Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De feesten van Josien (1953)

Informatie terzijde

Titelpagina van De feesten van Josien
Afbeelding van De feesten van JosienToon afbeelding van titelpagina van De feesten van Josien

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.51 MB)

Scans (13.34 MB)

ebook (5.08 MB)

XML (0.16 MB)

tekstbestand






Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De feesten van Josien

(1953)–Jeanne van Schaik-Willing–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige
[pagina 169]
[p. 169]

De geboorte

Het was Josien te moede alsof haar vader haar iets vertellen wilde, maar er niet goed toe kon komen.

‘U moet niet zo somber zijn, pappie,’ zei het dochtertje, ‘ik zal heus wel flink zijn.’

‘Dat is lief van je gezegd,’ antwoordde haar vader, ‘maar er is iets anders, waar ik aan denk. Hoe zou je het vinden als...’

Juist toen hij het begin van deze zin uitsprak waren ze bij de hoek gekomen van hun eigen straat. Haar vader hield middenin met spreken op, liet Josien los en rende vooruit naar huis, want voor het huis stond een auto, die hij herkende als de wagen van de dokter. Josien liep verbaasd achter hem aan.

Thuis was alles een beetje anders dan zij gewend was. Het leek warmer dan gewoon en er hing een vreemde geur. Terwijl Josien nog bezig was haar mantel uit te trekken, verdween haar vader achter

[pagina 170]
[p. 170]

de slaapkamerdeur van haar ouders. Josien was nog bezig aan de laatste haak van haar jas, toen iemand van achteren de armen om haar heen sloeg en haar een stevige zoen gaf.

Het was juffrouw Truus, de wasvrouw, die er ook al zo vreemd uitzag in een witte gesteven verpleegstersschort. Ze trok Josien mee naar de huiskamer, terwijl zij het verbouwereerde meisje beduidde te zwijgen. En wat stond daar?

Een wieg!

‘Kom eens hier, Josientje,’ zei juffrouw Truus en sloeg de gordijntjes opzij. Toen zag Josien de kleinste baby die ze ooit gezien had, met een klein verfrommeld gezichtje en nog volkomen verse, door nog niets geraakte, iemand van binnen aan het huilen makende oogjes. Op zijn duim zuigen kon hij al, hij maakte kleine smakgeluidjes.

‘Dit is het broertje, dat je vanmiddag gekregen hebt. Gelukkig dat ik thuis was en laat ik nu net voor iemand deze verpleegstersschort gewassen hebben, ik kon zó gaan helpen.’

Onderdehand was Josien's vader zachtjes binnengekomen.

Samen keken ze nu een poos naar het nieuwe kindje.

‘Dit is het nu, wat moeder en ik hoopten, maar

[pagina 171]
[p. 171]


illustratie

waarover moeder nog niet durfde spreken omdat ze bang was, dat dit geluk niet echt waar zou worden. Het broertje, waar je al die jaren zo erg naar hebt verlangd. Ik wist het wel, mijn lieve, oudste dochter. Nu is het er. Gelukkig was juffrouw Truus in de buurt om te helpen tot de zuster komt.’

Josien streelde de wang van het broertje met een voorzichtige vinger, liep geduldig mee met haar vader om haar moeder een kus te brengen, maar dan rukte ze zich los en holde de trappen op, de trap van grijze steen, de trap met de rode loper en de leuning van goud, die met de grijze loper, die van groene cocos en die van ruw hout en de wit glimmende tot

[pagina 172]
[p. 172]

ze eindelijk haar zolder had bereikt. Op de tree voor het raam ging ze zitten, te vervuld van gevoel dan dat ze iets kon denken. Toen begon ze eerst eens lekker uit te huilen, niet uit verdriet, hoor, maar omdat alles zo vreemd was. Het aapje had haar verlaten, maar nu het broertje er was leek het alsof het lang geleden was, dat ze het diertje had weggebracht. Daarna begon ze het speelgoed op te pakken, dat daar nog altijd stond: de olifant, de giraffe, de zeehond, de parkieten. Ze ruimde een plank uit in de kast en legde al die mooie dingen daar behoedzaam op, voor het broertje, als het wat groter was geworden om ermee te spelen. Dan ging ze voor het open raam staan, waar de duiven roekoeden op het nest.

Wat had vader ook weer gezegd? Lieve, oudste dochter. Dat was zij geworden en ze wou echt goed voor het broertje zorgen.

Het leek wel een beetje, dit gevoel, op dat, wat ze ondervond wanneer de juffrouw op school haar een nieuw schrift gaf.

Het oude met de foute letters en inktvlekken en vergissingen en mislukte tekeningen was dan vergeten, maar met het schone papier begon alles helemaal opnieuw. Ze knikte eens naar het Drostemannetje, dat voortaan maar een vriendje voor het

[pagina 173]
[p. 173]

broertje moest worden en ging naar beneden om nu eens op haar gemak de baby te bekijken en te vragen of ze misschien juffrouw Truus mocht helpen. Maar er was geen juffrouw Truus meer, maar een nieuwe verpleegster.

‘Kijk, ben jij nu de oudste dochter?’ vroeg deze zuster. ‘Dat is mooi, dan kun jij me helpen door te zeggen, waar alles ligt.’

En toen hoorde ze haar broertje voor het eerst huilen.


Vorige

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken