Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Here zegen deze spijze (1967)

Informatie terzijde

Titelpagina van Here zegen deze spijze
Afbeelding van Here zegen deze spijzeToon afbeelding van titelpagina van Here zegen deze spijze

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.45 MB)

Scans (18.22 MB)

XML (0.15 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Here zegen deze spijze

(1967)–Max Schreuder–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 53]
[p. 53]

Para-communicatie
Halve woorden voor goede verstaanders en para-normalen

(Tijdens het lezen is het niet verboden te roken)

Al fluister ik hetzelfde duizendmaal in je oor, je zult het niet horen, je zult niet weten wat het betekent ruimtelijk te zijn. Je zult niet zien dat mensen verschijnen en verdwijnen, alsmaar om hulp roepend, omdat ook zij geen inzicht hebben. Je zult niet verstaan wat ik zeg vanuit de grondnevelen der ziel. Of wel? Nu dan, waarom luister je dan niet!

Binnen deze organische stroom van kleuren en interpretaties waren wij rond als halfgoden, levend in twee werelden, maar trekken ons voortdurend uit de wereld van ‘god’ terug, alsof ons gestel daar niet op gebouwd is.

Om mij heen is een ring van licht, de heldere atmosfeer van de kosmos. Ik besta uit mijn visie. Mijn handen bewegen zich automatisch over de schrijfmachine, waaruit zij het vuur van mijn wil rammelen, maar het kan evengoed de wil van een ander zijn. De wereld waarin ik nu schrijf is die van anders en abnormaal werkende hersenen; een andere wereld dus. Niemand hoeft deze te controleren of te interpreteren want zij behoort tot het niet verklaarde land waar slechts enkelen hun schreden hebben gezet. In deze kenbare sfeer en ervaarbare ruimte doordringen wij elkaar. Wij, dat wil zeggen al de stemmen die in ons spreken, de logische, de irreële, de absurde, de zingende en de brullende stemmen, vormen één geheel en heten mens. Maar het zijn ook stemmen die wijzen op tekens en verschijnselen die zich voordoen aan elke ziener. Hiervan kunnen we gebruik ma-

[pagina 54]
[p. 54]

ken om praktisch te leven.

Nooit zal ons... over de lippen gaan; nooit zal hier een boek of zelfs één teken aan worden gewijd.

Dit is het, versta me: een wijze van zien.

Houd me niet af van dit geprevel; wellicht is het belangrijker dan alle wijze woorden van doordenkertjes. Het kleine omhulsel van een mens komt op een keerpunt van de werkelijkheid. Het ogenblik waarop een cirkel vierkant kan zijn en gele bloemen blauw, aangezien ze alle tot dezelfde dans behoren. Dit keerpunt is een gebeurtenis die we dagelijks kunnen meemaken. Waarom dan zo traag van bewustzijn? Waarom dan zo bang om zich uit de causaliteit te begeven? Waarom moet de gemiddelde mens klemvast zitten in de stoel van z'n driedimensionale kennis? Ruimte kan ervaring zijn. Als dat het geval is ontstaat een andere taal, zoals bij voorbeeld deze. Een taal die geen belangen meer heeft bij causale syntaxis. Een taal die vanzelf loslaat en zich niet aan de mensen vastklampt als een drie maal bewezen klimop. Nee, het is een taal die als regen afglijdt, maar behagelijk, want licht en doorzichtig. Geen vergelijkingen zijn nodig; wat er staat staat er. Het volgende beeld doet het vorige verdwijnen, of neemt het in zich op.

Men kan zeggen: een mystieke kop die deze woorden bazelt. Dit hier is pas herkenbaar in dagen, nachten of seconden van grote ruimte; althans de illusie daarvan. Als de eenheid van de persoon overheerst kan de gespletenheid tot in het diepst beleefd worden, zonder dat het gevaar bestaat mentale energie te verliezen, dus uitgeput te raken of, als krankzinnigen, halfbewust te leven. Nee, deze belevenis is van zo'n massale totaliteit dat ik verbaasd ben over de angst die de mensen ervoor terughoudt. Ruimte-angst. Angst om zijn ziel aan grote ervaringen ‘prijs’ te geven.

