Tante Lucella
‘Staan er hier geen hoge bomen voor het huis?’ vroeg ze.
‘Jazeker,’ antwoordde Josien.
‘Dat dacht ik al. Ik meende het geruis te horen. Wil iemand dan even het raam open zetten en me voor dit raam brengen?’
Dit gebeurde. Toen ging de oude vrouw rechtop staan, hief de armen opzij en maakte kleine kirgeluidjes, en zie, de duiven, die immers in de bomen voor het huis woonden, fladderden, wat nog nooit gebeurd was, naar binnen en gingen op haar hoofd en schouders en armen zitten en één pikte met zijn snavel aan haar mond.
De kinderen, die het zagen, waren er stil van en de oude oom Rinus kreeg betraande ogen, zo greep het hem aan, terug te zien wat hij als achtjarige jongen voor het eerst beleefd had, de dag, die beslissend