Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De andere namen (1974)

Informatie terzijde

Titelpagina van De andere namen
Afbeelding van De andere namenToon afbeelding van titelpagina van De andere namen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.07 MB)

Scans (102.25 MB)

ebook (3.12 MB)

XML (0.36 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De andere namen

(1974)–Bert Schierbeek–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 145]
[p. 145]

[XVI]

 
er groeide geen plant meer
 
er lagen ontwrichte hopen steen
 
en een welsprekend fossiel
 
een bed voor niet aanwezige mensen
 
er waren geen graven meer
 
muziek zo ook ik klonk
 
ik ontving een brief
 
een nieuw gezantschap geopend
 
de vrouw van een vriend krijgt een kind
 
de geest ademt zacht over het vruchtwater
 
in de steen kraakt groei
 
een rots wentelt zich aan de horizon tot strandzand
 
het zand komt naderbij met stofbrillen
 
olie legt zich op het water
 
een reddingsboei daalt neer in een vogel
 
eeuwige vrede zij u lieden
 
wees niet bekommerd
 
de boei legt zich als huis ter aarde
 
de aarde staat stil in zich zelf
 
het huis opent een raam
 
het raam zegt het woord na
 
in het woord woont het kind
 
het kind zegt ja
 
dit is weer een begin
 
het begin gaat door en doet het raam dicht
 
het kind wiegt in het woord
 
de vrouw van mijn vriend slaapt voor de open mond van het kind
 
mijn vriend staat voor het raam
 
het raam zwijgt
 
de toekomsten wisselen in de wind van gestalte
 
de wind wordt wolk en slaat om de rotsen
 
het regent
 
de moeder ontwaakt opent haar borst en voedt het kind
 
voor het eerst zegt mijn vriend
 
ik eet uit een automaat een broodje en steek daarna een cigaret op
 
de rook staat neon tegen de muur
 
drie dromen gaan voorbij in een claxon
[pagina 146]
[p. 146]
 
dit is de Leidse straat
 
dit de Avenida de Liberdade
 
en dit de Plaza de Colon
 
en hier de Mariahoek 2 in Utrecht
 
en Mezz Mezzrow is in Parijs en streelt Panassier
 
en beide vloeken op bebop
 
beiden zijn jong geweest
 
er is een ontmoeting gemist
 
mijn vrienden zijn elders ook uit of weer thuis
 
zij schrijven niet
 
Eulan en Jan zijn in Londen
 
Jan bakt daar taarten
 
Eulan leest in haar oerwoud
 
waar zij ontstond
 
de weg terug ging
 
en intellligent
 
zo mooi aan de hemel
 
op een stoel in een park
 
zij sprak wonderlijke getallen uit over mij
 
Jan zweeg en bakte een ornament
 
You can live everywhere but never at the place where you are zei hij
 
ik vertelde iets over een gans met een rood jakje
 
ik dacht ik schrijf altijd hetzelfde en niet in zand
 
mijn vriend stond nu voor het raam en hield het gevoede kind
 
dat niet kijken kon
 
het ziet nog niet zei de moeder van het kind de vrouw van mijn vriend
 
na drie weken staat er zon op de horizon
 
na drie weken in Londen heb ik als bakker veel geld verdiend zei Jan
 
Eulan knikte
 
na drie weken vacantie zei een man die voorbij ging ben ik terug
 
de vrouw knikte de vrouw die naast hem liep
 
dat is lang zei zij zacht
 
na drie weken vond men het lijk van de zoon stond in de krant
 
hij wilde iemand redden zijn vader die te water raakte
 
dat was in Lyon
 
na drie weken wat er leeft en sterft en heroïsch van het ik is
 
na drie weken ontwikkeling uit wat is
[pagina 147]
[p. 147]
 
in de lijn der niet te lezen artikelen is de wil afhankelijk van het mooie dier dat hij is in geschrift en afbeelding uit de opgestapelde voorwaarden en de overeeuwse vermoedens van omschrijvende gissingen binnen het automatische schrift der tijden waarin niets verloren gaat en het deel tegen tegendeel woont onder strakke koepels heldere uitvoerbaarverklaringen zonder dat de verzoekschriften duidelijk waren omschreven houdende wat ligt binnen de voorwaarden der artikelen
 
het wetboek der tijd is moeilijk te lezen
 
soms spreken de aardlagen wel maar de druk is moeilijk te meten
 
en wat er aan mineralen te voorschijn komt wordt verbruikt
 
de aanvulling wordt meestal verzwegen
 
er is een moraal verscheidene voor op de aarde
 
voor binnen-in geldt geen
 
de belanghebbende partijen applaudiseren voor het mooie dier
 
deurwaarders gaan rond met de dwangbevelen
 
sierlijke handtekeningen spelen roulette op blank papier
 
mijn vriend legt het kind te slapen
 
erfgooiers staan langs de kant te kijken en houden de collectieve wacht wakker van geslacht op geslacht dat geweten de naam draagt en met de zwepen der ootmoed geploegd en tot valse gebeden gedwongen via burgerlijke rechtsvorderingen om gehecht te worden
 
de erkenningen liggen te wachten
 
het mooie dier tekent filmische waanbeelden op de huid van het kind
 
het kind kan nog niet lezen
 
bloedverwanten leggen de lopers uit en vieren feest
 
de oudste zit in een trein en komt nader over een lange weg
 
zij is oud
 
zij is bij het kind
 
zij leest zacht voor zich heen wilsbeschikkingen
 
zij schrijft morsetekens tegen het raam
 
geen buitensporig verzoek
 
uit de kracht van wat geboren is
 
zij zet een schutting vol heelmeesters om het huis dat zij nadert
 
zij kent de vrouw in de vrouw die baarde
 
er is geen raadsel zonder woorden
 
de zoon krijgt een zoen voor het raam
 
het kind wordt bekeken
[pagina 148]
[p. 148]
 
een goed kind zegt de oude vrouw ook zes pond net als jij
 
over de wereldzeeën varen lijnboten heen en weer en zetten tekens uit
 
over de boten vliegen lijntoestellen en laten de tekens neer
 
er wordt gecorrespondeerd
 
in het kind gaat het mooie dier langzaam wonen met licht binnen drie weken
 
de ogen gaan open binnen de voorwaarden
 
de moederhaven lacht vol gouden hoorns
 
ik zit in een bioscoop en zie het wereldnieuws
 
van hogerhand wordt een schip te water gelaten
 
het electron ontbolsterd tot de pit
 
er wordt een revolutie gevierd in Zuid-Amerika
 
de Paaseilanden hebben zich onzijdig verklaard
 
zij voelen zich te water
 
er ontstaan grote vermoeidheden binnen het materiaal die zich onzichtbaar ophopen tot de scheiding der delen in kristallen begint plotseling voor menselijke waarneming zonder overgang en alles breekt speciaal onder grote druk en temperatuurswisselingen waaraan het voortdurend bloot staat ontstaat deze kankerlijn der afbraak die eens een raadsel was binnen het ongeluk maar nu gemeten wordt na de proeven en tot nieuwe hypothesen mag leiden van het verbruik en gebruik eveneens binnen het menselijk lichaam waarin het zelfde raadsel woont sinds de stof het leven herkreeg en zijn eigen dood kan bouwen zo ook in de levende mens binnen voortdurende druk op zelfde delen en overgebruik van zelfde organen
 
ik zag het nieuws en ik zag de wereld waarin geboord werd en die vertrapt werd en ik zag uit deze wereld een kolom van wraak en weerstand opstaan en ik dacht dit is de kanker der aarde eens een vulkaan maar hier veranderd van gedaante tot gapende mond van verslinden van al wat mij bewoont deze aarde dit lichaam van mij dat de bek spert en het vuil zal vreten dit deze mijn mond hoorde ik schreeuwen door het nieuws van menselijk doen
 
hierna komt de hoofdfilm vol fraaie voiles in technicolor
 
alle toeschouwers zoeken een uur lang een uit
 
de wereld heeft gestalte gekregen in een dagdroom zei mij een man
 
men zou kunnen rijden op de rug van het Zijn dacht ik
 
de nachtdroom wil haar vernietigen vervolgde de man
 
de dagdroom dacht ik is een mooi uurwerk in de tijd en de tijd staat te lachen
 
en wordt psychiater
[pagina 149]
[p. 149]
 
zoeken naar wat er in de mens omgaat
 
in de jungle van de geest
 
in het gedierte van het lichamelijk oerwoud
 
wij zoeken naar alle mogelijkheden binnen de stof zei de man
 
wij hebben tegenover de stof een goed geweten dacht ik
 
nu bestaat de stof niet meer zei de man verder zij is
 
energie dwz ziel
 
men dacht haar zonder ziel dacht ik
 
nu moet de mens nog met een goed geweten tegenover zich zelf komen te
 
staan tegenover alles wat in hem werkt en woont en gestalte kan krijgen
 
en men zou kunnen paardrijden op de rug van het Zijn dacht ik
 
ik spreek uit dat er geen oordeel mogelijk is
 
ik spreek uit dat de mens zonder oordeel niet kan
 
maar er staat geschreven in heilige boeken: de mens zal zich geen gesneden
 
beeld van de godheid vormen
 
de mens heeft nog niet anders gedaan
 
de mens heeft geleefd tot nu toe bij amputaties
 
bij besnijdenissen
 
die heilig heetten
 
het uitsnijden der mogelijkheden
 
ik erken deel en tegendeel
 
er is bij dit weten geen gesneden beeld te maken
 
 
 
en ik denk aan de geamputeerde eenheden op aarde die daar zijn over de werelddelen en zich hebben in hinderlaag gelegd in koude poolnachten in grotten van ijs of binnen de vochtige dekens der tropische wouden in veel woekering en tegen de stenen van verschimmelde tempels in Malakka en Birma met de amputeermessen in de hand en een geheel China voor ogen en verdedigd dit alles tegen de blanke man die deed wat hij overal deed en leefde uit de opengebroken havens zonder een hart in het achterland en nu zijn de aarden mannen opgestaan en hebben zich een leider gekozen in China en heel Azie en niemand heeft een gesneden beeld voor ogen behalve waartegen vermoeide krijgers het hoofd laten rusten omdat de steen der eeuwen koel is maar het hoofd weet niet en het hart gelooft niet in de kracht van beschimmelde steen en bemoste goden missen alle overredingskracht van gefilterde radio of televisiegebaar
[pagina 150]
[p. 150]
 
door alle windstreken heen wordt de kaart veranderd
 
en waar de aarde haar eeuwige geheimen prijsgeeft daar staan de mensen elkaar te verbranden
 
een heilige oorlog
 
de offerblokken hoog opgericht aan alle horizonnen
 
het einder van ieder mens wordt geslacht
 
er staan mystieke rookzuilen tegen de hemel
 
de ladders waarop men binnen treedt
 
en wat het hoofd van Jacob droomde tegen de steen
 
men moet een fijn oor in het ingewand hebben
 
zeker er worden kinderen vermoord
 
en planters aan palen gebonden en de keel afgesneden
 
en Jacob droomde tegen de steen een ladder omhoog tot in de hemel
 
een goedemans diagram
 
Jacob had ook wel eens een broeder bedrogen
 
er leggen zich vreemde vaandels uit door het oog van alle mensen
 
de wond staat in het zicht
 
vanwege de onmogelijkheden die opdoemen
 
en Balzac heeft zijn leven lang gewacht door alle vrouwen heen op zijn geliefde
 
toen zij kwam was hij bijna dood
 
de mens wordt in zijn dromen amorf en treedt uit zijn vorm van dagelijks oog en zet een beeld om zich heen waarin hij de versierselen aanvaardt uit de onwezenlijke hand van hetgeen om hem heen bewegingen in hem doet tot over de huid en het raam geopend staat hij te turen over de rivieren waarin de schepen episcopenlicht dragen en het gezang der Sirenen een toverkleur geven omdat geluid alleen niet een maat voor alles is wanneer de ogen door het donker roeien en wel de keizers van oudsher zien zoals ik triomphbogen van Hadrianus zag midden op de weg in Spanje waar hij eens woonde een hoge residentie
 
de mozaïken staan niet stil der historie
 
wij hebben ze wel uitgelegd in musea
 
en in modern cement gegoten
 
wij hebben ook de middernachtzon uitgemeten en de rotaties stilgezet binnen kleurenphotos en duizenden ambtenaren belast met de opsporing der beweegredenen waarin opgenomen de aberraties van het menselijk oog vol overgangsbepalingen en het jachtrecht uitvoerend
 
zeker zij doen dat overal ter wereld
[pagina 151]
[p. 151]
 
de orkanen leven onderhuids op en zetten dichte mist om ons heen als natuurlijke gifgassen en wij vinden steeds nieuwe maskers uit en het woord dient als zeef
 
geheel moraliter
 
maar het oordeel staat machteloos in alles
 
want iedereen heeft gelijk voor zich zelf en ongelijk voor de ander dit zjjn de maten die niet meer meten en zich eindeloos door de schatting bewegen en mooie bouwwerken oprichten of kinderen in militaire pakken steken om hen het schieten te leren of de kranten vol leugens zetten en mooie photo's van heel mooie vrouwen van filmsterren en zo bittere rijst op de iris van het zijn plaatsen en mannen en vrouwen uit de slaap houden nog meer dan een oorlog en plannen gaan zich zelf uitdenken en voltooien tot ieders verrassing die dacht dat hij gevonden had omdat het besef van niets staat stil en zo oud als de wereld maar ieder mens weer geleerd moet worden binnen de wonderlijke bewegingen in zijn eigen figuurlijke wereld
 
zo lees ik dat ieder nu het uur van zijn dood kan bepalen
 
en dat Sylvie Paul in Parijs de eigenares van haar hotel heeft vermoord
 
en dat een bekende tragédienne door haar geliefde vergiftigd is
 
en ik lees ook de brief die de Ofri mij eeuwige rivier mij schrijft
 
in het hoekige schrift van gevoel langs de bakens van haar ogen
 
getekend in rood op wit papier
 
dat zij van mij houdt
 
dat ik altijd door haar stroom
 
ik zit nu aan de Taag en herken vele beelden en zie kinderen aan vreemde tafels eten waarin zij verhalen zien wat gezegd moet worden uit het raadsel der verhoudingen van de vader en de moeder en toch zo schreef mij de rivier waarin ik zwem en ook de Taag het land uit
 
krijgen zij wel wat zij nodig hebben
 
iedere dag een warm hart op hun bord
 
het is een faience van grotere en kleinere drama's
 
men glazuurt en schildert en zet alles in de oven en het vuur gaat zijn gang met de kleur
 
als ik niet alles zag dat het mogelijk was en meer Moor was en sterk in het zwaard stond om te geloven in de kracht van de hand der executies dan zou alles anders lopen in de détails
 
maar ik hoorde zingen in een donkere straat van Lissabon de Rua de Miseri-
[pagina 152]
[p. 152]
 
cordia waar de avond duister staat in de keel van een vrouw
 
tudo isto existe
 
tudo isto é triste
 
tudo isto é fado
 
een nieuwe mythologie oprichten
 
een nieuwe mythe leven in de aderen der anderen
 
dit is het valse oog
 
de haven stond open in het zwarte silhouet van een schip
 
het vertrok met heiligen aan boord
 
het schip heette Columbus
 
de Amazone rivier wentelde zich onrustig in de loop van haar slaap
 
enkele culturen gaven bloed op en zeiden vrome gebeden
 
de kruisen werden overgebracht
 
de maskers opgezet en oorlogsgezichten geverfd
 
de paal taboe stond in het midden
 
zie deze vrouw die mij schreef en zo juist de woorden spelde in mijn hart is een vrouw die uit zich zelf nauwelijks stroomt maar in zich een vreemde draaikolk van tortuur gaande houdt om niet uit te hoeven naar de slagvelden wèl voortdurend bouwt aan haar knieval voor het fraai geornamenteerde altaar waarin het woord onder bloed ligt en microscopisch bekeken een kleine kosmos weggeeft ook in haar waarin ik het landschap mijzelf heb gesticht een goed dat eeuwig is en haar muren zal geven omdat er enkele bergen in liggen van hard steen
 
nee niet samenwonen zei de vrouw
 
ik krijg van die liefde weinig fluisterde de man tegen het donkere gat in zijn hoofd
 
daarin groeien exotische bloemen nu zei zij en streelde de kelk
 
mooie papaverparfumerieën
 
en een afstandmeter voor warmtegraden
 
binnen de generaalssleutel die de deur naar de mayastenen opent
 
waarin ook Theophrastus Bombastus Paracelsus van Hohenheim woonde de martyr en charlatan met de jaarmarktsvoeten de weldoener der mensheid binnen de duistere schriften van zijn pantheistische boeken der genezing zoals de zwam op de boom des levens groeit
 
niet zo samenwonen fluisterde vrouw
 
de een ten koste van de ander een duister gat in zijn hoofd
 
met mooie voorstellingen zei de vrouw
[pagina 153]
[p. 153]
 
diepe binnenoor vegetaties die astroloog van de hersenschors worden
 
o grote rivier verlaat mij nooit bad de man
 
ik ben de tendens der eeuwen
 
de dubbele zin van alles wat vergeten werd in de historie
 
en ook wat Hernando de Cortez na 1519 verwoestte in Mexico
 
de hoofdstad Tenochtitlan op palen gebouwd midden in zee
 
men at daar toen reeds chocolati als pudding
 
deze Azteken hadden rekenkundige zin en het grondtal 20
 
je was twintig o grote rivier toen ik voor het eerst je wateren proefde
 
zij geloofden in machtsverheffing en hebben de nul uitgevonden
 
twintig is een mooie leeftijd zeggen de handlezers
 
met vloeibare Ambra ben je vermengd, liefste
 
en herinneringen aan de jeugd
 
de bouwakker der aarde vol beweeggronden
 
waarop ik loop nu nog met een groot oor geopend naar binnen en mij uitzettend tegen alle wanden der mensen om mij heen die ook in mij gaan en zonder genade gaan roeien in plompe boten om een riem geluk te vinden maar mijn oor hoort jou en wat er gaande is ook vlak onder je huid die mij zo maya is en georganiseerd tot een prachtig benen mes waarmee de priesters het hart uitsnijden en eerbiedig plaatsen
 
aan de voet van de godheid
 
een huis vol goud vroeg Pizarro
 
ik heb mijn hart binnen de stroom gelegd van wat is ook jij
 
ik weet dat in de mens niets kan sterven dat geest geworden is ken ik
 
ook jij
 
Raffael heeft eens gezegd, liefste: Om een mooie vrouw te schilderen moet ik vele vrouwen voor ogen hebben en daar het mij aan modellen ontbreekt schilder ik uit de fantasie
 
Raffael heeft mooie vrouwen gemaakt
 
de grootste gemene deler van het schoonste
 
wat is het allerschoonste?
 
ook jij o Ofri
 
vrij van iedere bijdaad?
 
zonder psychose als een nachtegaal met muziek in de maan?
 
ik bedoel gewoon een stille nacht
 
maar ik ken de afwijking der lijnen in lippen en mond
 
gezien het geheel
[pagina 154]
[p. 154]
 
ik ken wat het unicum maakt buiten de regel
 
ik ken het monster dat staat met een mes van zijde
 
ik ken de uitspraken binnen het bloed
 
ik ken de mengtoestanden van vraag en antwoord
 
ik weet waarom de schurk Pizarro Atahuallpa doodde
 
niet het huis vol goud
 
Atahuallpa was een moederland vol ogen
 
Atahuallpa moest dood het ogen licht zag alles en had verbinding met Pizarro die een te nauw hoofd had en geen goud en de adem afgesneden
 
werd
 
een telepathisch drama
 
een dynamische lettermuziek zonder einde moet ik schrijven in de grote rivier die mij bestroomt en oost tot west en hoog tot laag maakt en geen indifferentie meer kent
 
ik ben een exorcisme en een katharsis
 
geen bespreking
 
maar een libido vol orakel en geheimtoestanden
 
een verborgenheid vol openbaringen van wat gaande is
 
het kerncomplex van alle neurosen
 
de droomuitlegger aan de golfslag der duisternis
 
een mooie zee vol fosfor
 
en het hart op de tong van een ander
 
een bewustloze slapende voorstelling van Leibnitz
 
een onderreële materie
 
een boven reële ziel
 
een edel gas


illustratie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken