Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De gedichten van den Schoolmeester (1979)

Informatie terzijde

Titelpagina van De gedichten van den Schoolmeester
Afbeelding van De gedichten van den SchoolmeesterToon afbeelding van titelpagina van De gedichten van den Schoolmeester

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (15.15 MB)

Scans (30.35 MB)

ebook (18.47 MB)

XML (0.43 MB)

tekstbestand






Editeurs

Tom van Deel

Jacob van Lennep

Marita Mathijsen

Illustrator

Anthony de Vries



Genre

poëzie
jeugdliteratuur

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De gedichten van den Schoolmeester

(1979)–De Schoolmeester–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 224]
[p. 224]

De mop en de kees.
Een Fabel.

 
Wie 't onderst uit de kan begeert,
 
Heeft soms aan 't lid zijn neus bezeerd.
 
escarboucle
 
Heu stirpem invisam!


illustratie

 
Een mooie Mop,
 
Zoo vlug als een barbier in galop,
 
Pas uit den dop,
 
Met een beeld, een knop
[pagina 225]
[p. 225]
 
Van een neus, - ‘net natte drop,’
 
Zeî de hondendoctor: ‘en een tong als aalbessensop,’ -
 
Enfin, een wassen pop
 
Van een jongen Mop,
 
Lag voor de deur, in een geel envelop,
 
Met zijn nieuwen staart onder zijn arm, en zijne ooren op,
 
En zoo deftig als een Aartsbisschop,
 
Maar zonder kraag om zijn krop,
 
In de zon een pamphlet te lezen
 
(Door wijlen den Inspecteur-Generaal
 
Van 't ‘viervoetig’ Hospitaal),
 
Dat, naar ik hoor, zeer fraai moet wezen,
 
En zelfs in 't ‘redeloos’ Handelsblad werd geprezen:
 
‘Over de leverziekte’ namelijk ‘onder de Keezen,’
 
‘En hoe die kwaal,
 
Voor den vernuftigen’ mensch zelfs fataal,
 
‘Helaas! maar al te menigmaal
 
Onder dit onvernuftig vee’
 
(Volgens Gravé)Ga naar voetnoot1),
 
‘Die bleeke keffers, uit happige eigenbaat,
 
Hyeensche hebzucht en galzieke overmaat
 
Van duivelen-wangunst ontstaat,’
 
Toen, of het toeval 't woû,
 
Een oude sjouw
 
Van een stoffel
 
Zonder wenkbraauw,
 
Met een oog als bezweken kabiljaauw,
 
Zijn hiel door zijn ééne mouw,
 
En zijn elleboog door zijn andre pantoffel....
 
- Wat doet zoo iemand in de koû? -
 
Enfin, een Kees, zoo verwaand als een paauw,
 
Mank aan alle vier, maar anders vrij gaauw,
 
Met zijn staart in zijn rokzak, en een lever in zijn bek,
 
(Hoogst waarschijnlijk ontvreemd onder 't gesprek
 
Aan d' een of d' anderen slager in lamsvleesch of spek;
[pagina 226]
[p. 226]
 
Want in 't kapen zijn Keezen alles behalve gek.)
 
Aan komt klanteren over 't gegrendeld hek,
 
Net vis-à-vis Mop,
 
- Met zijn staart thands op -
 
En in 't passant, ‘bonjour!’ zeit: ‘gaat het je nog altijd gelukkig
 
In Holland, Geeltjen? want fortuin is zoo nukkig?’ -
 
‘Ja, perfect, manke sneeuwbal! maar met jou gaat het krukkig.’
 
Waarop Kees grimmig doorklimt; doch naauwlijks in den top
 
Van gemeld tuinhek, in d' effen vliet
 
- Daar Mop intusschen aan 't blaffen schiet -
 
Zijn eigen met een tweeden lever in zijn mond ziet,
 
En terstond - en wat Kees deê het niet? -
 
Twee levers voor één verkiest;
 
Doch - daar Mop nu verbaasd zijn oogen wrijft en niest -
 
Zijn equilibrium en de heusselijke lever verliest,
 
En, ofschoon hy braaf ‘help!’ riep in zijn verdriet,
 
Of volgens Siegenbeek zelfs ‘hullep!’, het hielp hem niet.
 
‘Kreesjen-lief viel in 't watertjen diep,’Ga naar voetnoot1)
 


illustratie

[pagina 227]
[p. 227]
 
Waar hy natuurlijk tegen de lamp aanliep,
 
En dadelijk als drenkeling ontsliep,
 
Terwijl Mop in zijn eigen blaft: ‘Kijk!
 
De Inspecteur heeft gelijk.’
Moraal.
 
Waar ik een gesneuveld Minister,
 


illustratie

 
Ik hield van zulke fabels een register,
 
En ik schreef: Cui bono?
 
Aan Pio Nono.
voetnoot1)
Deze was, in de dagen toen onze Schoolmeester nog een schoolknaap was, een akteur van het Haagsch tooneel, beroemd wegends zijn letterlijke overzettingen van Fransche en Hoogduitsche tooneelstukken. N.v.d.U.
voetnoot1)
Een oud straatdeuntjen, uit den tijd van Kaatjen Mossel.
N.v.d.S.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken