Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Limburgsch sagenboek (1938)

Informatie terzijde

Titelpagina van Limburgsch sagenboek
Afbeelding van Limburgsch sagenboekToon afbeelding van titelpagina van Limburgsch sagenboek

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.62 MB)

Scans (15.38 MB)

ebook (4.40 MB)

XML (0.56 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

legende-mythe-sage


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Limburgsch sagenboek

(1938)–J.R.W. Sinninghe–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 334]
[p. 334]

Van boomke keer dich.

Ik weet niet recht meer hoe het gegaan is, maar ik zal u vertellen, wat ik er in mijn jongen tijd van onthouden heb.

Daar was eens een moeder en die had vier dochters. Maar de jongste van dezen had altijd alles gedaan en werd door de anderen zeer gehaat.

Eens, dat ze alle vier aan 't wandelen waren, kwam de koning door het weiland waar zij liepen. Hij had zoo'n trek in een schoon, geurig appelken, dat alleen aan een boom in de wei hing; als hij het echter wou plukken, dan sprong het omhoog, en hij kon er niet bij.

Toen riep hij de vier meiskens om den appel af te plukken en zei hun - zoo'n trek had hij erin - dat wie den appel te pakken kreeg met zijn zoon mocht trouwen.

De oudste beproefde het, de tweede beproefde het, de derde beproefde het; het hielp niets: het appelken sprong altijd omhoog als zij er naar reikten.

Maar de jongste ging onder den boom zitten en riep: ‘Boomke, keer dich, weer dich, dat 'et 't miin es!’ En 't appelke viel in haar schoot.

Gij kunt denken dat de andere zusters kwaad waren. Maar toch, al werd ze 't huis uitgesmeten, ze trouwde met den koningszoon.

's Avonds ha de bruiloft, toen ze alleen wandelen ging langs een grooten vijver, kwamen de drie zusters en stieten haar in het water.

En als ze verdronken was, liep haar hondje altijd rond het water, wel drie dagen lang. Toen begon de koningszoon achterdocht te krijgen en hij dacht dat ze wel verdronken kon zijn.

[pagina 335]
[p. 335]

En daar kwam een stem uit het water, maar wat die zei weet ik niet meer, en 't hondje kroop in het water en haalde het meisje er uit.

Wat was de koning blij, maar ook wat was hij kwaad op de drie zusters: ze werden veroordeeld om in kokende olie gebraden te worden.

Maar de jongste zuster had toch medelijden met hen en vroeg aan haar man om genade voor haar booze zusters.

Ik geloof dat ze genade gekregen hebben.

(Weert).

Bron: 't Daghet in den Oosten, IX, blz. 62.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken