is hoog en daarom heb ik niet alles van het dak mee naar beneden genomen, maar op elke verdieping zul je iets vinden en vergeet vooral ook niet op de zolder te kijken bij de erker. Zo, zing nu maar mooi je liedjes, dan gaat Sint weer opstappen, want ik moet vanavond nog naar duizend drie en dertig kinderen.

Josientje zong dus: ‘Zie de maan schijnt door de bomen’ en ‘Daar ginds komt de stoomboot’ en toen

[pagina 13]
[p. 13]

verdween de goede man door de galmende gang, door de voordeur naar buiten, maar zwarte Piet trok nog gauw eventjes aan Josientje's mouw, legde zijn vinger op zijn lippen en fluisterde, terwijl Sinterklaas zijn tabberd al een beetje opgesjord hield om de blauwstenen trapjes op te klimmen: ‘Josientje, vergeet ook niet in de donkere hoek te kijken van de zolder, achter de matrassen en het speelgoedpakhuis. Daar is iets, wat ík voor je heb meegebracht van de rots van Gibraltar.’ Weg was hij, achter Sinterklaas aan.

‘Wat zeg je ervan, was het niet een echt lieve man, die Sinterklaas?’ vroeg Josien's moeder. Josientje knikte, maar het was net alsof alles niet echt was, zo anders was alles, deze vreemde avond, met zijn vriendelijke maar toch heel ongewone bezoekers. Die prachtige kleren en de gouden staf en nu op het laatst dat gezegde over de rots van Gibraltar.

‘Wat is dat, Gibraltar?’ vroeg ze.

Haar moeder, die niet verstaan had, wat Pieterman-knecht had gezegd, keek achter haar dochtertje's rug Josien's vader aan. Zou het kind zo moe zijn? Was ze eigenlijk al een beetje aan het dromen? Haar vader zei: ‘Gibraltar, laat es zien, dat is een heel hoge rotskust bij Spanje. Daar heb je geen duinen, daar zijn verschrikkelijk hoge steenmuren,

[pagina 14]
[p. 14]

waartegen de golven aanbeuken. Ze zijn zo hoog en steil, dat een mens er niet tegenop kan klimmen en ze zeggen, dat in de spleten en holen enkel apen wonen. Maar, mijn lieve kleine meisje, nu is het toch geen tijd om aan de apenrotsen van Gibraltar te denken. Als moeder een kop thee heeft ingeschonken en als we een stuk banketletter op hebben, dan zou ik maar eens op de andere verdiepingen gaan kijken naar de verrassingen, die Sinterklaas daar voor je heeft afgegeven.’

‘Dat ik dat toch heb kunnen vergeten,’ dacht Josientje, ‘domoor, dat ik ben,’ en ze propte, eerlijk gezegd een beetje ongemanierd - maar het was teveel feest voor standjes - haar banketletter naar binnen, verslikte zich bijna, dronk gauw haar kopje leeg en holde de deur uit.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken