Een woord vooraf.
De eerste vergadering, die de vrijgemaakte kerken in het Noorden van ons land konden beleggen, verzocht mij een eenvoudige brochure te schrijven ter weerlegging van de door dr. J. Ridderbos in een geschrift ‘KERKSCHEURING’ gegeven dusgenaamde ‘voorlichting der gemeenteleden’ aangaande wat hij noemt ‘de crisis in onze kerken’.
In de volgende bladzijden tracht ik - dr. Ridderbos' betoog op den voet volgende - aan dat verzoek te voldoen. Mijn bibliotheek staat me daarbij niet ten dienste; de daaraan te wijten schade zij verontschuldigd.
Dr. Ridderbos zegt van zijn brochure: ‘Natuurlijk is voor den inhoud alleen de schrijver verantwoordelijk’. Dat begrepen we. Wat niet ieder begrijpt is dit, dat de beide laatste ‘synodes’, waaronder het instituut van ‘De Gereformeerde Kerken in Nederland’ gebukt gaat, haar ‘kracht’ al zoo vaak hebben gezocht in mondelinge ‘toelichtingen’, of in gedrukte publicaties van particulieren of semi-particulieren inhoud (al of niet onderteekend door haar moderamina), welke dan in de plaats van officiëele rapporten en Acta met bijlagen komen, en waarmee zij - als waren zij permanente besturen - haar eigen bestaan naar believen rekken, zich van besluit tot revisie van het besluit voortsleepen, den draad van haar gelegenheidspropaganda naar de behoefte van het oogenblik voor zichzelve weven, en aldus, zoonoodig, achter het niet officiëel karakter van eerst als officiëel aangemerkte stukken achteraf weer zich verschuilende, de kans grijpen, haar als altijd betreurenswaardige utiliteits-politiek te voeren. Een merkwaardig voorbeeld daarvan publiceert het orgaan ‘Reformatie Stemmen’ in zijn gedocumenteerd verhaal over de reeds uit zedelijk oogpunt slèchte bejegening van den toenmaligen cand. H.J. Schilder, b.v. nr. 12, bl. 7 en nr. 13/14 bl. 9.
In vollen ernst spreek ik voor mijn deel de hoop uit, dat Gods zegen ruste op deze zwakke poging om velen klaarder te doen zien, wat de beteekenis is van de ‘vreeselijke’ gebeurtenissen, die voor rekening van deze ‘synodes’ liggen, en die zij al maar weer trachten te maskeeren, niet het minst met behulp van de goed gesneden pen van dr. J. Ridderbos. Dat het polemisch element in dit antwoord domineert, laat zich verstaan.
Nov. 1944.
K. SCHILDER.