Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Memoryboeck van de vrouwens. Het notitieboek van een Friese vroedvrouw 1693-1745 (1984)

Informatie terzijde

Titelpagina van Memoryboeck van de vrouwens. Het notitieboek van een Friese vroedvrouw 1693-1745
Afbeelding van Memoryboeck van de vrouwens. Het notitieboek van een Friese vroedvrouw 1693-1745Toon afbeelding van titelpagina van Memoryboeck van de vrouwens. Het notitieboek van een Friese vroedvrouw 1693-1745

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.20 MB)

XML (1.27 MB)

tekstbestand






Editeur

M.J. van Lieburg



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/dagboek
non-fictie/natuurwetenschappen/geneeskunde


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Memoryboeck van de vrouwens. Het notitieboek van een Friese vroedvrouw 1693-1745

(1984)–Catharina Schrader–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

[1709]

Dit vorleden jar 1708 is wederom met seegen ten eynde gebracht.

[pagina 117]
[p. 117]

Dar vor sij U, o Here, lof en danck geseit. Wilt mij nu wederom met dit niwe jar, och mijn Godt, wederom Uwen lieven seegen geven. En dat ick den elendigen in haren noot mag helpen en bijstan. Dar to geft lust en chracht. En verhort mij in den dag der benauwtheit. En wilt mij dan hastelick helpen. En straft mij nit om hare sonden noch besock har nit om mijner sonden wille, dat gij vertragen souwt te helpen. Willt mij ock dar to wissheit geven en een verdig verstant en klockmodigheit. Heere, Gij allemagtige Godt, Gij kont helpen als een lieve hemelse baremhertige Vader. Willt Gij ock helpen, stat dan toch altit an mijn rechterhant en verlat U dinstmagt nit, gelick Gij, Heere mij noyt verlatten, mar altit geholpen hebt. Dit will doch Heer uyt genaden geven dat mijn hatters mogen syn dat Uwe hant mijn onderhouwt. Dyt alles wenssende enn bydende om Jesus Christus wille. Aamen.

C.G.S. weduw Cramer.

 

Dit verleden jar 1708 hebbe gehat hondert en dertig vrouwen.

(1561)

1709 den 22 januwari bij Jan Volkers Jancke kopman in bedden en keese. Een soon van 7 manden. En halde het bij de voetten, nae datze gedurig in har dracht met vlo[ed] en een gedurig met waatervloet ginck. 5-10

(1562)

1709 den 25 januwary te Raat gehalt bij Evert sijn wiff Trintie. Har een son gehalt. War een harde barmoder. Durde een etmal. En ginck swar to. 1-

(1566)

1709 den 3 feberwar tot Drissum gehalt bij Westergeest bij Schuyrt gortemacker sijn wiff Vrouwk. Een soon. Ginch hart wer to. 2-4

(1568)

den 12 tot Bonwerrt bij Saack Aales sijn wiff Titie. Mar war all besturt. 2-16

(1575)

[20 februari] ock nae de Geest gewest. Mar war all besturt. Jesses Moy har neef. 1-10

(1578)

den 2 mart nae Osterum bij Schurt Jelles Siwke. Een soon. Mar war al besturt. 0-3

(1587)

den 30 mart to Damwouwden bij Age Dedes sijn wiff Acke. Een dochter. Mar war all bestur[d]. Swimde well 2 a 3 uhren. 2-0

(1596)

1709 den 20 [april] nae Rensmageest gewest nae captein Pitter Ernest Haringsma sijn vrouw Rickxiarda. Een vulle vergaringe. 5 Mall hen gewest. 12-

(1609)

den 9 juni bij de portir sin dochter Frerick of Börke, genamt Alltie, een onterde vrister. Een son. Hallde het met de voeten,  

[pagina 118]
[p. 118]

heel swar, nae dat het waater morgens al weg war. Des ander dags morgens erst verloste een war an handen enn votten, hofft mismackt. De Heere bewar ons alle vor sulcke schepselen. 2-8

(1610)

den 9 juni bij Johannes Liewes kordewercker sijn wiff Grittie. Een kyntie van 7 mande. Levede mar een ur. 1-

(1614)

1709 den 27 juni bij Aage weduw Tey Alles Sittzke, donde een komeniswinckel. 12 Weken nae har mans dodt. Har van een dochter verlost. 2-

(1622)

den 31 [juli] bij Peeteres torfschipper sijn wiff Trintie. Een soon. Ginck swar to. Gen ontschlutinge. Een grott kint. Doch war noch alles well vor mod[er] en ki[nd]. 2-

(1624)

1709 den 1 augustus bij Sibe melkers dochter Grittie. Har verlost van 2 kynde[rs]. Dochters. War het erste met sijn ruge vor de geborte narbandig. En hadde dar vell met te don. Doch ginck noch well vor moder en kynder. Levenden beyde nit lange; het erste een ur 5 a 6, het leste een eetmal. De nageborten seer vast. 1-

(1626)

den 17 bij Frerick kuper sijn wiff Gertie Berens. Enn hebbe har een soon met een dochter gehalt, beyde g[oed]. Het eerste qwam recht, het ander qwalick. Kerde het en halde het met de voetten. Het leste holp hastig. De streng qwam hem tussen de bennen dor, snet dy met de scher dör, hallde het vort. De vrouw war heel flauw in har dragt en brackte gedurig op de reys. War dar nae fris en well. 2-

(1632)

den 12 sep[tember] bij een rutters wiff Jantie de Swaab sijn wiff. Een soon. Mar durde een etmaal. Ginck seer swar to. 0-18

(1633)

1709 den 15 september bij Antie Sippes een rutters wiff sinde Antie Brantz dochter. Een dodt verott kynt van 7 manden. Dor all te vell brandewin, tee en stercken dranck gekonsumeert. -.-

(1638)

1709 den 27 septem[ber] bij Henderick Deckenma advok[aat] sijn wijff Lisbit. Een myskram van 16 weeken. 2-15

(1646)

1709 den 20 november bij Ipe mölenar sijn wiff Gritie. Bevont het kyndes hantie erst in de geborte. Kerde het. Brocht het met sijn voties, mar blef vast met sijn hofft off kin sitten. Hadde dar vell werck me. Blef op de reys. Ginck seer swar to. Een soon. Mar de moder, Godt lof, wel. 3-10

(1650)

den 26 bij Henderick Renssens timmerman sijn wiff Imme. Een soon van 6 manden. Blef op de reys. Hallde het bij de voeten. Doch war al dodt tevoren. De moder vloyde schir weg den 8,9,10 dag. 2-6

(1651)

1709 den 1 desember bij Boote Ydes soldat sijn wiff Trintie  

[pagina 119]
[p. 119]

Hottse mollenars dochter. Brack het waater. Hallde het bij sijn vooties. En levede. Een dochter. 1-8

(1653)

den 9 desember bij Jellte Aages brouwer sijn wiff Janke. Een soon, nae datt 2 dagen het waater all weeg war. En ginck don heel geluckig en wel. 3-3

(1655)

den 22 des[ember] bij Heere Toomas wollkammer sijn wiff Gritie. Een soon. Mar ginck swar to. 1-16

(1656)

den 23 tot Drissum bij Hessel timerman sijn wiff. Waren 2 vrootvrouwen bij gewest. Hadden het waatter te vrog gebrocken. En qwam met het hantie vor, sonder ontschlutinge. Most rumte macken en keeren het met de vootten vor met schrickelicke muyte. Kreg het noch, mar war doodt. Saat met sijn hofft vast. Vrouw gesont enn well. 3-3


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

auteurs

  • M.J. van Lieburg


plaatsen

  • Hallum

  • Dokkum


Over dit hoofdstuk/artikel

datums

  • 22 januari 1709

  • 25 januari 1709

  • 3 februari 1709

  • 12 februari 1709

  • 20 februari 1709

  • 2 maart 1709

  • 30 maart 1709

  • 20 april 1709

  • 9 juni 1709

  • 27 juni 1709

  • 31 juli 1709

  • 1 augustus 1709

  • 17 augustus 1709

  • 12 september 1709

  • 15 september 1709

  • 27 september 1709

  • 20 november 1709

  • 26 november 1709

  • 1 december 1709

  • 9 december 1709

  • 22 december 1709

  • 23 december 1709