Memoryboeck van de vrouwens. Het notitieboek van een Friese vroedvrouw 1693-1745

[1739]

(2947)

1739 den 28 januwary wonsdag smorgens bij Jan Grutter sijn vrouw Lisbit gehalt. Het waater war des avens al weg. Sonder arbe[id]. Morgens veranderde het. Bevont don dat het kint qwalick lag. Moste het keeren, haalen het bij de voeten, hetwelck ick na de konst hastig verichte. Een vette dochter. Alles wel.

3-0

(2951)

1739 den 24 merrt dingesdags nachtes bij de hopman en brouwer Rense Henringa sijn vrou Sipie. Haar een dicke vette soon g[ehaald].

4-

(2953)

1739 den 25 april tot Wettsens gehalt bij Gerrben Benedicktes dochter, haar man genamt Balling, een bor. Sij hadde vir wecken in arbeit geseten. En gaf haar een poyer in en verloste hastig van een brave soon.

3-3

(2956)

1739 vrijdag 22 mey gehalt bij Henderick Teyrtz coopman sijn wij[f] Aabeltie Vockeda. Haar verlost van 2 kinders. Het erste en grottste qwam doodt, het twede teer een levede. Het eerste een soo[n], het twede een dochter. En levede doch seer teeder. Levede neegen daagen.

3-6

[p. 181]

(2958)

1739 den 1 jully bij Chlas Janssen schomacker sijn vrouw Jette, nae datse acht wecken over haar reckeninge hade gegan. Een soon.

2-10

(2964)

1739 den 5 september saaterdag bij Wouwter Pitters backer sijn wijf Acke Pitters, nae datse 12 a 13 daagen in arrbeyt gesetten hade, en Pym haar nit konde nog of willde helpen, ben ick gehalt en dadelick geholpen. Een soon.

2-

(2965)

1739 den 8 september bij Chlas Korrfken törref drager sijn vrouw Diwke een sware verlosinge. Sat het kint vast in de rechtersijde. Een soon.

2-

(2969)

1739 den 29 september saaterdag nacht bij Waade stoeckers knecht sijn wijf Nincke Boeck. En seer sware reys, also sij an beyde sijden seer qwalick konde dor de schambenderen so qualick passeren, om dattse so kröpel in gesloeten. En hade sey en ick het seer qwat. En dor Godes allmagtige wonderdaaden en sij[n] grotte baremhertigheden nog alles is ten bessten gekomen. Een soon.

3-

(2972)

1739 den 1 ocktober bij Douw [...] stockers knecht sijn wijf Tittzke een soon. Het was dar all.

2-

(2973)

1739 donderdag den 8 ocktober bij Henderick Sansstera sij[n] vrouw Hinke. Een moyelicke reys. Swar bestrengt. Een [s]cheve baarmoder. Doch dor des Heeren genade vor moeder en kint alles well. Een soon.

2-

Dit 1739 hebbe gehat 31 vrouwens; dar me verdint 67-4.