Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Christelijke religie (1949)

Informatie terzijde

Titelpagina van Christelijke religie
Afbeelding van Christelijke religieToon afbeelding van titelpagina van Christelijke religie

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.07 MB)

ebook (2.94 MB)

XML (0.47 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/theologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Christelijke religie

(1949)–K. Schilder–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Artikel 25.
De abrogatione legis ceremonialia et de convenientia Veteris et Novi Testamenti.

Ut nobis illarum veritas et substantia in Iesu Christo maneat.

Het woord veritas in dit verband herinnert ons aan het contact van (destijds) candidaat H.J. Schilder met de commissie-Grosheide. Hem werd verweten, dat hij in strijd kwam met de Confessie, waarbij verwezen werd naar art. 35 N.G.B.: De ongelovige ontvangt niet de veritas van het Sacrament. Dus, zei men, hij ontvangt niet een waar Sacrament! Er staat echter vlak bij: Hij ontvangt het Sacrament.

In Joh. 4:24 staat: God is pneuma, en die Hem aanbidden, moeten Hem aanbidden in pneuma en alètheia (=veritas). Wat betekent dat? Pneuma staat hier tegenover sarx en alètheia tegenover schijn of beeld. Onder Israël had men allemaal sarx, maar geen pneuma. Vroeger was er een tempel, die was sarx, nu is er een geestelijke tempel. Vroeger de offeranden van stieren en bokken, nu de offerande van het hart. En aanbidden in geest staat nu tegenover aanbidden in sarx, en bidden in alètheia tegenover bidden in beelden en schaduwen; alètheia is de werkelijkheid, de zaak, waarom het gaat. De dingen, die vroeger afgebeeld waren in tekenen, krijgt men nu in hun realiteit voor zich. En de veritas van het Sacrament is dus de werkelijkheid van het Sacrament. Het Sacrament beeldt af en de veritas, de afgebeelde zaak, is Christus.

Bij de Doop is de handeling van afbeeldend karakter, dat men gewassen wordt, echt gewassen. Maar de zaak is: de zonden worden afgewassen; men krijgt deel aan Christus. Dat krijgt de ongelovige niet. Maar evenals een portret goed blijft, ook al is de afgebeelde man dood, hoewel die man toch de veritas van het portret is, zo is de Doop altijd echt en goed, maar de veritas is er niet altijd.

Zo spreekt ook dit artikel van veritas en substantia van het Oude Testament, en dat is Christus. Eerst waren er slechts figuren, nu krijgen we de substantie, dat wat vast is, wat het wezen is, waar wat in zit.

Veritas= zaak, waar het over loopt.

Substantia = inhoud, waar het om gaat.

In dit artikel krijgen we ook te maken met de ‘tegenstelling’ tussen Wet

[pagina 48]
[p. 48]

en Evangelie: Het Oude en het Nieuwe Testament. Dus wordt hier de relatie tussen Oude en Nieuwe Testament aangepakt. Dat er voor zo'n onderwerp plaats is in de Confessie, is volkomen duidelijk. Want men maakte van die verhouding vaak een volkomen tegenstelling (de Gnostici).

Coccejus betoogd: Tussen Oude en Nieuwe Testament is er deze tegenstelling: Het Oude Testament betekent, dat God de zonden niet vergeeft, maar alleen een beetje door de vingers ziet. In het Oude Testament parhesis, in het Nieuwe aphesis (cf. art. 20).

Wij wijzen die valse tegenstelling af en zeggen: De veritas en de substantia zijn in beide Testamenten gelijk. Ook in het Oude Testament was de veritas en de substantia van de ceremoniën Jezus Christus.

Schaduw doelt op een zaak, type op een persoon. Hier wordt gesproken van figuren en ceremoniën. Figuren zijn hier niet personen, maar afbeeldingen. Het woord ceremoniën (misschien afgeleid van Ceres) geeft aan de plechtigheden, die ook de heidenen kenden en die uitwendig wel wat leken op die bij Israël, al waren ze bij de heidenen vaak zeer uitbundig. Het merkwaardige is, dat hoe meer het Woord op de achtergrond komt, des te meer de ceremoniën naar voren komen.

Denk in dit verband maar aan de Roomse Kerk. Daarom: Houd het ‘liturgische streven’ in de gaten! Zo'n beetje poespas gaat er altijd in. Waarom? Omdat een gebaar een makkelijk ding is; daar kan iedereen 't mee vinden, maar het Woord maakt tegenstellingen!

Het dogma wil men weghebben. Zo' n liturgisch gedoe is een heel sterk streven om een eenheidskerk te krijgen. En dan komt verarming en straks prijsgeven van het dogma. Denk aan de Buchmann-beweging met de ‘stille tijd’. Israël stond juist met zijn religie op een lagere trap, omdat de veritas er wel was, maar nog niet te zien was.

De tegenstelling tussen Oud en Nieuw Verbond is aldus: Het ene heeft weinig Woord en veel ceremoniën; het andere veel Woord en weinig ceremoniën.

Is er dus een tegenstelling? Ja! Ook man en vrouw vormen een tegenstelling. Het is maar weer de vraag: Hoe vat men dat op? A en niet-A, is dat een tegenstelling? Neen, ik en een asbakje zijn geen tegenstelling. A en anti-A echter wel. Christus en de antichrist vormen een tegenstelling, hoewel de antichrist ook weer geen volmaakt tegenbeeld van Christus is. Wat een zuivere tegenstelling is, is dus moeilijk te zeggen, tenminste op logische wijze moeilijk te zeggen. In de volksmond vat men een tegenstelling vaak op in vijandelijke zin (anti). Dan is er een contraire tegenstelling. Maarzo is het hier niet. De tegenstelling van Oude en Nieuwe Testament is die van abscuur en licht; en obscuur is dan niet donker, maar: minder licht. Er kon hier geen sprake zijn van een absolute tegenstelling, omdat Christus van beide is de veritas en de substantia, maar wel van een relatieve tegenstelling. Vandaag hebben we nog ceremoniën: Doop en Avondmaal. Maar het aantal is kleiner geworden. In de Hemel is waarschijnlijk alles res, werkelijkheid (al zal daar nog wel beeldende kunst kunnen zijn, omdat de mens heerschappij blijft voeren over de stof).

Het Oude Testament had afbeelding, vandaag hebben we die nog, maar nu is het gehoor des Woords veel rijker geworden. In de tempel was het altaar centraal en kwam het preekstoeltje helemaal achteraan. Maar in de Kerk van vandaag is de preekstoel centraal.

Wat betekent het ‘afdoen’ van de ceremoniële wetten?

Er zijn in dit verband twee woorden: abrogare=afschaffen, en antiquare= als verouderd behandelen. Zo is de Kerk nooit afgeschaft; maar als Christus sterft, sterft Hij volgens de eisen van het werkverbond; al is nu ook het werkverbond qua talis nooit afgeschaft, toch is het wel geäntiqueerd.

De ceremoniën zijn geäbrogeerd, maar het werkverbond niet, want de veritas

[pagina 49]
[p. 49]

de substantie ervan bestaat nog.

Daarom mag men de usus van ceremoniën en figuren niet meer toelaten. Paulus noemt het nog naleven ervan in de Galatenbrief een heel sterke ketterij: Is Christus dan tevergeefs gekruisigd? Want de figuren zijn afgeschaft, maar de veritas is gebleven. Maar daarom is het nog niet goed, om het Oude Testament af te schaffen! Wij protesteren tegen de pogingen, om het Oude Testament dicht te laten, tegen de Antinomisten, die zeggen: We hebben er niets meer mee te maken. Het Oude Testament mag niet dicht blijven, want we halen er uit testimonia. Men mag preken over de oiviele en ceremoniële wetten, mits in Nieuwtestamentisch licht. Dat wil hiet zeggen echter, dat we die wetten vandaag moeten toepassen. Aan Israël is gegeven een bepaalde nationale en maatschappelijke vorm. Die is bij ons anders. De grondgedachten evenwel moeten wel gehandhaafd worden. En ook de profeten, ja, het gehele Oude Testament dient ten volle gehandhaafd te worden. Want als Paulus zegt, dat de mesotoichion, de middenmuur, is afgebroken, dan wil dat zeggen, dat wij niet gescheiden zijn van de Joden als Israëlieten, maar alleen wel van de Israëlieten, die Joden werden. Want wij zijn vandaag nog Israëlieten, kinderen Abrahams, maar de bondsbrekers onder de Joden zijn dat niet; hoogstens zijn ze het nog naar het vlees.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken