Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taal
    • Limburgse literatuur
    • Friese literatuur
    • Surinaamse literatuur
    • Zuid-Afrikaanse literatuur
  • Selecties
    • Onze kinderboeken
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • E-books
    • Publiek Domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Hergebruik
    • Disclaimer
    • Informatie voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid
Memoryboeck van de vrouwens. Het notitieboek van een Friese vroedvrouw 1693-1745

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2,14 MB)






Editeur
M.J. van Lieburg



Genre
non-fictie

Subgenre
non-fictie/dagboek
non-fictie/natuurwetenschappen/geneeskunde


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

 

Memoryboeck van de vrouwens. Het notitieboek van een Friese vroedvrouw 1693-1745

(1984)–Catharina Schrader

Vorige Volgende

[1703]

Don ick het jar van 1703 begon haede ick achthondert een enn vertigh kynder gehalt, sege 800: 40 in het 47[e]jar van mijn auwderdom in 10 jar tit.

 

O Heere, Allemachtige Goedt. U sij loff enn danck geseit dy mij uyt mijne verlegene sacken geredt hebt. Heere, in Uwen naeme sall ick met dit niwe jar beginnen. Geft mij, o Goedt, mijn scheper, ock wer niwe krachten, niwe segen; dar to lust en gesontheit, op dat ick het alles mag uyt voren tot ehre van uwen grotten naem enn hullpe van de elendige dy in noot sijn. Enn tot seegen van mij, Uwe arme dinstmagt. Seegent mij dan, Heere, soo blief ick geseegent. Amen, ja Heere, amen.

Alltit bydende enn hopende.

Catharina Gertruyt Schraders, weduw Craamers.

[p. 106]

(825)

1703 den 24 januwary tot Damwauwden gehalt bij domene Bruning sijn wiff Grittie, nae dater die nacht all een ander war. Bevont daet het bentie vor het isben lag. Most het helpen met grotte muyte. Doch liep, Got loff, noch well of. Een son. 6-

(826)

1703 den 26 januw[ari] ben ick bij Kurt Jans schip[per] sijn wiff Barber [geweest], naedat heet waeter all een etmall war weg gewest. Een dochter. 2-

(834)

den 8 [februari] ben bij Liwe Dauwes sijnde een schomac[ker] sijn wiff. En kleyn kintie. 3-3

(851)

1703 den 26 [maart] bij Jakop kordewercker sij wiff Janke op het Blockhuys. Bevont de geborte geschlotten. Qwam met de votties vor. Haeder vell me te don er ick ontschl[uitinge] konde macken. Mar ginck, Gott loff en danck, noch well en geluckig. Brack ick het watter en kerde. Een doch[ter]. 2-

(852)

den 26 ben ick tot Hantum gehalt om [...] sijn vrauw van de naegeborte te verlossen. Twelck ick ock geluckig vollbrocht, naedatz een gehele nacht waren donde gewest. 3-3

(854)

den 29 mert bij Anderis Dauwes treckschiper sijn wif Frauwkie. Har een son, doch ser swar, gehalt. En war gen ontschluytinge. 3- 1

(859)

den 15 april tot Bonwerhuyssen bij Gerben sijn wiff Rens[ke]. Een son. Mar vertin dagen daran gestorven. 1-8

(865)

1703 den 28 bij mijne pompmacker sijn wiff Fettie. En har een jonge son gehalt. Mar war all besturt. 2-1

(872)

den 3 juny bij Hottze wagenmacker sijn wiff Antie gehalt. Durde een etmal dat schricklick arbeit haede. En saet vast met sijn schauwderen op het yssben. Konde nit volgen; most het met hack hallen. Kerde het met de mont vor den uyteres. Haede har op het hofft 3 mall. Schlog het hack in sijn mont. Een doede dochter. 9-3

(873)

den 6 tot Bonwert gehalt bij Fope Ecke. En en kyntie van 6 manden gehalt. Most de ontschluy[ting] macken. Qwam met sijn knities vor de geb[oorte] met het eene hantie. Hallde het met de votties. Doch om sijn tederheit levede nit lange. Saet het lest ock ser [vast?]. 1-6

(874)

den 11 juny tot Aalsem bij Johanes Sipkes wert en timerman sijn wiff Jancke. En bevont het kynt met sijn billetie vor de gebortte. Een weynig ontschluyting en weynig arebeit. Haede dar vell muyte me. Haede har op het hofft. Kreg het don met gewelt dubelt met het ersken. En levede. En dochter. 3-

(876)

1703 den 16 juny bij Feicke Jans smit over de IJ op de Auwde Zill sijn wiff Hijttie. Een dochter. Een gruwelick waetter. 3-3

(889)

1703 den 24 dito [augustus] tot Bonwert bij Fucke Jauwkes sijn  

[p. 107]

wiff Aacke gehalt. En bevont dat de aremkes om sijn hals lagen. Hader vell me te don. Qwam met sijn angesicht nae boven. 1-8

(890)

den 26 bij Gerit Tadema sijn wiff Sara. Har een dochter gehalt op sondag, dat domene Sibelyus sij[n] erste predikasie tot Dockum dede. 3-3

(900)

1703 den 3 ocktober bij Arnoldus Revyes sijn wiff Gerttie. Har een dochter gehalt. Ginck swar. 6-6

(907)

1703 den 19 ben tot Drissum gehalt bij de mollenar sijn wiff. Een dochter. Mar war all besturt. -.-

(910)

den 22 ocktober bij Johanes Kockebacker sijn wiff Sipie. Har verlost van een doedt vergan kynt. Mar haede noch all nit lange dodt ge[weest]. 4-

(913)

1703 den 27 ock[tober] bij Wibran sersier sijn wiff Metie. Har een dochter gehalt. Sat met de schauwders vast. Haede dar vel werck me. 2-10

(921)

1703 den 10 [november] bij Jackop Berenhardus, sijnde een schi[ppers] knecht, sijn wiff Lumke, na datze 3 a 4 mall te vor geweldig gevloyt haede. Doch is alles noch well gewest. Een son. -.-

(936)

den sellven dit[o = 22 december] bij Aaff Jans dochter Mayke, sijnde een bedrogen vrister van har meyssters son tot Leuwarden. Een son. 1-10


Vorige Volgende

Over het gehele werk

M.J. van Lieburg


Dokkum


Over dit hoofdstuk/artikel

24 januari 1703

26 januari 1703

8 februari 1703

26 maart 1703

29 maart 1703

15 april 1703

28 april 1703

3 juni 1703

6 juni 1703

11 juni 1703

16 juni 1703

24 augustus 1703

26 augustus 1703

3 oktober 1703

19 oktober 1703

22 oktober 1703

27 oktober 1703

10 november 1703

22 december 1703