Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
't Word grooter plas: maar niet zo 't was. Nederlandse beschouwingen over vertalen 1670-1760 (1992)

Informatie terzijde

Titelpagina van 't Word grooter plas: maar niet zo 't was. Nederlandse beschouwingen over vertalen 1670-1760
Afbeelding van 't Word grooter plas: maar niet zo 't was. Nederlandse beschouwingen over vertalen 1670-1760Toon afbeelding van titelpagina van 't Word grooter plas: maar niet zo 't was. Nederlandse beschouwingen over vertalen 1670-1760

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.75 MB)

XML (0.43 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

studie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

't Word grooter plas: maar niet zo 't was. Nederlandse beschouwingen over vertalen 1670-1760

(1992)–C.W. Schoneveld–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vertaalhistorie. Deel 3


Vorige Volgende
[pagina 57]
[p. 57]

16
Jan Baptista Wellekens (vert): Tasso, Aminta, Amsterdam, 1715.
Uit: ‘Bericht ...’

Jan Baptista Wellekens (1658-1726) werd aanvankelijk opgeleid als schilder en verbleef daartoe lange tijd in Italië, waar hij in aanraking kwam met een groep arcadische dichters. Als dichter te Amsterdam hield zich vooral bezig met dit genre. In het ‘Bericht’ bij zijn Aminta vertaling verwijst hij evenals Hoofman (no. 14) naar vertalingen van Il Pastor fido. Aan de tekst voegde hij een ‘Verhandeling van het herdersdicht’ toe (zie no. 17). Hij heeft de titel van deze bloemlezing bijgedragen. Zie voorts Blommendaal, 1987.

[...]

Het zal niet ongevoegelyk zyn nu iets van myne vertaalinge te spreeken. Ik geloof niet dat men van my een overzetting van woort tot woort, en letter tot letter verwacht, gelyk men aan de heilige bladen verschuldigt is, of aan de schriften daar het weivaaren van land en volken aanhangt. dit zou my in te groote naute gebragt hebben. Doch hier zou ook middel toe geweest zyn, indien 't my gelust had deezen Dichter in proos te vertolken. Maar naardien myn voorbeeld in vaerzen is, heb ik het zelve op die wyze willen volgen, dewyl de maatklank en muzyk der zelve tot de Poëzy, die altyd zang genoemt word, behooren. Zo heeft de treffelyke Vondel, schoon hy Virgilius eerstmaal in proos kort gevolgt had, zich zelf niet voldaan: maar dien goddelyken Dichter in maatzang nagezongen.Ga naar eind21 Ik heb ook het rym gebruikt, om dat zulks by ons eene aangenome landswyze is. De Italiaanen, die naar by aan het Latyn komen, kunnen dat met meêr toestemming, gelyk myn Dichter hier, en in zyne Scheppinge gedaan heeft, missen. Zo heeft ook Hannibal Caro Maros Eneas met grooten lof in die taal overgebragt. Korte en lange vaerzen, onder een gemengt, hebben my ook behaagt, niet alleen om dat Tasso my in dier voegen voorgegaan is: maar ook om zomtyds eenige malsigheid en kracht te winnen, en andere reden die ik in de Verhandeling van het Herderdicht voortbreng. Doch hoe zeer ik gepoogt heb mynen Dichter onafscheidelyk by te blyven (en dit meen ik den plicht van eenen vertaalder te zyn, schoon ook zommige daar op toe leggen, om hunne voorbeelden te veranderen, en, zo zy zeggen, te verbeteren) heb ik vernoomen hoe dat vaers en rym somtyds stuiten, en dwingen om, by wyl, iets te zeggen, het geen men niet zeggen zou, of ten

[pagina 58]
[p. 58]

minsten zo niet als men wilde, voornaamenlyk als de zin kort en krachtig is, en men pooge, gelyk ik eeniger wyze gedaan heb, zulks uit te drukken. Want ik stel dat de veelheid der woorden de kracht en smaak der redeneering verflauwt, even als het water den wyn:

 
't Word grooter plas:
 
Maar niet zo 't was.

Het onderscheid der taalen en haare spreekwyzen, zyn ook onvermydelyke hinderpaalen om aan de letter te kleeven. Deswegen wil ik den Leezer, die Amintas in zyne oirspronkelyke taal nagaat, verzoeken, dat hy alle verandering van woorden of zin die hem ontmoet, niet believe op rekening van achteloosheid of vermeetenheid te stellen: want ik geloove dat ik niet alleen op zommige plaatzen heb mogen, maar ook moeten veranderen om verstaan te zyn, en onze bevatting te voldoen. en om maar iets ter loops van voor aan te raaken; de tytel is: Favola Boscareccia. Indien ik dit overzette Bosch-verziering-Bedryf-of-Spel; ik vertrouw dat het minder verstaanbaar zou zyn als Herderspel: zynde dit laatste by ons in gebruik. De Voorredenaar is: Amore in habito pastorale. Dit moet noodzakelyk Cupido zyn, dewyl Amore Liefde of Min, by anderen vertaalt, van het vrouwelyk geslacht in 't Nederduitsch is, en dus den naam en het ampt van den God der liefde, gelyk hy hier te voorschyn komt, niet voldoet. Maar in de eerste Uitkomst van het eerste Bedryf, daar op de vraage van Dafne:

 
Waar uit groeit uwe haat?

en door Silvia geantwoord zynde:

 
Dal suo Amore.
 
 
 
Uit zyne liefde, die my tegen staat.

heb ik dien naam in het vrouwlyk gebruikt, om den zin te voldoen, en, om daar by te blyven, het volgende zeggen van Dafne:

 
Piacevol padre di figlio crudele.

aldus genomen:

[pagina 59]
[p. 59]
 
Te lieve moeder om zo wreeden kind te baaren.

Zo heb ik ook in den eersten Rei, voor Honor, dat manlyk in het Italiaansch is, Eer, vrouwelyk by ons, moeten gebruiken; en gevolgelyk dit vaers

 
Ma tu d'Amore, e di Natura donno.

op deezen voet gebracht:

 
Maar gy, Voogdesse der natuur en van 't beminnen,

Ik ben ook genoodzaakt geweest eenen duidelyken zin in de vertaalinge deezer volgende vaerzen, in de eerste Uitkomst van het tweede Bedryf te brengen,

 
Silvia crudele, ed empia
 
Piu che le Selve. O come a te confassi
 
Tal nome, e quanto vide, chi te 'l pose.
 
Celan le selve angui, leoni & orsi,
 
Dentro il lor verde, e tu dentro al bel petto
 
Nascondi odio, disdegno & impietate,
 
Fere peggior ch' angui, leoni & orsi, & c.

Hier vloeit een aardige woordspeeling uit Silvia en Selve, het geene onze taal niet kan volgen, en deswegen heb ik, om ook eenen zin te vinden, dit zypad moeten kiezen:

 
- O zonder mededoogen
 
Te wreede Silvia, noch wreeder dan het woud,
 
't Is wel te zien dat gy, die u in 't bosch onthoud,
 
Allengs, van jongs af aan, dien aart heb ingedronken.
 
Het bosch verbergt in 't groen, in holen en spelonken
 
De gladde slang, de leeuw en onbeschoften beer;
 
n gy, in uwe borst, zo overschoon en teêr,
 
Verbergt verachting, haat en onmedogend prangen;
 
Veel ysselyker wilt dan leeuwen, beeren, slangen, enz.
[pagina 60]
[p. 60]

Een diergelyke woordspeeling in den Getrouwen Herder van Guarini, en die ook onnavolgbaar in het duitsch is, heeft my niet voldaan by onze vertaalders, hoor Mirtillus:

 
Cruda Amarilli, che col nome ancora
 
D'amar, ai lasso, amaramente insegni.

De groote Dichter en taalgeleerde Constantyn Huigens, die anders vry genoeg was, heeft hier geen vryheid durven gebruiken, zyne overzetting luid aldus:

 
Wrang' Amaril, die selver met het bitter
 
Van uwen naam leert bitterlyk beminnen;Ga naar eind22

David de Potter berymt het op deeze wyze:

 
Wreede Amaril! die zelf met uwen naam, my
 
Helaas) zoo bitter leert, wat zaak het Minnen zy:Ga naar eind23

Doch zy beide (men vergeeve het my) drukken niet uit dat met de zinbetekening van Amarilli, amar en amaramente overeenkomt: en blyven smaakeloos en duister.

[...]

Veele andere kleine omschryvingen zyn ook met een goed inzicht gestelt. Doch vind de Leezer met dit alle geen genoegen, en wil hy my zelf het krimpen en rekken der vaerzen niet ten goede houden: ik betuige dat ik my daar niet over verwonderen noch ontstellen zal, dewyl ik geloof dat niemant minder voldaan blyft over dit werk, en niemant meêr vermaak zal hebben in een beter Copy van dit kunstig en edel Originaal te zien, als de myne is, dan ik zelf.

[...]

Ik moet hier ook melden dat myn inzicht met deeze vertaalinge niet geweest is, om haar op den Schouburg te voeren: zelf zou ik ze daar niet dienstig oordeelen: want schoon deeze vrucht zeer aangenaam in haaren tyd en eige lucht is geweest, nochtans is hier een andre smaak, die liever met veel gewoel van lachende Blyspeelen, of bloedigen ondergang van verheven persoonaadjen en koningryken voldaan word. Ook schreef Vondel al in zynen tijd:

[pagina 61]
[p. 61]
 
Herdersspelen, het is nacht,
 
Roept de Heere- en Keizersgracht.

[...]

eind21
Publius Virgilius Maroos wercken vertaelt, Amsterdam, 1646, en Publius Virgilius Maroos wercken in Nederduitsch dicht vertaelt, Amsterdam, 1660.
eind22
Constantijn Huygens vertaalde een gedeelte van Il pastor fido: - Yet overgesetts’, De gedichten van Constantijn Huygens, ed. J.A. Worp, 9 dln, Groningen, 1892-1899, I, pp. 286-294.
eind23
Den getrouwen herder. Bly-eynd' herders treurspel, vert. David de Potter, Amsterdam, 1650.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • over Amintas. Beneven eene verhandeling van het herderdicht


auteurs

  • over Jan Baptist Wellekens