Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De spin Sebastiaan (1966)

Informatie terzijde

Titelpagina van De spin Sebastiaan
Afbeelding van De spin SebastiaanToon afbeelding van titelpagina van De spin Sebastiaan

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.00 MB)

Scans (9.76 MB)

ebook (7.98 MB)

XML (0.20 MB)

tekstbestand






Illustrator

Wim Bijmoer



Genre

proza
poëzie
jeugdliteratuur

Subgenre

verhalen
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De spin Sebastiaan

(1966)–Annie M.G. Schmidt–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 59]
[p. 59]

Poes Minetje telefoneert

 
Spreek ik met poes Mies? Hallo...
 
Ja Mies, je spreekt met nicht Minetje.
 
Ik dacht vandaag: Kom! dacht ik zo,
 
ik bel eens op. Hoe gaat het met je?
 
Heb jij ook poezekinders, nicht?
 
O ja? en kunnen ze al lopen?
 
O, hebben ze hun oogjes dicht?
 
Mijn kinders hebben ze al open.
 
Was jij ze ook af, met je tong?
 
Ik ook, ik doe het nooit met water.
 
Wat zeg je? Och, ze zijn nog jong,
 
ze worden heus wel zindelijk, later.
 
En Mies, heb jij een goede baas?
 
En ook een goeie Vrouw getroffen?
 
Wat zeg je? krijg je leverkaas?
 
En melk met room? Dat noem ik boffen!
 
Mijn Vrouw is ook heel goed voor mij.
 
We krijgen brood, alleen voor katten,
 
en soms een haringkop erbij,
 
'k hoef eigenlijk nooit iets te jatten.
 
Ja, 'k doe het wel eens, voor de sport,
 
zo'n lekker visje zonder graten
 
dat pik ik stiekem van een bord,
 
als poes kun je zo iets niet laten.
 
En gisteren, moet je horen, nicht!
 
Wij hebben een kanarie hangen.
 
Ja, in een kooi, die kooi is dicht
 
maar toch had ik 'm háást gevangen.
 
Ik sprong zo bovenop die kooi,
[pagina 60]
[p. 60]
 
dat beest aan 't piepen zeg! Verbazend!
 
Maar toen, en dat was niet zo mooi:
 
toen kwam de Vrouw en die was razend!
 
Ik kreeg een klap. Ze zei: Minet,
 
kanaries zijn niet om te eten.
 
Ik kroop maar onder het buffet,
 
daar heb ik drie kwartier gezeten.
 
Maar toch is 't gek, he, van de Vrouw...
 
Als ik een muis vang, zegt ze: Knap hoor!
 
Dat mag dus wel, begrijp jij dat nou?
 
Ik ben een boon, als ik het snap hoor!
 
 
 
Nu krijg ik kramp, ja, in mijn poot,
 
niet erg, hoor, nee, 't is maar een beetje.
 
Mijn oudste kind is al zo groot:


illustratie

[pagina 61]
[p. 61]
 
hij wast zijn eigen staart al, weet je!
 
Dag nicht Mies, daar komt de Vrouw,
 
ze mag het eigenlijk niet weten...
 
Tot ziens en 't beste hoor, miauw!
 
Tot kijk maar weer en smaaklijk eten.
[pagina 62]
[p. 62]


illustratie

 
Eenentwintig poezen
 
zaten bij het vuur
 
te dutten en te doezen
 
's nachts om twaalf uur.
 
En achter het fornuis
 
zat, helemaal per abuis,
 
één kleine muis.
 
Hij zat van angst te beven
 
en maakte geen geluid,
 
en dacht: Dit kost mijn leven.
 
O, moeder, hoe kom ik eruit!
 
Hij hield het niet uit, de stakker
 
hij gaf een harde piep,
 
de poezen werden wakker,
 
en zagen, dat er iets liep.
 
Ze renden achter elkander,
 
ze renden achter de muis,
 
ze liepen van klis-klas-klander
 
helemaal rondom het huis.
 
Het muisje liep te hijgen,
 
totdat hij niet meer kon.
 
Tóch zouden ze hem niet krijgen:
[pagina 63]
[p. 63]


illustratie

 
Hij kroop in de regenton.
 
Daar bleef hij zitten soezen
 
de hele lange nacht,
 
de eenentwintig poezen
 
zaten venijnig op wacht.
 
Maar 's morgens om half zeven,
 
toen kwam de boerenvrouw
 
de poezen eten geven:
 
Ze schreeuwden: Miauw, miauw!
 
Ze liepen met roze neuzen
 
achter de vrouw in het huis,
 
daar kregen ze brood met reuzel
 
en ze vergaten de muis.
 
 
 
Het muisje stak zijn tenen
 
voorzichtig buiten de ton
 
de poezen waren verdwenen,
 
en buiten scheen de zon.
 
Hij ging naar zijn muizenfamielje,
 
zij waren zó bang geweest!
 
Hij kreeg er rijst met vanielje
 
en allemaal vierden ze feest.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken