Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Dongeng Kancil. Het verhaal van Kantjil (1983)

Informatie terzijde

Titelpagina van Dongeng Kancil. Het verhaal van Kantjil
Afbeelding van Dongeng Kancil. Het verhaal van KantjilToon afbeelding van titelpagina van Dongeng Kancil. Het verhaal van Kantjil

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.87 MB)

Scans (67.34 MB)

ebook (8.20 MB)

XML (0.13 MB)

tekstbestand






Editeurs

Johan Sarmo

Hein Vruggink

Illustrator

Doel Soekinta



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Dongeng Kancil. Het verhaal van Kantjil

(1983)–Saleman Siswowitono–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 10]
[p. 10]

Inleiding

Op zekere dag ontmoette ik een Hollander die een kijkje kwam nemen op Meerzorg. We raakten in gesprek en op een bepaald moment vroeg hij:

‘Bent u in Suriname geboren of in Indonesië?’

Ik antwoordde:

‘Ik ben op 8 januari 1908 geboren in het dorp Batian, district Pringsurat, afdeling Temanggung, residentie Magelang Kedu. Op 7 oktober 1928 ben ik met de Simalur no. 2 in Suriname aangekomen. We waren met 854 mensen aan boord, mannen en vrouwen. Ik woon dus al 53 jaar in Suriname en ik heet nog net als in Indonesië: Saleman Siswowitono.’

Daarna vroeg hij:

‘Maar dan kent u misschien ook een kantjil-verhaal?’

‘Ja,’ zei ik, ‘ik ben er misschien wel wat van vergeten, maar het meeste heb ik toch wel onthouden.’

‘Wat is kantjil eigenlijk?’ vroeg hij toen.

‘Kantjil is een dier dat in het wild leeft. Net als de tijger, de hond, de olifant en andere dieren leeft het in het bos. Het verhaal van kantjil bestaat al duizenden jaren. Vroeger was de aarde rein en licht, er was nog geen oorlog en ook geen leugen en bedrog. De dieren van het bos en de dieren in het water konden toen nog praten zoals de mens.

Maar nu is er overal oorlog en veel mensen liegen en bedriegen. Daarom kunnen de dieren nu niet meer praten.

Er zijn nog wel dieren die mensen kunnen verstaan, zoals bijvoorbeeld honden, olifanten en papegaaien. Als je een hond van jongsafaan africht, verstaat hij wat je zegt. Als je zegt “ga weg” dan gaat hij weg, als je zegt “ga liggen” gaat hij liggen, als je zegt “zit” gaat hij zitten. Hij doet precies wat de mens wil. Maar evenals de andere dieren kan hij zelf niet praten.’

Toen vroeg hij:

‘Hoe is het kantjil-verhaal? Ik zou het graag willen horen.’

En toen begon ik te vertellen.

 

Paq S. Siswowitono.

[pagina 11]
[p. 11]

Bebuka

Anuju ing sawijining dinâ ânâ wong Lândâ mlaku ânâ ing désâ Meerzorg. Banjur mampir nang omahku, lelungguhan lan takon karo aku:

‘Slirané lahir Suriname âpâ lahir Indonesia?’

Wangsulanku:

‘Lahirku biyèn tanggal 8 januari 1908, désâ Batian, distriq Pringsurat, afdeling Temanggung, karésidènan Magelang Kedu. Tekaku ânâ ing Suriname tanggal 7 oktober 1928, kapal Simalur no. 2. Kancaku lanang lan wadon ânâ 854 jiwâ dadi aku iki ânâ ing negârâ kéné wis ânâ 53 taun lan jenengku wiwit sâkâ ing Indonesia yâ tetep Saleman Siswowitono.’

Banjur wongé takon:

‘Yèn ngono paq tuwâ menâwâ ngerti karo dongèng kancil?’

‘Yâ menâwâ katimbang sing lali akèh élingé.’

‘Saqjané kancil iku rupâ âpâ?’

Wangsulanku:

‘Kancil iku kéwan buron alas kâyâ déné macan asu gajah saqpituruté. Yèn bâyâ welut iku buron lautan ânâ ing bañu.

Tembung dongèng iku wujudé wis maèwu-èwu taun. Jaman biyèn bumi isih suci lan padang durung ânâ peperangan goroh ngapusi iku ora ânâ, dadi kéwan alasan karo sing ânâ ing bañu kabèh isih bisâ ngomong kâyâ manungsâ. Rèhné saqiki wis ânâ peperangan lan akèh wong goroh lan ngapusi dadi wis ora ânâ kéwan bisâ ngomong manèh. Wektu saqiki ânâ kéwan sing isih ngerti karo omongé manungsâ, asu gajah manuq bètèt lan isih ânâ manèh. Kâyâ tâ asu yèn digladi wiwit ciliq âpâ sing koq-omongké mesti ngerti. Diceluq tekâ, kon lungâ yâ lungâ, kon turu yâ turu, kon lungguh yâ lungguh, ora luput karo karepé manungsâ. Mung saqiki wis ora bisâ omong manèh kâyâ jaman kunâ.’

Wongé terus takon:

‘Yèn dongèng kancil iku lekas-lekasé kepriyé? Aku taq-kepéngin krungu.’

Banjur aku terus mulai ndongèngké bab kancil kâyâ ing ngisor iki.

 

Paq S. Siswowitono.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken