Het paardje krijgt een naam
Net wou ze de trap op gaan met de beesten onder de armen, toen ze de hele zaak weer neerzette.
‘Ik heb iets vergeten,’ bedacht ze, ‘iets heel belangrijks. Ik heb mijn paardje nog geen naam gegeven.’ Ze ging op de grond zitten en begon te denken. Welke paardenamen kende ze? Bles, Lismore, Marjorie... Zij wist echt niets goeds te verzinnen. Ze werd er akelig van in haar hart.
Toen had ze een geschikte inval: De oude mensjes hadden zo goed kunnen denken als de vogeltjes zongen. Als zij die nu ook eens opwond...?
Dat deed ze en bij het geluid van de stemmen van de groene en blauwe parkietjes kreeg ze een stil gevoel van binnen. Ze werd erg gelukkig, het was heerlijk zo'n beetje te rusten met haar hoofd tegen de fluwelige buik van Jumbo aan, terwijl haar arm om het paardje was heengeslagen.