Inhoudsopgave
Inleiding
I. Beschrijving der jaargangen van De Gemeenschap
onder de aspecten van literatuuropvatting, levensbeschouwelijk en politiek-maatschappelijk engagement
Jaargang I, 1925
‘Wij wenschen geen kunst te maken voor ons particulier plezieren’
Jaargang II, 1926
‘Vergeleken bij de taak, die wij zouden moeten volbrengen (...), is de taak van “Tachtig” kinderwerk geweest’
Jaargang III, 1927
‘De kunst is er voor de menschen en den mensch willen wij in haar herkennen’
Jaargang IV, 1928
‘In het bloed-geworden besef dat tenslotte het kunstwerk rekenschap aflegt van waarheid of leugen’
Jaargang V, 1929
‘Het is even dwaas, te eisen dat de kunst zal leren, als vol te houden, dat zij alleen maar versiert’
Jaargang VI, 1930
‘Ik kom naar u in naam van de tallooze zielen, die door uw politiek in eeuwig onheil vielen’
Jaargang VII, 1931
‘Ik geloof in een God, die zich niet tevreden stelt in het mededeelen van vreemde, onbevredigende stamelingen zonder verband’
Jaargang VIII, 1932
‘De niets ontziende eerlijkheid der christelijke godsvrucht in overeenstemming te brengen met de bevalligheid der fraaie letteren’
Jaargang IX, 1933
‘Tegen ledig reizen en overbodig lezen’
Jaargang X, 1934
‘De aarde met de sterren erboven is voor ons allen maar een kooi’
Jaargang XI, 1935
‘Zonder coalitie-geschipper met rood of met zwart’
Jaargang XII, 1936
‘Te zijn in den tijd en toch niet van den tijd is een zeer christelijk en daarbij avontuurlijk ondernemen’
Jaargang XIII, 1937
‘Belangrijker dan het belangrijke acht ik het belanglooze’
Jaargang XIV, 1938
‘De stem van het leed komt de grens niet meer over’
Jaargang XV, 1939
‘Het heeft zeker zin, juist nu, een cultureel tijdschrift te redigeeren en te lezen’
Jaargang XVI, 1940
‘Wie van geestelijken stand is kan, ondanks alles, onbekommerd zijn’
Jaargang XVII, 1941
‘Ver weg rumoerde de oorlog...’
II. Samenvatting en Nuancering der beschreven aspecten
hun ontwikkeling en schakering tegen de achtergrond van de redactionele verhoudingen
De aspecten afzonderlijk
De aspecten in hun samenhang
Verhoudingen en nuances binnen de redactie inzake de onderzochte aspecten
III. De Gemeenschap bij bredere beschouwing
een confrontatie van het onderzoek
met het bestaande beeld van De Gemeenschap
[Inleiding]
De ‘memoires’ van Van Duinkerken, Knuvelder, Helman en Engelman
De Gemeenschap en ‘het rijke Roomsche leven’
De Gemeenschap en het politieke klimaat tijdens het interbellum
De Gemeenschap als literair tijdschrift
Ten slotte
Register
Stellingen behorend bij Harry Scholten,
Aspecten van het tijdschrift De Gemeenschap
Quelques aspects de la revue De Gemeenschap
Résumé
Auteursrechtelijk beschermd