De vage taal die ik gebruik is kenmerkend voor de gemak-

[pagina 55]
[p. 55]

kelijke onzin die woorden willen uitdrukken. Het doet niets ter zake welke taal men gebruikt.

Ik kan evengoed opstaan en beleefd de kwatsj van de grote uithangmajoor gaan prediken. Zinrijke taal, maar niet voor analisten.

Zoals de logica een aparte taal vereist, zo ook de ruimtebeleving. Deze glinsterende elektrische sfeer die om mij heen is, deze radiatie van fosforiscerende deeltjes, dit straallichaam is een grens die men moet passeren om werkelijk interplanetair ruimteverkeer te beleven. Ruimtelichamen bewegen zich voort op licht, zeer eenvoudig dus, maar oneindig liefelijk. Het is moeilijk hen te benoemen, omdat zij geen menselijke ervaring bezitten. Het enige wat hen met ons bindt is de vorm en de gelijke gemoedsbeweging. Het is een verandering van hersenseinen waardoor we in deze stemming raken. Gemakkelijk te bereiken door iedereen. Maar veel mensen zijn bang voor werkelijke inkeer. Het is de bodem van het bewustzijn dat deze tekens geeft.

Niet de verklaring, maar het uitdrukken van deze werkelijkheid, daar komt het, onder ons gezegd, op aan.

De brief in de kamer, die niet gelezen was, stond met de rug tegen de vaas aan. H. had dit gedaan om hem niet te hoeven openen. Hij had het handschrift van de afzender, dat hem irriteerde, weggedraaid. Uiteraard vielen er intussen doden in wildwestfilms en Vietnam, maar die brief stond daar maar, terwijl niemand er naar omkeek. Ook werden allerlei ministers af- en opgezet, maar H. bevond zich in de kamer zonder die ongeopende brief gelezen te hebben. Nu had H. die brief wel kunnen openscheuren, maar dan zou hij niet meer tegen de vaas staan. En dat was het juist: hij stond daar maar, zonder dat H. hem gelezen had. Men kan zich afvragen waarom H. dan in dat huis bleef, maar dat heeft niets met die brief te

[pagina 56]
[p. 56]

maken. Trouwens, dat huis, wat had dat met H. te maken? Nee., geen gezijk, die brief stond daar maar ongelezen, ongeopend te zijn en dat was een vreemde situatie. Daar gaat het namelijk om: wat een vreemde situatie met zo'n brief!

Iets anders: De man sprong met een zwaai over het hek, kroop onder de spoorrails door, liet zijn schaduw door een diesel overrijden en kon nog snel uit de voeten komen. Tot z'n spijt moest hij drie agenten knevelen en neerleggen. Maar hij kwam op tijd bij zijn geliefde aan. Op tijd, zeg dat wel! Als ze slaperig was wilde ze nooit vrijen, maar nu had ze zich juist gewassen en was in nachtpon gehuld. De man kwam aan, kuste haar en drukte haar op bed. Enfin, na de nodige liefdesbetuigingen gaat onze held de volgende dag weer op pad om zijn misdadig leven zo romantisch mogelijk te maken.

Intussen is natuurlijk inspecteur Grant, die veel in z'n hoofd had, maar zich weinig kon herinneren, op het goede spoor gekomen. Hij lokt onze mooie held in de val en het is zijn geliefde die hem eruit weet te halen, door inspecteur Grant te verleiden. Zo gaat dat enige duizenden pagina's door en dan opeens komt een wending in het verhaal. Inspecteur Grant blijkt namelijk in de misdaad te gaan, omdat de maatschappij hem te ondankbaar is, vooral na die relletjes in Amsterdam. Goed, Grant wordt koning van de misdaad. Doek. Uit.

Wie niet mee kan komen moet maar afvallen.

