Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Tussen stigma en charisma (1982)

Informatie terzijde

Titelpagina van Tussen stigma en charisma
Afbeelding van Tussen stigma en charismaToon afbeelding van titelpagina van Tussen stigma en charisma

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.13 MB)

XML (1.05 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

proefschrift
non-fictie/theologie
non-fictie/sociologie
non-fictie/natuurwetenschappen/geneeskunde


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Tussen stigma en charisma

(1982)–Paul Schnabel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Een analyse van de relatie tussen nieuwe religieuze bewegingen en geestelijke volksgezondheid


Vorige Volgende
bron

Paul Schnabel, Tussen stigma en charisma. Een analyse van de relatie tussen nieuwe religieuze bewegingen en geestelijke volksgezondheid. Erasmus Universiteit Rotterdam, Rotterdam 1982

codering

DBNL-TEI 1
dbnl-nr schn016tuss01_01
logboek

- 2007-09-07 DH colofon toegevoegd

verantwoording

gebruikt exemplaar

exemplaar universiteitsbibliotheek Leiden, signatuur: diss Rotterdam 1982-4

 

algemene opmerkingen

Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van het proefschrift Tussen stigma en charisma. Een analyse van de relatie tussen nieuwe religieuze bewegingen en geestelijke volksgezondheid van Paul Schnabel uit 1982.

 

redactionele ingrepen

p. 267, 269: In de digitale versie kunnen accolades over meerdere regels niet weergegeven worden. Op deze pagina's zijn ze op elke regel herhaald. Ook de woorden die erop volgen worden om misverstanden te voorkomen op iedere regel herhaald.

 

Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (p. 2, 10, 387 en 388) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.

 

[pagina 1]

tussen stigma en charisma

 

[pagina 3]

tussen stigma en charisma

een analyse van de relatie tussen nieuwe religieuze bewegingen en geestelijke volksgezondheid

PROEFSCHRIFT

TER VERKRIJGING VAN DE GRAAD VAN DOCTOR IN DE GENEESKUNDE AAN DE ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM OP GEZAG VAN DE RECTOR MAGNIFICUS PROF. DR. J. SPERNA WEILAND EN VOLGENS BESLUIT VAN HET COLLEGE VAN DEKANEN. DE OPENBARE VERDEDIGING ZAL PLAATSVINDEN OP WOENSDAG 10 FEBRUARI 1982 DES NAMIDDAGS TE 3.45 UUR

DOOR

PAUL SCHNABEL
GEBOREN TE BERGEN OP ZOOM

 

[pagina 4]

PROMOTOR PROF. DR. C.J.B.J. TRIMBOS

 

CO-REFERENTEN
PROF. DR. A. DE SWAAN
PROF. DR. J. SPERNA WEILAND

 

[pagina 5]

inhoudsopgave


I. Nieuwe religieuze bewegingen en geestelijke volksgezondheid 11
     
A. De onrust en de ongerustheid 11
1. De gevaarlijke sekte 11
2. Sekten in koppen: wat de pers erover schrijft 13
3. Een ruimer perspectief 16
4. De bezwaren en gevaren in kaart gebracht 18
5. De sekten waar het om gaat 21
     
B. Geestelijke volksgezondheid en geestelijke gezondheidsleer 22
1. Wat is geestelijke volksgezondheid? 22
2. De geestelijke volksgezondheid en de wetenschap 25
3. De geestelijke gezondheidsleer en dit onderzoek 27
4. De opzet van het onderzoek en van het boek 29
5. Stigma en charisma 30
     
II. Nieuwe religieuze bewegingen in Nederland 32
     
1. De ‘Divine Light Mission’ 32
2. Transcendente Meditatie 33
3. Hare Krishnabeweging 35
4. De beweging rond Bhagwan Shree Rajneesh 37
5. Ananda Marga 38
6. Verenigingskerk/Unified Family/Moonbeweging 40
7. Children of God/Family of Love 41
8. Scientology Kerk 43
9. Christelijke evangelisatiebewegingen 45
10. Andere sekten of nieuwe religieuze bewegingen 48
     
III. De aantrekkingskracht van de nieuwe religieuze bewegingen 52
     
A. De omvang van de nieuwe religieuze bewegingen 52
1. Een overzicht van de aantallen leden en sympathisanten 52
2. Kern en periferie van een beweging 54
3. De macht van het grote getal 57
4. Ter vergelijking: nieuwe religieuze bewegingen in de Bondsrepubliek Duitsland 58

 

 

[pagina 6]


B. De nieuwe religieuze bewegingen in de publieke opinie 61
1. De bekendheid met ‘bijzondere’ levensbeschouwingen 61
2. De verwantschap met ‘bijzondere’ levensbeschouwingen 63
3. De jongeren en ‘bijzondere’ levensbeschouwingen 65
4. De aantrekkingskracht van de nieuwe religieuze bewegingen op jongeren 69
     
C. De toekomst van de nieuwe religieuze bewegingen 70
     
IV. Sekte of cult? Charisma of stigma? 75
     
A. De nieuwe religieuze bewegingen en de kerk-sektetypologie 75
1. Sekte en kerk 75
2. De onbruikbaarheid van de klassieke definitie 77
3. Sekte en cult 79
     
B. Een voorbeeld van een beweging in ontwikkeling: Scientology 84
1. Van audience cult tot client cult 84
2. Auditing: de alternatieve psychotherapie van Scientology 87
3. Van client cult tot cult movement 88
4. De sektarische kanten van Scientology 91
     
C. De betekenis van het charismatische leiderschap in nieuwe religieuze bewegingen 96
1. Charisma en charismatisch leiderschap 96
2. De nieuwe religieuze bewegingen en hun charismatische leiders 98
3. De enscenering en ensceneerbaarheid van charisma 101
4. De kosten van het charismatisch leiderschap 102
5. De gevaren van het charisma 105
6. Het probleem van de levende charismatische leider 108
7. Charisma en zelfstigmatisering 112
8. Zelfstigmatisering en het lot van de volgelingen 114
     
V. Monisme, mystiek en meditatie 118
     
A. Het hindoeïstische monisme 121
1. De monistische wereldvisie 121
2. De mystieke weg: de technische en de charismatische benadering 124
3. Het verlichte stadium: moeilijk of gemakkelijk bereikbaar 125
4. Hindoeïsme en christendom: het psychologische verschil 127
     
B. Meditatie en mystiek 129
1. Oosterse en westerse mystiek 129
2. Hatha-yoga en bhakti-yoga 130
3. Het Tantrisme van Bhagwan 132
4. Tantrisme en humanistische psychologie 134
5. Shaktisme en narcisme 136
6. Leren mediteren 137
7. De rol van de goeroe 138
8. De vergoddelijkte goeroe 140
9. De populariteit van de hindoeïstische mystiek 143

 

 

[pagina 7]


10. De effecten van meditatie 145
     
C. De alledaagse mystiek van Transcendente Meditatie 146
1. TM als orthopraxis 146
2. TM en wetenschappelijk onderzoek 148
3. De effecten van TM 152
     
VI. Een overzicht van het psychologische en psychiatrische onderzoek naar leden en ex-leden van nieuwe religieuze bewegingen 154
     
1. Het tekort aan goede onderzoeken 154
2. Het onderzoek van Deutsch: de volgelingen van Baba 155
3. Het onderzoek van Galanter, Rabkin, Rabkin en Deutsch: de volgelingen van Moon 160
4. Het onderzoek van Galanter en Buckley: de volgelingen van Maharaj Ji 163
5. Het onderzoek van Barker: de Moonies in Engeland 166
6. Het onderzoek van Kuner: de volgelingen van Mo, Moon en Anandamurti 169
7. Het onderzoek van Van der Lans: de Nederlandse volgelingen van Maharaj Ji en Anandamurti 171
8. Het onderzoek van Ungerleider en Wellisch: leden en ex-leden vergeleken 177
9. Het onderzoek van Singer: problemen na het verlaten van de sekte 178
10. Het onderzoek van Clark: de gevaren voor de gezondheid 181
11. De sekte als een persoonlijke oplossing voor persoonlijke problemen 183
     
VII. Hulpbehoefte, hulpvraag en hulpverlening 186
     
A. De situatie in Nederland 186
1. Kinder- en jeugdpolitie 187
2. Raden voor Kinderbescherming 189
3. Geneeskundige (Hoofd)inspectie voor de Geestelijke Volksgezondheid 189
4. Stichting De Ombudsman 191
5. Het studentenpastoraat 191
6. De geestelijke gezondheidszorg: psychiatrische ziekenhuizen en ambulante geestelijke gezondheidszorg 191
7. Individuele hulpverleners 195
8. Samenwerkende Ouders Sekteleden 196
9. Subcommissie Onderzoek Sekten - Vaste Commissie voor Volksgezondheid 197
10. De Stichting Joeka 198
11. Conclusies op basis van de inventarisatie 200
     
B. De situatie in de Bondsrepubliek 201
1. Het onderzoek van Sieber 202
2. Rehabilitationszentrum Haus Altenberg 204
3. Het overheidsbeleid in de Bondsrepubliek Duitsland 205

 

 

[pagina 8]


C. Overwegingen voor een beleid 207
1. Nederland en de Bondsrepubliek vergeleken: de luide roep om hulp en de kleine vraag naar hulp 207
2. De bevoegdheden van de Geneeskundige (Hoofd)inspectie van de Geestelijke Volksgezondheid ten aanzien van nieuwe religieuze bewegingen 210
3. Een beleid ten aanzien van psychotherapie, psychotrainingen en groeigroepen 214
     
VIII. Hersenspoeling, ‘snapping’ of bekering 220
     
1. Hersenspoeling: een angstaanjagend begrip 220
2. Het onderzoek van Lifton: hersenspoeling en ideologisch totalisme 221
3. Kenmerken van ideologisch totalisme 222
4. De beperkingen van het ideologisch totalisme 224
5. Nieuwe religieuze bewegingen en ideologisch totalisme 226
6. Het onderzoek van Conway en Siegelman: ‘snapping’ 229
7. Snapping en bekering 231
8. Zich bekeren, bekeerd worden en bekeerd blijven 233
     
IX. Deprogrammeren: de duivel uitdrijven met Beëlzebub 238
     
1. De geschiedenis herhaalt zich omgekeerd 238
2. Wat is deprogrammeren? 239
3. Deprogrammering als exorcistisch ritueel 243
4. Deprogrammering als een vorm van inquisitie 245
5. Deprogrammering als ‘hersenspoeling’ 246
6. De gevolgen van deprogrammering: crisis en rouw 249
7. Het gebrek aan kwantitatieve gegevens 252
8. De strafbaarheid van deprogrammeren 253
9. De betekenis van deprogrammering in de relatie tussen ouders en kind 254
10. Deprogrammeren en de publieke opinie over de nieuwe religieuze bewegingen 258
11. De betekenis van de ‘anti-cult movement’ 260
12. Deprogramming revisited 261
     
X. De toekomst van godsdienst, kerken en sekten in Nederland 264
     
1. Veranderingen in het godsdienstig landschap 264
2. De kerkgenootschappen van Nederland en hun aanhang 265
3. Kerkelijkheid en onkerkelijkheid in Nederland 269
4. De immigrantengodsdiensten 271
5. De importkerken 273
6. Pacificatie en proselitisme 276
7. De importkerken en de pacificatie 279
8. De toekomst van God in Nederland 284
     
XI. De kernculturele behoefte aan een paracultureel aanbod 287
     
A. De betekenis van het paraculturele aanbod 287

 

 

[pagina 9]


1. De nieuwe religieuze bewegingen: tegenbeweging of zoekbeweging? 287
2. De kleine illusies en hun soms grote gevolgen 289
3. Het paraculturele aanbod 291
4. Het individuele van het paraculturele aanbod 294
5. Esoterische cultuur tegenover exoterische cultuur 298
6. De historische wortels van het paraculturele aanbod 302
     
B. Het paraculturele aanbod nader bezien 306
1. De sacralisering van de gezondheid en de opkomst van de alternatieve geneeswijzen 306
2. De betrekkelijkheid van het bijgeloof 310
     
XII. Op zoek naar een nieuwe verhouding tussen kerk en staat 314
     
1. De last van het religieuze pluralisme 314
2. De traditie van religieuze tolerantie 316
3. Van de Grondwet van 1815 tot het Europese Verdrag van 1954 317
4. De Wet op de Kerkgenootschappen van 1853 321
5. De bijzondere positie van Kerkgenootschappen 323
6. De ruime grenzen van de godsdienstvrijheid 326
7. De betekenis van artikel 9 van het Europese Verdrag 329
8. De wenselijkheid van een feitelijk neutrale overheid 334
9. De normalisering van de betrekkingen tussen kerk en staat 335
10. Een Commissie voor de Vrijheid van Gedachte, Geweten en Godsdienst? 338
     
  Epiloog 341
     
  Bijlage  
  Overzicht van de kerkgenootschappen, die ex art. 1 lid 2 van de Wet op de Kerkgenootschappen sinds 1853 het Ministerie van Justitie mededeling hebben gedaan van hun inrichting en bestuur 345
     
  Aangehaalde literatuur 351
     
  Samenvatting 366
  Zusammenfassung 374
  Dankwoord 384
  Curriculum vitae 386

 

 

[pagina *1]

Stellingen

1.De nieuwe religieuze bewegingen kunnen in Nederland in het algemeen niet als een gevaar voor de geestelijke volksgezondheid beschouwd worden, sommige reacties erop wel.
2.Er zijn geen aanwijzingen, dat er in het kader van de geestelijke gezondheidszorg bijzondere voorzieningen voor de opvang, behandeling en begeleiding van leden en ex-leden van nieuwe religieuze bewegingen moeten worden getroffen.
3.De bijzondere wettelijke bepalingen ten aanzien van kerkgenootschappen moeten de wereld uit, te beginnen met de Wet op de Kerkgenootschappen van 1853.
4.De registratie van kerklidmaatschap door de Burgerlijke Stand en het verstrekken van inlichtingen aan kerkgenootschappen door de Burgerlijke Stand en de Inspectie van de Inkomstenbelasting zijn activiteiten die anno 1982 beschouwd kunnen worden als schendingen van de persoonlijke levenssfeer van de burger en daarom zo snel mogelijk dienen te worden beëindigd.
5.Godsdienstvrijheid is een waarde, die aan de meeste godsdiensten vreemd is. De maatschappelijke waarde die de godsdienstvrijheid vertegenwoordigt, zal de samenleving dan ook zelf moeten bewaken en handhaven. De instelling van een Nationale Commissie voor de Vrijheid van Gedachte, Geweten en Godsdienst zou daar een bijdrage toe kunnen zijn. Taak van de commissie zou zijn, om op grond van klachten of eigen onderzoek, gevallen waarin het Grondrecht van vrijheid van godsdienst, gedachte en geweten met een beroep op dat grondrecht tegen zichzelf gekeerd wordt, te signaleren, het publiek daartegen te waarschuwen en eventueel de overheid te adviseren over het in die gevallen te voeren beleid.

 

[pagina *2]

6.De gezondheid is het geloof van onze dagen en de gezondheidszorg is haar kerk. De nu snel toenemende kritiek op de medische stand moet echter niet gezien worden als een vorm van ketterij of van geloofsafval, maar als een teken van anticlericalisme. Het geloof blijft, maar de geloofsbedienaren zijn te machtig geworden.
7.In de pleidooien voor meer ‘zelfhulp’ en ‘mantelzorg’ in de geestelijke gezondheidszorg wordt te zeer over het hoofd gezien, dat de geestelijke gezondheidszorg zijn bestaansrecht voor een belangrijk deel vindt in het behandelen van de problemen, die door ‘zelfhulp’ en ‘mantelzorg’ zijn ontstaan. De neurose is nog altijd de populairste vorm van zelfhulp, de psychose het spectaculairste gevolg van sommige vormen van mantelzorg.
8.Het verdwijnen van de IMP's als instituten zou een ramp zijn voor de geestelijke gezondheidszorg, wanneer daarmee ook de functie psychotherapie, zoals die door de IMP's in de afgelopen jaren kwalitatief en kwantitatief is geboden, zou komen te verdwijnen. Binnen de geestelijke gezondheidszorg dient voldoende ruimte te blijven voor psychotherapie als professionele, multidisciplinaire en teamgebonden activiteit.
9.De ambulante geestelijke gezondheidszorg zou activiteiten op het gebied van preventie, GVO en consultatie moeten richten op de hulpverleners in de eerste lijn. Directe contacten met de bevolking van een wijk of een regio dienen buiten de curatieve sfeer zoveel mogelijk te worden vermeden.
10.In de geestelijke gezondheidszorg dient een voor de intra-, semi- en extramurale sector geïntegreerd registratiesysteem tot ontwikkeling te worden gebracht. Dit systeem moet erop gericht zijn het eigen karakter van de GGZ zo goed mogelijk tot uitdrukking te brengen. Naar inhoud, vorm en structuur zou het registratiesysteem ontwikkeld moeten worden onafhankelijk van de in de somatische gezondheidszorg bestaande systemen. Voor wat betreft de diagnosticering en de classificatie van psychische problemen zou aansluiting gezocht kunnen worden bij de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders, Third Edition, van de American Psychiatric Association.
11.Er is behoefte aan een algemene Wet Ingrepen op Verzoek, die de verantwoordelijkheid van de hulpverleners en betrokkenen regelt

 

[pagina *3]

met betrekking tot de besluitvorming over en de uitvoering van ingrepen, die medisch gezien niet noodzakelijk zijn, maar (alleen) door een medicus verantwoord kunnen worden uitgevoerd. De Wet Ingrepen op Verzoek zou dan in de plaats kunnen komen van de nu bestaande of te verwachten aparte regelingen met betrekking tot abortus provocatus, euthanasie, hulp bij zelfdoding, geslachtsverandering, donorinseminatie, sterilisatie, e.d.
12.De wens van een homoseksueel heteroseksueel te willen worden zou in het kader van een psychoanalyse uitsluitend als overdrachtsprobleem bewerkt moeten worden. De psychoanalyticus, die op de wens zelf ingaat of zelf een dergelijke wens met betrekking tot zijn analysand koestert, schept een tegenoverdrachtsprobleem, dat onherkend en onbewerkt vrijwel zeker tot de mislukking van de analyse zal leiden.
13.Een onopgelost probleem in het iconologische onderzoek blijft de verhouding tussen de reconstructie van de intrinsieke betekenis van het kunstwerk enerzijds en de reconstructie van de betekenistoeschrijving door de kunstenaar zelf, zijn opdrachtgever en zijn tijdgenoten anderzijds. Vooral ten aanzien van de zeventiendeeeuwse Nederlandse schilderkunst stelt zich de vraag, in hoeverre de betekenistoeschrijving door kunstenaar en opdrachtgever verder ging dan het ‘conventionele’ onderwerp en in hoeverre de gewone burger meer zag dan het ‘natuurlijke’ onderwerp. Deze vragen zouden het onderwerp moeten zijn van een sociale iconologie.
14.Het eigen boekenbezit dient door de Overheid krachtig te worden bevorderd. Daar de marge van uitgeverij en boekhandel 50-70% van de prijs van een boek uitmaakt, zou in het kader van de cultuurspreiding subsidiëring van boekhandel en uitgever overwogen kunnen worden op basis van de formule, die nu al voor schouwburgen, orkesten, museums e.d. geldt.
15.Het Nederlandse provincialisme kenmerkt zich door een onderschatting van de internationale oriëntatie van Nederland zelf en een overschatting van de internationale oriëntatie op Nederland.
16.De betekenis van Intermediair als bron van informatie over de stand van zaken in andere wetenschappen wordt miskend.
17.Gezien het feit dat de meerderheid van de Nederlandse bevolking in

 

[pagina *4]

de afgelopen 25 jaar onkerkelijk of minstens onkerks is geworden, en gezien het feit dat in diezelfde periode het jaarlijkse tekort op de rijksbegroting ongeveer de omvang heeft bereikt van het nationale inkomen in 1957, zou het van realisme getuigen wanneer de hoopvolle verzuchting op de rand van de Nederlandse gulden ‘God zij met ons’ vervangen zou worden door de nuchtere constatering ‘Wij zijn van God los’.

Stellingen behorend bij het proefschrift van Paul Schnabel, Tussen Stigma en Charisma. Een analyse van de relatie tussen nieuwe religieuze bewegingen en geestelijke volksgezondheid.

 

Rotterdam, Erasmus Universiteit, 1982.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken