Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het boeck der kuskens (1930)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het boeck der kuskens
Afbeelding van Het boeck der kuskensToon afbeelding van titelpagina van Het boeck der kuskens

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.27 MB)

XML (0.06 MB)

tekstbestand






Editeur

A.A.M. Stols

Vertalers

Janus Dousa

Jan van Hout



Genre

poëzie

Subgenre

vertaling
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het boeck der kuskens

(1930)–Janus Secundus–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 8]
[p. 8]

Het VI. kvsken

Bij Douza

 
Twee duijzent kuskens ick van u bedongen had;
 
D'helft ghij mij eiling gaeft; de rest, op dat tgheen klad
 
Zou blijven, van uw mont ick zellif heb genomen;
 
Tgetal, mijn hart (ick kens) ten eijnden is gekomen,
 
Indien met maet, oft tal de liefd te paijen waer.
 
Hoe zal doch enen boer, die nae den Ougst haickt swair,
 
Van telbaer aren (laes) Vrou Ceres kunnen dancken?
 
Oft oick den Wijngartman Evan voor hondert rancken?
 
Wie kan begroten doch vant Meijsche gras tgetal?
 
Als God t verdroochde landt met regen laven zal,
 
Kan iemant t storten wel van all de droppen tellen?
 
Zulcx oick als Iovis grim, omt Eerdtschgeslacht te quellen,
 
Tot straff van haer misdaet aenneemt zijn Donderstrael,
 
De Son verdonckert hij, den hagel valt te dael,
 
Op mensch, veê, vogel, visch, en plaecht zeê, lucht, en landen,
 
Doch compt dair goet oft quaet van boven deur Goodts handen
 
Tcomt met de volle maet: dit maict zijn naeme groot.
 
En ghij, Goddinne mijn, wiens suverheit minjoot
 
Verr' hair te boven gaet, dien d'appel was behandicht
 
Int Phrygiaensche dal, hoe comt, dat ghij aelhandich
 
Deez goddelijcke ghaef ons mit getal toemeet?
 
Doch telt myn zuchten niet, myn hartzeer, noch mijn leet?
 
Noch zo veel tranen brack, welc langs mijn borst en kaken,
 
Deurt stadich stromen (ach) men een rivier ziet maken,
[pagina 9]
[p. 9]
 
Ten wair oic dat de Liefd deurt ongebluste vuir
 
Inwendich leste deez, kost hebben ghenen duyr,
 
Welc indien gh'insgelyx wilt tellen, mach wel lijden,
 
Dat gh'oic uw Kuskens telt, oft wilt van beijs vertijden
 
En laten ongetelt, end' wt een ruijm blanc hardt,
 
Mij tot een ydel boet vergunnen van mijn smert
 
Ontelbair Kuskens zuet, voir zuyr ontelbair tranen.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken