Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De feesten van Josien (1953)

Informatie terzijde

Titelpagina van De feesten van Josien
Afbeelding van De feesten van JosienToon afbeelding van titelpagina van De feesten van Josien

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.51 MB)

Scans (13.34 MB)

ebook (5.08 MB)

XML (0.16 MB)

tekstbestand






Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De feesten van Josien

(1953)–Jeanne van Schaik-Willing–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 165]
[p. 165]

Afscheid van Jojo

Toen Josientje de volgende morgen aan het ontbijt verscheen, brachten haar ouders het gesprek op Jojo. Josien moest een verstandig meisje wezen, zei haar vader en erin toestemmen, dat haar aap voortaan in Artis ging wonen. Daar kon hij op de apenrots een plezierig leven leiden, zonder dat hij in de verleiding kwam om ondeugende streken uit te halen.

Haar vader en haar moeder waren, eerlijk gezegd, verbaasd, dat Josien niet tegenstribbelde maar bedroefd met de zienswijze van haar ouders instemde. Haar vader had een beetje medelijden met zijn dochtertje. ‘Kom jij eens bij je vader,’ zei hij en sloeg zijn arm om haar middel. ‘Kijk mij eens aan, ik weet bijna zeker, dat er spoedig iets heel prettigs gaat gebeuren, zodat je niet lang zult treuren om je kleine aapje. Niet waar, moeder?’

[pagina 166]
[p. 166]

Haar moeder keek haar nu op haar beurt erg geheimzinnig aan, maar toch legde ze de vinger op de mond.

‘Ik geloof wel, dat je gelijk hebt, vader,’ zei ze, ‘maar we moeten toch liever niet meer vertellen, want als niet doorgaat, waar we nu samen aan denken, zou het zo'n grote teleurstelling voor onze Josientje zijn.’

‘En voor ons,’ zei vader.

Op deze manier werd Josien wel erg nieuwsgierig gemaakt, maar veel wijzer werd ze niet. In elk geval was ze wat afgeleid van haar verdriet omdat ze gedurig aan het raden was, waarop haar ouders toch wel konden doelen.

Die middag bestelde Josien's vader een taxi. Voor het laatst riep het meisje haar aapje en samen met haar vader stapte ze in de auto, terwijl ze het diertje op haar schoot hield. Samen reden ze naar Artis en vroegen de directeur te spreken. Deze was eerst niet thuis en later in gesprek, zodat het een hele tijd duurde voor Josien met haar vader en Jojo bij hem werd toegelaten.

‘Aha,’ zei de directeur, ‘ik zie het al, we krijgen een nieuwe bewoner voor de apenrots, wat een lief diertje, hoe heet hij?’

Onderwijl wreef de directeur het diertje over zijn

[pagina 167]
[p. 167]

kop en hij deed dat zo vriendelijk, dat Josien merkte, dat Jojo dadelijk op zijn gemak raakte. Daarna vertelde Josien uitvoerig, hoe ze voor haar pleegkind had gezorgd, welk voedsel hij lekker vond en ze eindigde ermee op te biechten, dat het beestje thuis niet meer te houden was. Bij het verhaal over de pruik van de prinses begon de directeur hartelijk te lachen.

‘Meisje,’ zei hij. ‘Kijk maar niet zo sip, het is voor een aap niet eens leuk alleen te zijn.’

‘Dat begrijp ik best,’ zei Josien, ‘want ik heb ook geen broertjes of zusjes.’

‘Nu, maar voor jouw Jojo staat een heel apenhuis klaar, vol met vrienden en vriendinnen. Jij mag in Artis komen zoveel als je maar wilt, je hoeft niet eens entréegeld te betalen en als je lust hebt om op de oude manier nog eens een poosje met Jojo te spelen, dan vraag je het maar aan oppasser Hamer, die zal je dan direct bij hem brengen. Dan wandel je maar naar hartelust met hem.’

Tegelijk belde de directeur en een bijzonder vriendelijke man kwam binnen. ‘Dit is Jojo,’ zei de directeur, ‘die bij ons komt wonen.’ De oppasser, want dit was het beroep van de vriendelijke man, klakte met zijn tong en tot Josien's verbazing sprong de aap onmiddellijk op zijn schouder.

[pagina 168]
[p. 168]

‘Zie je wel,’ zei Josien's vader, ‘Jojo lacht, hij begrijpt, dat er goed voor hem gezorgd zal worden. Zeg nu maar goededag en maak een afspraak met hem, wanneer je weer naar hem zult komen kijken.’

Hierop drukte Josien haar aapje nog eens hartelijk tegen zich aan en beloofde de volgende vrije middag terug te komen.

Het was gebeurd. Verdrietig en toch ook wel opgelucht verliet Josien met haar vader de kamer van de directeur en daarna de tuin van Artis. Nog nooit had ze zo weinig naar de hokken, waarin de andere beesten woonden, gekeken. Ze zeiden niet veel tegen elkaar, die twee, maar ze hadden allebei gedachten, waardoor ze in beslag genomen werden.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken