Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taal
    • Limburgse literatuur
    • Friese literatuur
    • Surinaamse literatuur
    • Zuid-Afrikaanse literatuur
  • Selecties
    • Onze kinderboeken
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • E-books
    • Publiek Domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Hergebruik
    • Disclaimer
    • Informatie voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid
Memoryboeck van de vrouwens. Het notitieboek van een Friese vroedvrouw 1693-1745

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2,14 MB)






Editeur
M.J. van Lieburg



Genre
non-fictie

Subgenre
non-fictie/dagboek
non-fictie/natuurwetenschappen/geneeskunde


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

 

Memoryboeck van de vrouwens. Het notitieboek van een Friese vroedvrouw 1693-1745

(1984)–Catharina Schrader

Vorige Volgende

[1741]

(2992)

1741 de 5 january op wonsdag avent en overvyl een sware vloet. Was reedelijck wel. De vloet stillde en slip des nachtes wel. In de ha[ar] morgenstont kreg sij pin in haar lif, hetwelcke begon arrbeit te worden. En wird ick na de midags gehalt en verloste haa[r] korrt dar an van een frucht van 7 maande. En was doodt. En sij hade het in 3 daagen nit voelen leven. En de moeder was well. Dit was har virde misscram, mar een doodt voldragen kint. Mar des anderen daags krigt de moeder een koors en wort heel dwijlig van hoft met gerop en geraas tot neegen daagen sonder slaap. Wat de Heere verder geven will, moet de tit leeren. Dit iss de vrouw van de seckretaris Sevensma sijn vrouw Pittie Bochetsius. En de 10 daag gestorven sonder kennise. 5-

(2993)

1741 den [...] januwar bij de sersyer [...] sijn vrouw Ietzke gehalt en haar een dochter vorspodig gehait. Was alles well. 2-

(2994)

1741 den 26 feberwary sondags nachtes gehalt op de Treckweg op Keeg Auwke Uyes Uye Binnes soon sijn wij[f] Trintie. Hade 2 ettmal in arrbeit gesetten met Trintie de vroetvrouw van Raat, dy het overgaff. Het kintie sat achter het ysbeen. Holp har in korrten titt tot vrogde van alle. De vrouw met schricklicke pinnen beladen, mar don alles wel. Een soon. Mar kintie teer. 4-

(2995)

1741 den 16 marrt donderdags morgens ten vir ur bij Isack Rumsadelaar sin wif [...] Bos. En har hast[ig] geluckig van een jonge doch[ter] verlost. Quam 6 weeken te vrog. Doch alles well vor moeder en kint. 4-8

(2996)

1741 den 20 marrt mandag bij Jan Derckx serrsier sijn wijf Ytzke haar een soon gehalt. De vrouw hadde 5 jaar onderhannden van 7 meysters gewest. Een lamme arrem, en durde nog en is dor een fall gekomen op de schouwder. En was erst de schouwder nit wel  

[p. 184]

gesett. Is nog nit genesen. Anders is het well vor moeder en kint. 2-

(2997)

1741 op witten donderdag den 30 marrt ben bij neef Fockma vrotzman sijn vrouw Wittzke Higt [geweest]. Haar verlost van een brave soon. Alles wel vor moeder en kint. 3-

(2998)

1741 den 1 april Paasavent bij Douwe Sibrans meyster timerman sijn vrouw Rimke gehalt. Tallemd[e] heel lang. Een grotte sware dochter. Alles well. 3-

(2999)

1741 den 7 april bij Hanne een sleeper sij[n] wijf Ecke sijnde Jellte Struffs soon. Een soon. Mar het was dar all don ick qwam. 1-10

(3000)

1741 april den 11 dingesdag bij Yde timerman sijn wiff Sittzke. Een verloste van een doodt kint dat al ant rotten war. -.-

(3002)

1741 den 8 n[i]wen [stijl] mey sondagen nacht gehalt bij Ype Classen backer, sijn wijf Acke. Haar van 2 kinder verlost van 7 manden. Dog hebben mar 8 uren geleeft. Beyde gelick gestorven. 4-

(3003)

1741 den 30 mey niwe stijl ben ick bij Eylart Schourrdems pachter sijn vrouw dingesdaag gehalt. En haar dor den seegen des Heeren een dochter, dyck en vett, gehalt. 5-

(3005)

1741 den 17 jully ben ick bij Wijbert Berrtels verver int ouwt Raathus gehalt bij sijn vrouw Aaltie gehalt. Tallemde van ellef uren tot ander dags morgens ten 3 uren. Het arrbeit nae boven. Het kint qwam met sijn angesigt nae boven. Ginck nog wel, mar de naegeborte satt seer vast. Hade dar veel me te doen. Sloet de gebortte mij seer vast om de hannt. Doch de Heere sij gedanckt, nog alles well. Een dochter. 4-10

(3006)

1741 den 18 jully ben ick tot Vouwdigom gehalt bij de boer Jackop Eegeles sijn wijf Antie en haar een seer grotte sware dochter gehalt, nae datse te voren vor neegen daagen een sware vlooet gehat hade. Ginck weer over. Doen weer vor de verlosing, doch ginck weer over. En alles wel. 6-

(3007)

1741 den 27 jully donderdags smorgens ben gehalt bij Volkert Jans sijn wijf Ynske Hubert Jans dochter. Lange pinelick gegan. Met het vorschot geqwelt en daadelick geholpen. Een dochter. Alles wel vor moeder en kint. 2-

(3009)

1741 den 2 september saaterdag smorgens. Tallemde lange. Vor 3 daagen het slupende waater. Doch alles well vor moeder en kint. Jan Boeck pompmacker sijn wif Hilltie. 5-

(3010)

1741 den 7 september Fran[e]ker backer sijn vrouw Antie. Een doode verotte soon gehalt, nae datse vertin daagen van te vooren een vervarlick overval gehat hade, of het termijnen waren met de moerqwall. Dar dor is de vrucht gestorven. Het was van seven  

[p. 185]

maanden een frucht. En ginck de reys nog reedelick en de vrouw well. 3-0

(3011)

1741 den 2 ocktober bij de wolkam[m]er Jan Verhoeck of de bijnaam Jan Broeck sijn wijf Dudtie een dochter. Mar het kynt qwam hastig. Vyl dar heen nae dat het haar daags te voren het waatter sonder pijn of wee gebrocken war. Mar de naegeborrt satt seer vast. Als ick oyt mijn leven nit ondervonden hadde. En mosste dy well met meer als 50 stuckies ofhalen, doch ick hade dar schricklick veel me te doen. Doch de vrouw is seer well varende. 2-10

(3012)

1741 den 6 ocktober frijdags morgens bij Douwe stockersknecht sijn wif Titzke. Haar van een seer swar verwonderenswaardige vette dickke soon verlost. O Heere, U sij lof en danck. 2-

(3014)

1741 den 11 november saaterdagen morgen gehalt bij Jan Willems menist en wolkam[m] en coopman sijn wif Anne Jackops, nae dat het waatter al gebrocken was. En kleyn teer wiffken. Durde 5 a 6 ur. Een soon. 2-16

(3015)

1741 den 16 november wonsdags avens bevont dat het waater midags al gebrocken waar. Ahbram Bewallde sijn wiff Lollckie. Tallemde lange. En donderdages smorgens verloste se van een jonge soon. Satt het kynt achter het ysbeen. Hade sey en ick het swar. Een soon. 3-

(3016)

1741 den 2 desember Sunt Eeloy frijdags smorge[ns] de backer Wittsenborg sijn vrouw Lutzke, nae dat ick dar des nachtes te voren de geheele nacht [was geweest]. Mar dar was een vloet vorof en was nitz te doen. De twede morgens qwam dar arrbeit. En was een doodt veroot meysie. Een sware reys; satt met de schouders vast. Hade sey en ick heet seer swar. Dog een gesonde craam. Haa[r] 17 ki[nd].  

(3017)

1741 den 6 desember Sunter Klaas wonsdag gehalt bij Willem serrsyer sijn vrouw Gryttie. Bevont dat het kint qwalyck gekert lag met sijn schouwder vor de geboorte. Most het schicken. Kreg de voeties met schricklicke moyte. Most nog dubelt geboren worrden. En was hast nit te helpen. En menden nit anders of het kint most doodt. En hade de vrouw en ick het seer swar, doch de Heer gedacht an ons en hollp ons uyt dy grotte noot, soo dat moeder en kin[d] onbeschadigt fris [bleven]. Een een gesond[e] cram. Een dochter. De Heere sijn naame sij geloft en gedanckt vor dese grotte genade. 4-16


Vorige Volgende

Over het gehele werk

M.J. van Lieburg


Dokkum


Over dit hoofdstuk/artikel

5 januari 1741

26 februari 1741

16 maart 1741

20 maart 1741

30 maart 1741

1 april 1741

7 april 1741

11 april 1741

8 mei 1741

30 mei 1741

17 juli 1741

18 juli 1741

27 juli 1741

2 september 1741

7 september 1741

2 oktober 1741

6 oktober 1741

11 november 1741

16 november 1741

2 december 1741

6 december 1741