Meevliegen dus in gedachten en voorstellingen die alleen maar voertuigen zijn voor het vliegen zelf. Waarschuwing: wie te ver vliegt raakt zijn vrijheid kwijt.

Ook de woorden vliegen als spreuken uit een pruttelende bron omhoog en ik ben erdoor betoverd. Zij betekenen haast niets.

Het roken vertraagt de adem.

[pagina 57]
[p. 57]

Het kan me niets schelen, hoe dit alles klinkt, lezer. Wij verkeren in zekere zin allen in dezelfde omstandigheden, maar de meesten zijn doodsbenauwd dit te erkennen (en te ervaren), omdat hun bezitstlust (naar kennis en goederen) nog te groot is.

O, uiterst bekwame transistor en emissor van alle functies van het door mij verzonnen universum, het is me een groot genoegen dit te kennen en dit te ontmoeten en het samen te hebben over god.

Samen praten over god, ja gezellig. Wij zingen na afloop het zo ontroerende Wilheilige.

Grote domoor die deze regels leest, één ding zou je kunnen redden: wind je niet te zeer op over je eigen onwetendheid. Het gaat hier namelijk niet meer om lezen maar om het beleven, een hogere vorm van intelligentie waaraan we eindelijk toekomen na duizenden jaren dodelijk denken.

Maar tegelijk is dit een mooi ontspannend spel waaraan alleen de gokkers verloren gaan. Zij zetten zoveel in dat ze niets meer overhouden en daarna alleen nog maar spelen met de bezittingen van anderen...

Toch speel ik verder.

Op een ochtend toen de zon bevroren was door allerlei poëtisch gezwijmel (wat ik hier niet kan gebruiken) gebeurde het niet. Wel op een avond toen een oliekachel op twee stond en verder alles buitengewoon rustig leek in de stad. Natuurlijk werd er nog steeds gemoord en gewurgd en vonden hier en daar ongelukken en uitbundige zaadlozingen plaats. Maar afgezien daarvan leek het rustig op zijn kamer. Hij besloot de ruimte in te trekken. Ziehier de resultaten. Hij bracht verslag uit op een armzalige manier, maar hoe kon hij anders als er nog geen tekens bestaan om zijn ervaringen uit te drukken? Of moest hij soms voor de narcistische yogi gaan spelen die in de schoot van zelf-

[pagina 58]
[p. 58]

behagen leeft? Nee. Hij brak uit. Dwars door de schil van de zich zelf bevredigende kennis en wereldwijsheid prikte hij een gat om ruimtelucht te scheppen. Ziehier de resultaten.

Maar de meeste mensen kiezen in plaats van de ruimte De Gruyter.

Mist u niets?

Raadgeving: als u met de laserstralen van uw gezichtsvermogen door de kern van uw illusies dringt, ontstaat een mild vuur van rijpe verbondenheid. Hierbij kan men zich alles voorstellen: bij voorbeeld: rijpe sla drijvend op rood zonlicht of tomaten. Wie hier iets over wil vragen moet het antwoord al weten. Wie hier iets aan toe wil voegen, moet de consequenties voor eigen rekening nemen. Als u meent met een krankzinnige te doen te hebben, kent u zijn knipoog niet...

Ik graas op een veld van taalmogelijkheden.

Een kleine zuster van een oude man kan soms spelen met diens verleden.

Knollen verwekken knollen.

Zwijnen verwekken zwijnen.

Mensen verwekken grotere mogelijkheden dan mensen.

Wie de geruststelling van een verruimd bewustzijn ter harte neemt kan rustig inslapen. Hij weet ook dat dromen grenzeloos zijn. Hij weet dat hij verantwoordelijk is voor de toestand van zijn lichaam en zal zich nooit aan dat van een ander vergrijpen.

Overigens weten we nog steeds niet wat er in die brief stond die H. met z'n rug tegen een vaas heeft geplaatst.

En wat is dat voor een raadselachtige zin over een oude man wiens zuster met zijn verleden kan spelen.

Ik vraag het me ook af.

De lezer wordt aangeraden even te pauseren.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken