Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
In Holland staat mijn huis (1955)

Informatie terzijde

Titelpagina van In Holland staat mijn huis
Afbeelding van In Holland staat mijn huisToon afbeelding van titelpagina van In Holland staat mijn huis

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.60 MB)

Scans (5.15 MB)

ebook (2.93 MB)

XML (0.18 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

column(s) / cursiefjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

In Holland staat mijn huis

(1955)–Annie M.G. Schmidt–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 78]
[p. 78]

De elf zelf

Mijn vriendin had ons een boekje over elfjes gestuurd, waaruit ik telkens en telkens moest vertellen en voorlezen, tot de elfen mij de neus uitkwamen. Het was àl elf wat de klok sloeg, en ik moest een serie vragen betreffende die ijle personen beantwoorden, die moeilijker waren dan de eindexamenopgaven. Zoals:

Is die elf een dame?

Wat zegt die elf tegen Sinterklaas?

Kan die elf telefoneren?

En toen het jongetje op een middag uitgeput met zijn hoofd op het boek in slaap viel, ging ik op mijn tenen zijn kamertje uit, om even de krant te lezen op het balkon.

De krant - en dat was even een verademing - bevatte weinig nieuws over elfen; meer over Foster Dulles.

Toen ik de advertenties uithad, keek ik op en ik liet de krant langzaam zakken. Daar in de bloembak, tussen de geraniums zat er een. Een elf. Dus toch... dacht ik.

De elf knikte me vriendelijk toe. Ik hoorde u zoveel over mij praten, zei ze, dus ik dacht: kom, ik wip 's even aan.

Pas op de kat...! schreeuwde ik. De kat kwam door het gras als een sluipende tijger door het alang-alang.

De elf verhief zich van de geraniums en streek met trillende vleugeltjes op mijn schouder neer. Het was of er een grote libel op me zat. Laten we

[pagina 79]
[p. 79]

naar binnen gaan... zei ze hijgend. Ik zie zo graag een modern interieur.

Ik nam haar mee naar de huiskamer waar ze in de ficus-plant ging zitten, heel elegant, met de voetjes over elkaar.

Kan ik... eh... kan ik u iets aanbieden? vroeg ik. En ik dacht: Wat drinken elfen ook weer? Dauw...! Maar dat had ik niet in huis. Wel tonic. Doet u geen moeite... zei ze. O, wat vind ik het hier allemaal interessant! Ze klapte in haar kleine rose handjes. Zitten jullie altijd op stoelen? Nooit 's zo tussen de takken van een boom? Dat is veel prettiger, het wiegelt.

Ik zou het eens een keer kunnen proberen, zei ik. Als mijn man het ook prettig vindt. O jee, er wordt gebeld. Wacht u heel even, ik zal kijken wie er is...

Toen ik de deur opende, stapte mijn buurvrouw binnen met een doosje aardbeien.

Ach, wat lief van u, zei ik. Dat had u nou niet moeten doen. Wilt u één ogenblikje wachten? Ik kom zo terug.

Ik holde naar de huiskamer en zei tegen de elf in de ficus: Gauw, gauw... wegwezen! Er is iemand. Een dame.

Nou en? vroeg de elf. Ik zit hier goed. Die dame mag me best zien. Ik vind het enig om met mensen te converseren.

't Raam staat open... riep ik zenuwachtig. U kunt nog wegvliegen.

Maar de stem van mijn buurvrouw zei al, vlak voor de kamerdeur: Ik ben maar zo vrij om even door te lopen...

[pagina 80]
[p. 80]

Bliksemsnel greep ik de elf van de ficus en stak haar in de zak van mijn schort. Ze spartelde en schreeuwde, maar ik begon luid en ratelend te spreken om het geluid te overstemmen.

Gaat u toch zitten, zei ik tot mijn buurvrouw. Wat mag ik u aanbieden. Een glaasje dauw... eh... ik bedoel tonic?

Doet u geen moeite, zei mijn buurvrouw. Ik kwam alleen maar even aanwippen en nog 's met u praten over dat comité... weet u wel? Zou u er echt niets voor voelen om in dat comité plaats te nemen. U weet toch, mevrouw Mangel zit er ook in...

Laat me d'r uit! schreeuwde de elf.

Stil... zei ik tegen mijn schortzak. Straks mag je er uit.

De ogen van mijn buurvrouw werden helemaal rond en haar wenkbrauwen gingen meters omhoog. Ze schoof een eindje achteruit met haar stoel en ze zei: O pardon... ik wist niet eh... Buikspreken... zei ik lachend. Ik sprak even buik. Dat doe ik als liefhebberij. Toen u kwam was ik net aan het oefenen.

Wat enig! zei ze zonder enthousiasme. Ze keek bang. Maar ik begon weer als een waanzinnige te converseren.

En hoeveel kleinkindertjes hebt u nu? vroeg ik. Elf, zei mijn buurvrouw. Ik schrok zo van het woord, dat ik mijn schortzak vaster omklemde, zodat het wezen daarbinnen bijna smoorde.

Stel je voor... dat het me ontsnapt... dacht ik! Stel je voor, dat die vrouw het merkt! Ze zal onmiddellijk de hele buurt erbij halen. En dan komt

[pagina 81]
[p. 81]

het in de krant. In alle kranten: elf ontdekt in nederland... fairy in the netherlands... Het wordt groot nieuws. Ze zullen er naar komen kijken. Dr. Tenhaeff zal er zich mee gaan bemoeien en er lezingen over houden, en kan zo'n teer schepseltje dat aan? Of misschien mag ik het hier in huis houden, maar dan zal de hele wereld komen staan gapen voor de ramen, en wie weet moet ik een hoop méér belasting betalen, alleen omdat we 'n elf houden.

Natuurlijk wil ik in dat comité zitten... zei ik opgewekt. Ik zal er eens gauw met u over komen praten.

Mijn buurvrouw stapte op, maar gluurde nog wel gauw even onder de tafel, of daar soms iemand zat. Tot ziens! riep ik vrolijk.

Ik zette de elf weer op de ficus. Ze was een beetje verfomfaaid en ze keek me verwijtend aan.

Het kon niet anders... zei ik wanhopig. Als ze u gezien had zou ze iedereen geroepen hebben en dan had Dr. Tenhaeff lezingen over u gehouden en dat lijkt me zo vermoeiend voor u. Maar wacht even, ik zal mijn jongetje roepen, die zal het verrukkelijk vinden.

Met een slaperig ventje aan de hand kwam ik weer terug.

Ze was weg. Ze was weggevlogen door het open raam.

Jammer. Want mijn zoontje was de énige die het heel normaal zou hebben gevonden.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken