Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Memoryboeck van de vrouwens. Het notitieboek van een Friese vroedvrouw 1693-1745 (1984)

Informatie terzijde

Titelpagina van Memoryboeck van de vrouwens. Het notitieboek van een Friese vroedvrouw 1693-1745
Afbeelding van Memoryboeck van de vrouwens. Het notitieboek van een Friese vroedvrouw 1693-1745Toon afbeelding van titelpagina van Memoryboeck van de vrouwens. Het notitieboek van een Friese vroedvrouw 1693-1745

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.20 MB)

XML (1.27 MB)

tekstbestand






Editeur

M.J. van Lieburg



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/dagboek
non-fictie/natuurwetenschappen/geneeskunde


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Memoryboeck van de vrouwens. Het notitieboek van een Friese vroedvrouw 1693-1745

(1984)–Catharina Schrader–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

[1711]

Dit 17011 sall ick in des Heeren name wederom beginnen. O Heere, Heere, wilt mij nu wederom bijstan[d] met kracht uyt den hogen heemel. Sonder U kan ik nitz don. Uwen seegen mackt rick. Ach, seegent mij nu wederom met dit niwe jar. Gefft mij niwen seegen en dudt weldadigheit an Uwe arme dinstmagt. En wilt mij doch noyt in enige saacken verlegen laaten. En het gene dat dor U alwijsse vorsinigheit nit sal well gelucken, bewart mij dar vor. Anders stat an mijn rechterhant. En lat ick in Uwen naame grotte daaden dun, gelick als gij, o Heere, dit vorleden jar soo menigfuldig an mij met Uwen seegen begenadigt hebet. Ick ben nit, mar U, o Here, komt van mij to alle loff, pris, ehre en herlickheit. Bewart dan ock mijn ligam in gesontheit. Gefft lust dat ick het werck miner beropinge met vrogede en blitschap mag don. En altit gerne de elendige in hare noden te hulpe mag ko-

[pagina 123]
[p. 123]

men en dan U godelick hulpe en bijstant altit mag van U, o Hemelse Vader, ontfangen mag. Dit wenst, hopt bydt U arme dinstmagt om Jesus Christus wille. Ammen, ja amen. Bewar mij ock vor sonden en vor schanden, dat mijn vijandt hem over mij nit mag verbliden.

17011 den 6 janu[ari].

Cat[harina] G.S., wed. Cramers.

(1790)

den 25 janu[ari] bij Jackop Dronrip sijn wiff Rimke. 2 Jonge dochters. Halde se onder arbeit hastig op mallkander. En brack het waater. Halde se beyde met de vooten. 3-3

(1793)

den 6 feberwary Johanes Simkes glasemacker sijn wiff Trintie. Durde lange. Het arbeit nae bo[ven]. Een dochter. 1-8

(1794)

17011 den 8 feberwary bij Harmen royllebut sijn wiff Hylltie Horenstra. Een soon, nae datze 2 etmal het arbeit met schrickelicke pin in har endeldarem hadde. Most har klisteren. Ginck don, Godt loff, noch well. 3-3

(1795)

den 10 feberwary ben ick tot Nijckerck gehaft bij Waatze Yennema sijn wyf Aaltie Jouwkes. Hebbe har verlost van een brave jonge dochter nae dat het in de derde dag gedurt hade. En de vrootvrouw Van Morre gaff het over an dockter Van den Berg, dy met har om suckelden. Mar de Heere sij gelofft en gedanckt, nae een uhre a 3 hebbe har dor des Heeren seegen en godelicken bijstandt well verlost. 4-10

(1796)

17011 den 12 feberwary an de Treckweg gehalt bij Uye Binnes sijn wiff Rensken. Har een doch[ter]. Mar war all. 2-10

(1800)

den 23 feberwary butten Aalsem bij Jogem Gertzen sijn wiff Yudit. Een dochter. Most het arbeit ales met handen macken. Doch ginck, Godt loff, wel. 2-6

(1803)

den 5 [maart] bij Louwerens Berkan wever sijn wiff Titzken. Een soon met een dochter gehalt. Qwamen beyde verkert. Haldese bij de vooeten en kerdese. En gynck, Godt loff, noch well vor muder en kynder. 2-0

(1807)

den 10 te Raat gehalt bij Menke sijn wiff Sapke. Een dochter. Durde lange een heellen dag. Ginck swar to. 2-

(1810)

17011 den 20 [maart] bij Cornelis Jans garentwijnder sijn wif gehalt. En durde 3 dagen. Hade dar vel me te don. Ock lag het kynt recht, mar sat vast. Dede ales wat de konst vermogt. En ales mogt nit helpen. Hade een opstopinge vant water; most het waater met een carteer aftappen. Hebbe har ock geklistert en op het hoft gehat. Mar konde ales nit helpen. Ten lesten storf het kynt.  

[pagina 124]
[p. 124]

Sogt een arem loss te krigen, mar dat war nit gutt. Most don het aremken ofsetten met mijn mess. En halde het vortz met schrickelicke muyte met mijn haack het achterste deel vant hofft. En kreg het dun met grotte muyte. De don stilletie het aremke in de mouw, dat men het nit syn konde. En is de vrouw, Godt loff en danck, gesont en onbeschadigt gebleven. Een soon. 42 gul[den]

(1822)

den 21 [april] op de Ostercingel bij een arbeyder sijn wif Maycke. 2 Kynders. Een soon qwam well, mar het leste een dochter. Most het keeren. Halde het bij de vooeten. Ginck noch redelick. 3-0

(1824)

den 28 april bij baas Waatze schutemacker sijn wif Mayk. Qwam het kynt swarlick met de ruge. Qwam een grotte vlout. Schickte het met sijn ersin tot de geborte. Ginck swar to. Hade het bijna overgeven, mar kreg het noch dubelt. En levet noch, God lof en danck. 3-

(1831)

den 11 juny te Wetzens bij Klas arbeyder sijn wiff gehalt dar Teyrtie Moy dar gewest war. Har gevisentert. Bevont de mont van de baarmoder vor den uterus met den endeldarem gevorset en swart en ontstecken. Hallde met mijn hant stucken van de naegeborte dar uyt. Sette met mijn hant de baarmoder op sijn platz en spoute met tintur van fra[n]se win en mire en aaluwe met een cataplasma. Hadde schrickel[lijke] pers tot bersten to. So hast [ik] har geholpen [had] blef de pin weg. En de vrouw is gesont enn well herstelt. 3-

(1833)

1711 den 20 juny bij Symon Arkes gortmollenar op de Ouw Zil sijn wiff Sibreg. Een soon. Tallemde lang. 4-

(1835)

den 27 [juni] bij Liwe Johanes kordewercker sijn wiff Grittie. Een miskraam van een hallef jar. Een meyssin. Mar de geborte slot. Hade dar vel met te dun. Kreg se noch met grotte muyte. 1-2

(1840)

den 17 [juli] nae Wouwterswouwden bij Meynte Meynders. Mar war noch nit besturt. Gaf har wat in. Hade schrickelicke pin in de lenden. Verloste avens well. Mar storf her kint. 2-

(1847)

den 3 augustus tot Drissum bij Geert Pirs kleermacker sijn [...] gehalt. En hade dar all een ander den heelen dag bij gewest. Vont hantis met de voties gelick in de geborte; de navelstreng geboren. Het kint doodt. Schof het hofft tersijden, sogt nae de vooties en hallde het soo. Mar het hade een navelbröck in moderligam gekregen als een enden ey. Holp har dor den seegen Godes in een kartir urs. De moder, Godt loff, well varende. 1-3

(1848)

den 5 [augustus] Jan Konders Seycke van een kleyn vrugy van een hallef jar verlost. Mar war an vergan. -.-

[pagina 125]
[p. 125]

(1863)

den 15 september nae Blij bij een bur gehalt, welckers vrouw 2 dagen in arbeit geseeten hadde. Bevont dat het well was. Mar boven het ysbeen vast. Keerde het hoffin te ruge met grote muyte. Kreg de voeties en halde heet met grot gewelt. Het kynt war doodt. De moder behouwden. Here, beware mij doch vortan vor sulcke. 6-0

(1874)

1711 den 28 [september] tot Sprins bij Sicke Popkes Sitzke. Een soon. Mar war alles besturt. 1-10

(1877)

den 5 [oktober] bij Jan ter Steeg rutter sijn wiff Mayke. Hade al verlost van een verote stinke vrucht. Most de verote naegeborte met stucken ofhalen. Blef noch een stuck bij har. Is met een dranck ofgedreven. 1-10

(1878)

den 7 ock[tober] bij een Ostindies varders wiff, dyns man all 6 jar nae Yndien gewest war. Dit kynt in hordom gewonen, sinde Matis Pollack sin dochter, genamt Eva. Een doch[ter]. -.-

(1880)

den 14 ocktober bij Aale Chlasen wortelkoper sijn wiff Antie tot Ternart. Bevont dat heet water all lange weg war. Weynig ontsluting. Lag op de sijde met de hanties vor. Hade dar veel muyte me, eer ick het een vootie kreg. Sette har op het hofft, kerde het met de vooties vor, mar bleef op sijn schouwders sitten. Konde het met gewelt schir nit krijgen. Most het een bant om sijn hals [doen] en hallen het met gewelt. De moder behouwden; het kynt doot. De vrotvrouw Detie Moy gaf het over. Heere, bewar mij doch in tokomende vor sulcke elende. 5-

(1882)

den 20 bij Ack Tuymes schipersknecht. Een dode verote dochter. 1-10

(1888)

den 1 november tot Oostwouwde gehalt bij een man genam[d] Vormer Jans sijn wiff Antie, nae dat de vrootvrouw dar all een etmal bij war gew[eest]. En hade de streeng butten geholpen. Most don het kynt sterven. Kreeg het noch met grote muyte. Most op het hofft. Satt achter heet yssbeen en op sijde sat het vast. Een doode soon. 1-2

(1894)

den 11 bij Harmen Sybes sijn wiff Affken te Bonwerhuysen. Bevont dat de scheede van de baarmoder ser gelacksert war. Hade dar vel me te bewaren. Een dochter. 2-16

(1901)

1711 den 28 november bij Tiesse rouylebut Botie Pantie sin wif Kouwke. Durde een etmal. War het waater alle weg. Een sware reys, dar ick vell me te do hadde. Doch geluckte het, Godt loff, noch well. En blef gesont. Een soon. 2-

(1914)

den 28 [december] bij Jan Lamers botzgesel sijn wiff Aagt. Een soon. Mar ginck swar to. 1-10


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

auteurs

  • M.J. van Lieburg


plaatsen

  • Hallum

  • Dokkum


Over dit hoofdstuk/artikel

datums

  • 25 januari 1711

  • 6 februari 1711

  • 8 februari 1711

  • 10 februari 1711

  • 12 februari 1711

  • 23 februari 1711

  • 5 maart 1711

  • 10 maart 1711

  • 20 maart 1711

  • 21 april 1711

  • 28 april 1711

  • 11 juni 1711

  • 20 juni 1711

  • 27 juni 1711

  • 17 juli 1711

  • 3 augustus 1711

  • 5 augustus 1711

  • 15 september 1711

  • 28 september 1711

  • 5 oktober 1711

  • 7 oktober 1711

  • 14 oktober 1711

  • 20 oktober 1711

  • 10 november 1711

  • 11 november 1711

  • 28 november 1711

  • 28 december 1711