Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Memoryboeck van de vrouwens. Het notitieboek van een Friese vroedvrouw 1693-1745 (1984)

Informatie terzijde

Titelpagina van Memoryboeck van de vrouwens. Het notitieboek van een Friese vroedvrouw 1693-1745
Afbeelding van Memoryboeck van de vrouwens. Het notitieboek van een Friese vroedvrouw 1693-1745Toon afbeelding van titelpagina van Memoryboeck van de vrouwens. Het notitieboek van een Friese vroedvrouw 1693-1745

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.20 MB)

XML (1.27 MB)

tekstbestand






Editeur

M.J. van Lieburg



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/dagboek
non-fictie/natuurwetenschappen/geneeskunde


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Memoryboeck van de vrouwens. Het notitieboek van een Friese vroedvrouw 1693-1745

(1984)–Catharina Schrader–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

[1736]

Het jar van 1736 is wederom angevangen. Ick dancke U, o hemelse Vader, dor Uwen lieven soone Jesum Christum, dat Gij mij het vorledene jaar so genadig hebt bewart met de mijne kinderen. En mij vor sware sickten en vor alle ongelucken so genadiglick bewart hebt. Ach Heere Heere, wilt mij nu ock in dit nywe jaar niwen seegen gev[en. Geef] mij ock Uwen Heylige geest. Verlicht mijn blint verstant, hijligt mijnen wille, opdat ick in alle Christelicke dögden mijn daage, dy het de Heere believen mij in dese werrlet te laaten leven. Dat ick dan eyndelick mag opgenomen [worden] om eveg in de eyndelose ewigheit bij Godt mogte weese. En nu verwacht ick, watt mij de Heere wederom in dit angevangene jaar over mij besloeten hefft. Sall ick wederom in desen hoogen ouwderdom tot de werrcken mijner beropinge gan, so geft mij, o Heere, mijn genadige Vader, dog wederom niwen seegen. Sterckt mij met ligams chragten en seegent mij doch, als in de daagen van ouwdes. Bewart mij vor ongelucken,

[pagina 176]
[p. 176]

vor sonnden en vor schande, vor qwade lasterars. Geft mij dan ock lust en chragt. Staat alletit an mijn rechterhant. Helpt mij den, Heere, so bennen wij geholpen. Dit wenst en bidtt U arme dinst[maagd] uyt genaden, om Jesus Christus.

Aamen, ja, aamen. Catharina G. Schrader we[duwe] Hig[t].

(2863)

1736 den 2 feberwary bij Aarent Becker boeckverkoper sijn wif Saara. Mar tallemde wel 3 daagen. Mar int lest was ick dar bij van na de midags van vir uren tot des nachtes ten 2 uren. Een scheve baarmoeder. Most ick het alles macken. Gen ontslutinge, gen recht arbeit tot hett leste to. Doch ginck nog well vor moder en kint. Een soon. 2-16

(2865)

1736 wonsdag den 8 feberwary bij Sibe Jelles schytemacker of timerman sijn wijf Gerrtie. Een soon. Heel hasstig. 2-

(2866)

1736 frijdag den 11 [februari] morgenns ten twe uren bij Marten Reyners wollkamer sijn wij[f] Gerty. Een soon. Sware baringe. Het arbeyt al na boven. Alles wel. 1-10

Ende wirde het des anderen dags [27 februari v.L.] seer qwaat weer. Een geweldig snee en schnejagt. Was ick nog geluckig. Den 17 [februari] begonnen te vrysen, harrt. Durde ver[t]in da[gen].

(2870)

1736 maandag den 5 merrt bij Ittse Harmens gorrtemacker sijn wijf Anna gehalt. En har van een doode verotte vrucht verlost van 7 maanden. Een dochter. War alles well. 4-

(2872)

1736 saaterdags avens [10 maart] Jan Annes treckschiper sijn wif Titzke Anne Boss sijn dochter. Een vrucht van 7 maanden. War verott. Het hooft blef binnen. Doch kreg het nog met veel muyte. Alles hastig. Dese gestorven. 1-8

(2873)

1736 saaterdags den 10 nachtes bij Eellke leertouwer alyas Eellke Slof sijn wif Lissbit. Durde de heele nacht. War gen arrbeit. Nog alles well. 2-

(2874)

1736 den 26 marrt maandag nachtes bij Douwe Jans Kuper sijn wijf Diwke. Tallemde de heele nacht. Doch alles wel. Satt de naegeborrte seer vast. Een docht[er]. 2-16

(2875)

1736 den 6 april donderdags nachtes bij Sicke Rooda meyster kleermacker sijn vrouw Saara. Een dochter. Tallemde lange. Het arbeit nae boven. 2-

(2876)

1736 den 16 maandag bij Jackop Bulles, menist een kopman en nessteling beslager sijn wijf Hilltie Volkers. Een dochter. Was het kintie syck. 3-3

(2879)

1736 den 5 mey bij Marten Jans steenkoper sijn vrouw Teirckie.  

[pagina 177]
[p. 177]

Haar van 2 dochters verlost. Mar waren nit voldragen en war met een sware waatersugt. En lip haar meer alles een halve waater eemmer uyt de baarmoeder. Doch nu alles wel, sijnde vrucht int waater gesmort. 3-

(2881)

1736 den 11 [mei] frijdag bij Klas törfdrager sijn wijf Diwke [Keyser?]. Har een swar veete soon gehalt. 2-

(2885)

1736 den 18 juny maandag morgens bij Isebrant Jackops arbeyder sijn vrouw Lisbit. En hingen hem de darrmen uyt sijn naveltie. Dar bij konde men nit syn of het een meyssie of een jongetie waar. O Heere, bewar alle menssen vor sulcken eelendigen schepse[ls]. Levede. 1-10

(2889)

1736 den 7 Jully saaterd[ag] bij Eylart Lodewickx knecht werrckende op het tigelwerck sijn wif Janke Sibran Willems dochter. En lag het kint met handen en voeten vor de gebort. Sogt nae de voeten en kerde het. Blef met sijn hoft sitten. Hadde dar vel wer[k] me. Doch alles wel. Een soon. 1-13

(2890)

1736 den 15 jully sondag bij Jan Chlassen schomacker en winckellir sijn wif Jette. Een dochter. War all het arbeit nae boven. Hadde acht wecken met een kerrt kind gegan. Een doc[hter]. 2-

(2892)

1736 den 28 july saaterdag avent bij Trintie Stro Ytie dochter. Haar man (fluchtende. Een soon. 1-10

(2895)

1736 den 5 augustus sondag bij Wijger byrdrager sijn wif Stintie. Een soon. Het war dar all. 1-8

(2897)

1736 den 12 augustus bij de borgemeyster en apotecker Rumsadela[r] sijn vrouw Bregie. Een sware verlosinge. Een dochter. Alles wel. 6-

(2898)

1736 den 13 augustus maandag avent gehalt te Aalsem bij Cornelus koster en schoolmeyster tot Aalsem sijn wiff Pittie. Een dochte[r]. Het wasser all don ick qwam. Alles wel. 2-2

(2899)

1736 dingesdag den 14 augustus Jan Panttekras sijn wif Antie Meekes. Het was dar all. Een docht[er]. -.-

(2901)

1736 den 17 september maandag bij Wijbe Classen pott sch[ip]per royle but sijn wijf Antie. Allen gekregen nae dat ick dar nachtes all gewest war. Veranderde hast[ig]. Een doc[hter]. 3-

(2903)

1736 den 24 september bij Piter Jackops sersyer een coopman sijn vrouw Bauwkie. Een dochter. Een goede reys en ock tot den sevenden dag redelick. Mar storrf don hastig. 2-

(2906)

1736 den 28 ocktober sondag bij Johannes Klas Drayers Reynouws soon, pannebackersknecht sijn wijf Trintie. Bevont een grott waater dat ick brack. En qwam met sijn streng en de rechter arrem uyt; brocht dy weer in. Sogt met seer grotte moyte en en swar arrbeit nae de voeten. Kreg het eene mar kon het ander nit  

[pagina 178]
[p. 178]

krigen. Sette haar op het hooft. Konse het nit magtig worden. Mar haalde het so lange nae mij. Kreg het int lest achter het ysben weeg, mar bleef don nog met sijn kin op het ysben sitten. Kreg het met schrickliche moyte int leest. Het kint doodt; sij vart well. Een soon. 1-10

(2907)

1736 den 31 ocktober wonsdag bij [...] botzgesel sijn wif Hilltie Aryen de Bors dochter. Een seer sware reys. Lag het kint achter het ysbeen. Qwam met het hoof[d] op de sijde. Ginck seer swar to. Most so met forrse geboren worden. Het vil haar swar en mij ock. Ales wel vor moeder en kint. Een soon. -.-

(2908)

1736 den een en twintigsten november wonsdag avent bij Derck Kerratz vrouw Renske sinde hij glasemacker en verver. Lag het kintt met sijn rugie vor. Most het met grotte moyte met sijn erssie tot de geborte schicken. En qwam so dubelt. En hade sij en ick het seer swar. Een grotte dochter. O Heere, U sij lof en danck. 2-

(2910)

1736 den 23 desember sondag avent, bij Pitter Nannes pruck-macker baartscherder Kerrke Dineer sijn wif Euva. Verlost van 2 jonge sonen. Beyde rechtverdig. Hade wel een dag a 2 gesuckelt. Doch ales well. 1-10

(2912)

1736 den 30 desember sondag avent bij Teyrck Jans backer sijn wijf Catrina. Tallemde de heele naemydag tot avens tussen neegen en tin uren. Het arbeyt al nae boven met benauwtheit en braacken. Do[n] hastig. Een dochter. 4-1

Het vorleden jaar 1736 hebbe gehat 53 vrouwen. Resten nog 10 vrouwens. Dar me verdint hondert vertin gul[den] tin stuers. Mevrouw Aluwa 50-. Te sam[en] 100-64 gu[lden].


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

datums

  • 2 februari 1736

  • 8 februari 1736

  • 11 februari 1736

  • 5 maart 1736

  • 10 maart 1736

  • 26 maart 1736

  • 6 april 1736

  • 16 april 1736

  • 5 mei 1736

  • 11 mei 1736

  • 18 juni 1736

  • 7 juli 1736

  • 15 juli 1736

  • 28 juli 1736

  • 5 augustus 1736

  • 12 augustus 1736

  • 13 augustus 1736

  • 14 augustus 1736

  • 17 september 1736

  • 24 september 1736

  • 28 oktober 1736

  • 31 oktober 1736

  • 21 november 1736

  • 23 december 1736

  • 30 december 1736