Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Offensief. Een leekenspel (1933)

Informatie terzijde

Titelpagina van Offensief. Een leekenspel
Afbeelding van Offensief. Een leekenspelToon afbeelding van titelpagina van Offensief. Een leekenspel

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.27 MB)

Scans (1.81 MB)

ebook (2.84 MB)

XML (0.07 MB)

tekstbestand






Genre

drama

Subgenre

toneeltekst (modern)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Offensief. Een leekenspel

(1933)–Jacques Schreurs–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 30]
[p. 30]

Het derde deel.

HETZELFDE TOONEEL: DE MOEDER DER VOLKEN AAN DEN VOET VAN HET KRUIS, EN RECHTS EN LINKS VAN HAAR, TEGEN DEN ACHTERWAND, HET WIT KOOR. OP DE TRAPPEN, VOOR HAAR, LAGER: DE ZEVEN GAVEN VAN DEN HEILIGEN GEEST.
IN HET VOORPLAN RECHTS MICHAEL MET HET KRUIS, MET AAN ZIJN ZIJDE DE EVANGELISCHE RADEN EN TEGENOVER HEM, LINKS, LUCIFER MET DE DRAKENVLAG EN DE DRIE BEGEERLIJKHEDEN, VERBEELD DOOR MAMMON, VENUS EN JUPITER; HET GELD, DE WELLUST EN DE HOOGMOED.
ACHTER HEN, SLAGORDENSGEWIJS, HET ZWART KOOR EN DE WERELDLINGEN.
ACHTER MICHAEL STAAN DE SCHILDKNAPEN EN DE STRIJDERS, ZITTEN DE LAUWE EN LIGGEN DE SLAPENDE VOLGELINGEN VAN HET KRUIS.
VOOR HET GORDIJN OPEN GAAT ZINGEN DE GEVANGENEN UIT DE DIEPTE HET ‘RORATE COELI DESUPER’, BEANTWOORD DOOR HET ‘CONSOLAMINI’ DER MOEDERKERK.
DE KERK:
 
't Is eeuwig weer der eeuwen strijd
 
Om menschheid en om aarde:
 
Twee kampen, twee standaarden
 
Naar links en rechts een eeuwigheid;
 
Want telkens, onder andre namen,
 
Herleeft het Kwaad in andere kleedij:
 
Begraven reeds voor Tutan-Khamen
 
Dingt Geld en Goed om wereldheerschappij
 
En Venus, dood zoolang zich menschen schamen.
 
Leeft voort in Wellust, schaamteloos als zij.
 
En even fel als alle Kwaden samen
 
Stond Jupiter weer op in Hoovaardij!
 
't Is eeuwig weer der eeuwen strijd
 
Om hier of daar een eeuwigheid!
MICHAEL:
 
Nu wordt de groote strijd beslecht.
 
Strijk Lucifer de drakenvlag:
 
De Duisternis wordt Dag!
LUCIFER:
 
Op wiens gezag en met welk recht?
MICHAEL:
 
Van Die in een subliem gevecht
 
U neersloeg, slag op slag!
[pagina 31]
[p. 31]
LUCIFER:
 
Geen heerscher zonder slag of stoot
 
Geeft zijn gebieden prijs!
 
Ik schuw den kamp niet, kèn geen dood,
 
Verlies geen paradijs!
 
'k Heb uit de keur van uw geslacht
 
Door Mammon's glans en Venus' kracht
 
Een legioen gerecruteerd! -
MICHAEL:
 
Die wind is nu gekeerd!
 
De Koningsstandaard rukt vooruit,
 
Verovert elk terrein.
 
Dat gij met duistre macht omsluit
 
Als uw domein!
DE KERK:
 
Het geldt mijn volk, zoo duur gekocht
 
En u zoo lang benijd,
 
Dat nù - geroepen en gezocht -
 
Van uw juk wordt bevrijd!
 
Het geldt mìjn volk, waarom ik vocht,
 
Mìjn kind, dat naar mij schreit!
 
Mìjn kind, dat ik in naamloos wee
 
Gebaard, ten licht! nu beur -
 
Dat 'k met een liefde als een zee
 
Liefheb en nòg betreur!
 
Ik ken mijn kind aan zijne stem
 
Ik ken hem aan zijn geur,
 
En veraf streel 'k en zegen hem:
 
Den erfgenaam mijns schoots
 
Dien 'k uit de schaduwen des doods
 
Ten leven beur!
LUCIFER:
 
De drakenvlag waai' uit!!
 
Want wat ik met mijn arm omsluit
 
Houd ik met kracht bezet!
 
Mijn troepen drongen keer op keer
 
In uw gelederen door!
 
Wie vreest er een half-slapend heet?
 
Welk leger ging te loor,
 
Dat, menigmaal en onverwacht,
 
Een kreupel heer ten onderbracht
 
In ongelijken strijd? -
 
U zij het recht, maar mij de macht!
 
Mij de aarde, u de eeuwigheid!
 
U 't licht en mij de nacht!
[pagina 32]
[p. 32]
RECHTS:
 
Het licht verjaagt de nacht!
LINKS:
 
De nacht beslaat de dag!
RECHTS:
 
De duisternis wordt licht!
LINKS:
 
Waai' uit de draken-vlag!
RECHTS:
 
De koningsstandaard ruk naar voor!
LUCIFER:
 
Een handvol volk bij ons geschat!
LINKS:
 
Ons donker rookt als wolken door
 
De poorten van uw stad!
RECHTS:
 
Wij staan mèt God!
LINKS:
 
Wat doet ons dat!
LUCIFER:
 
Een slapend heer en hálf te loor;
 
Een handje vol!
RECHTS:
 
God's kracht terzij!
LUCIFER:
 
Een handjevol, een duizendste van mij!
MICHAEL:
 
Satan, je hebt den Bijbel slecht gelezen
 
Want, als jij goed gelezen had,
 
Zou menig beeld en menig blad
 
Jou tot een klare spiegel wezen
 
En jou tot schrikbeeld zijn gerezen -
 
Die zelfs zijn eigen val vergat!
[pagina 33]
[p. 33]
 
Maar, smaakt het niet zich-zelve te misprijzen.
 
Laat ik jou, Satan, dan verwijzen
 
Naar David en naar Goliath,
 
Naar Gideon den grijze
 
En haast naar ieder blad!
 
En laat ik jou beleeren
 
Voor nù en voor voortaan:
 
Dat zij die strijden in de hand des Heeren
 
De stèrken zijn en dat die slààn
 
Als Michaël -
 
En, dwars door alle heeren,
 
Ten zege gaan!
LINKS:
 
Die slag is oud! Op nieuw gedaan!
 
De macht van 't Kwaad is niet te slaan!
MICHAEL:
 
Hoe ijdel roemt gij op het Kwaad!
 
Hij die der dingen ruimte en maat,
 
Oók u, zeer kalm en helder meet.
 
Die zich met dag en dageraad
 
En nacht en avond kleedt,
 
Voltooit rustig zijn pronkgewaad
 
Dat schepping en verlossing heet!
 
Die voor ons oog zijn glans verhult
 
Komt, als de tijden zijn vervuld.
 
Met gansch zijn majesteit
 
En voor de zon van zijn gelaat
 
Vliedt, stormgewijs, de macht van 't Kwaad
 
Als rook en ijdelheid....
 
 
 
Hij is de Wijze en ziet kalm toe
 
En duldt der Kwaden klein gedoe,
 
Tot plots, zijn Wijsheid wordt
 
De dwaasheid aller dwazen moe:
 
Zijn arm schiet nooit te kort!
 
Hij is de landman en Hij weet:
 
Dat langzaam slechts, bij koud' en heet,
 
De beste vrucht gedijt
 
En 't lot der Menschheid, aarde en land,
 
Rijpt als een appel in zijn hand -
 
En tot gerechtigheid!
 
 
 
Zooals een slijper trager slijpt
 
Naar waarde van den edelsteen
 
Heeft Hij, die de waardij begrijpt
 
Der dingen als niet een.
[pagina 34]
[p. 34]
 
- Toen Menschheid had haar heil verbeurd, -
 
Zijn Heilsplan eeuw aan eeuw gekeurd
 
Eer 't Licht in 't duister scheen.
 
Maar duisternis nam 't Licht niet aan
 
En 't werd de eeuwige strijd
 
Van opgaan en van ondergaan
 
Die, hemelhoog en wijd,
 
Opnieuw, ten zegen of ten vloek,
 
Van wereldhoek naar wereldhoek
 
Door alle geesten slaat!
 
 
 
Het is de strijd van Goed en Kwaad
 
Om groòte heerschappij,
 
Die eeuwig tusschen Liefde en Haat
 
Als tusschen u en mij
 
Gestreden, - onvolstreden - staat,
 
De strijd om diè soldij
 
Die eens, ontfutseld door uw list,
 
De Menschheid liet in nood,
 
Maar door een Visscher werd gevischt
 
Ter diepzee van de Dood,
 
Die levend werd door dezen Visch
 
Van wien dit Kruis de angel is!
 
 
 
In zijnen Naam en door zijn Kracht
 
Daag ik u tot den strijd!
RECHTS, KERK, WIT KOOR EN GAVEN:
 
Neen, niet aan ons Heer is de kracht
 
Maar u de eer en alle macht
 
En voor uw aanschijn beeft de gansche aarde.
RECHTS:
 
Wie is als God?!
LINKS:
 
Wie is als Lucifer?!
MICHAEL:
 
Gevallen geest, verdwaalde ster
 
Die zooveel rampspoed baarde!
HOOGMOED:
 
Gij siddert, oude Krijger, voor die stem?
LUCIFER:
 
De hemel der hemelen zij aan Hem!
 
Maar mìj de mensch en mij de aarde!
[pagina 35]
[p. 35]
MICHAEL:
 
Geen enkel mensch, geen voetbreed aarde!
RECHTS:
 
Wie is als God?!
LINKS:
 
Waar is uw God!
RECHTS:
 
Onze God is in de hemelen:
 
Al wat Hij wil, doet Hij!
LINKS:
 
Onze goden zijn van de aarde:
 
Al wat zij willen, doen wij!
RECHTS:
 
Afgodsbeelden zijn zij: zilver en goud:
 
Werken van menschen-handen!
LINKS:
 
Dezen eeren en loven wij!
RECHTS:
 
Niet de dooden zullen u loven, Heer;
 
Maar wij die leven, loven den Heer!
EERSTE HALFKOOR:
 
In armoe des geestes!
TWEEDE HALFKOOR:
 
In honger en spijs!
EERSTE HALFKOOR:
 
In kuischheid en koude!
TWEEDE HALFKOOR:
 
In vuur en in ijs!
EERSTE HALFKOOR:
 
In ootmoed gebogen!
TWEEDE HALFKOOR:
 
In Christus voltogen!
[pagina 36]
[p. 36]
LINKS:
 
Wij houden het met Lucifer,
 
Met Mammon, Venus, Jupiter!
RECHTS:
 
Zij hebben een mond en spreken niet;
 
Zij hebben oogen en zien niet!
LINKS:
 
Waar is uw God?
RECHTS:
 
Zij hebben ooren en hooren niet.
 
Zij hebben een neus en ruiken niet!
LINKS:
 
Waar blijft uw God?
RECHTS:
 
Zij hebben handen en tasten niet,
 
Voeten en wandelen niet;
 
Zij roepen niet met hun keel!
LINKS:
 
Waar toeft uw God?
RECHTS:
 
Al die hen maakten worden gelijk aan dezen!
 
Gezegend zijn zij die God vreezenl!
LINKS:
 
Wat talmt uw God? Waar dwaalt uw God?
RECHTS:
 
De Koningsstandaard gaat vooraan
 
Die elk verzet zal breken!
 
In Christus naam: wij gaan, wij gaan
 
Verwinnen in dit teeken!
DE RECHTERVLEUGEL ZWAAIT IN EEN HALVE CIRKEL NAAR LINKS EN ALS DE LINKERVLEUGEL GEVLUCHT IS, STELLEN DE RECHTSCHEN ZICH OP DE PLAATS DER LINKSCHEN.
RECHTS LIGGEN DE SLAPERS EN LEUNEN EN ZITTEN DE LAUWEN. MUZIEK VAN EEN ZACHTE, AANZWELLENDE WIND; BLOEMEN REGENEN UIT DE LUCHT, DUIVEN STIJGEN TEN HEMEL; DE ZEVEN GAVEN DALEN AF NAAR DE SLAPERS EN LAUWEN EN EEN ZACHTE MUZIEK NU ILLUSTREERT, MET MOTIEVEN UIT HET VENI S. SPIRITUS, DE STEM DER KERK. HAAR PAARSCHE MANTEL VALT HAAR AF, ZIJ RIJST IN EEN STRALEND WIT KLEED.
[pagina 37]
[p. 37]
DE KERK:
 
De Geest des Heeren vervult de lucht.
 
De wereld wordt zijn koor
 
En van zijn geest opnieuw bevrucht.
 
Doorschenen door en door,
 
Verheft mijn geest mijn Trooster zeer:
 
Mijn ziel maakt groot den Heer!....
LINKERVLEUGEL:
 
Nòg is het groote niet volbracht!
DE KERK:
 
In mij ontwaakt een nieuwe kracht,
 
In mij een nieuwe tijd
 
En ik sta vol en onverwacht
 
Van vuren heerlijkheid!
LAUWEN:
 
Zoo rijzen wij in nieuwe kracht,
SLAPERS:
 
Ontwaken wij uit diepen nacht
 
Tot diepe helderheid!
STRIJDERS:
 
Zoo staan wij allen, kracht aan kracht.
 
Voor 't groote werk bereid!
DE KERK:
 
Nu rijs ik in mijn Moederplicht,
 
Zoo maatloos vol van naamloos licht,
 
Als nooit tevoren!
 
Mijn kinderen: uw Moeder werd herboren!
ALLEN:
 
Nù wordt het groote werk verricht!
EERSTE HALFKOOR:
 
God schiep het licht!
TWEEDE HALFKOOR:
 
God schèpt het morgen-gloren!
SAMEN:
 
Gods wereldrijk wordt nu geboren!
[pagina 38]
[p. 38]
DE GEVANGENEN:
 
RORATE COELI DESUPER
 
ET NUBES PLUANT JUSTUM.
 
 
 
(Dauwt hemelen den Gerechte)
 
(En dat de wolken Hem nederregenen.)
DE KERK:
 
Troost u mijn volk in slavernij:
 
Ons Paaschlam Christus is geslacht.
 
Uw ballingschap is haast volbracht
 
Uw redders zijn nabij!
 
Geen droefheid meer en geene vrees,
 
Mijn arm, lief volk, géén klacht;
 
Ik kom u spijzen met zijn Vleesch:
 
Ons Paaschlam is geslacht!
ALLEN:
 
Het groote werk wordt nu volbracht!
DE KERK:
 
Sta op, mijn volk van alle land.
 
Door zon gebruind, door zon gebrand,
 
In sneeuw en ijs bevroren -
 
Van elke kleur, van elken aard:
 
Door mij wordt gij opnieuw gebaard,
 
In mij wordt gij herboren!
ALLEN:
 
Nu komen allen uit den dood
 
o Moeder, in uw moederschoot!
EERSTE HALFKOOR:
 
Moeder! nu wordt de wereld schoon:
 
Uw schoot!!
TWEEDE HALFKOOR:
 
Nu wordt de Duisternis uw Zoon!
ALLEN:
 
En groòt!!
DE KERK:
 
o Kinderen, o mijn kroon;
 
Mijn luister en mijn Zoon!
 
Zóó schoon zag ik de wereld nooit
 
Als nu haar God zoo diep verklaart:
[pagina 39]
[p. 39]
 
Een bruid, die zich ter bruiloft tooit.
 
Voor die zich openbaart;
 
Een bruid, waarvoor men bloemen strooit,
 
Een bruid, den Koning waard!
 
 
 
Was ooit een droom, als gij, zoo schoon:
 
Droom van een koningszoon.
 
Zijn kleine trom,
 
Zijn rinkelbom.
 
Zijn troon....
 
O aller, allerdiepste droom,
 
o allerdiepste leed!
 
 
 
De steden: meidauw op uw kleed
 
En edelsteenen in uw gloed;
 
Uw lach vol vlinderen
 
Als bloed van lammeren zoo zoet
 
Als bloed van kinderen;
 
De rozen van uw adem en uw mond.
 
Uw zoete meeren, zuivere rivieren
 
En blauwe zeeën om en om....
 
Wie kan zoo hemelsch sieren
 
Als God de heldere ronde trom:
 
De blije rinkelbom,
 
Van zijnen Zoon!
 
 
 
Komt, alle volkeren nu in mijn schoot!
ALLEN:
 
Moeder! nooit zagen wij u zóó schoon!
DE KERK:
 
Mijn kinderen, nooit zag ik u zóó groot!

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken