Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Gedichten (2 delen) (1991)

Informatie terzijde

Titelpagina van Gedichten (2 delen)
Afbeelding van Gedichten (2 delen)Toon afbeelding van titelpagina van Gedichten (2 delen)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (9.26 MB)

Scans (63.55 MB)

XML (4.98 MB)

tekstbestand






Editeur

A.E. Jacobs



Genre

poëzie

Subgenre

studie
verzameld werk
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Gedichten (2 delen)

(1991)–Joannes Six van Chandelier–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 192]
[p. 192]

[113] Tydkortingh te Spa, aan Raimond de Smeth.aant.

 
Den dagh, die voor dry uuren kriekt,
 
En in het berghgroen lieflik riekt,
 
Naa neegen, syne lichtgardynen
 
Toedoende, valt den bobelynen
5[regelnummer]
Verdrietigh, en te langh, zoo draa
 
Se dronken, van de bron, te Spa:
 
Dat Noordwaards, op Spalouberghs teenen,
 
Dat Suidelyk, langs laager steenen,
 
En Oost, en Westwaards hyght te voet,
10[regelnummer]
Eer 't, op een bergh, een bergh ontmoet.
 
Wyl andren dan, in 't boek verkeeren,
 
Dat beedelaars maakt ryke heeren,
 
En ryke heeren beedelaars:
 
Wyl andren met niet min gevaars,
15[regelnummer]
Het been, met eenentwintigh oogen,
 
Drymaal verdubbelt, op de toogen,
 
In Fransche kraamen, om een prys,
 
Of geld, om geld, op 's lots gewys,
 
Stout tergen, om het hooghste raafel:
20[regelnummer]
En andren, aan een andre taafel,
 
Met Meffert speelen 't argh piket,
 
Om een beschildpadt kabinet:
 
Om zoo den dagh ten eind te brengen:
 
Weet ik dien nutter niet te lengen.
25[regelnummer]
Het zy ik, met de volle maagh,
 
Het klooster, langs den ypen haagh,
 
Kapucius ten dienst geschonken,
 
Herkruisse, op dat de waatren sonken.
 
Het zy ik, naa den Rourots, gaa,
30[regelnummer]
't Beginsel van het oude Spa,
 
Waar Parma t'huis, in riete hutten,
 
Het waater dreef, met waaterputten.
 
Het zy ik moeshof, boogaardooft,
 
Berghweide, en waarmen graanen schooft,
35[regelnummer]
Door laan, aan laan van haaselaaren,
[pagina 193]
[p. 193]
 
Van slee, en braamen, wil doorwaaren.
 
Het zy ik, uit des smelters schuur,
 
Het staal van sindel, door het vuur
 
Gesuivert, smeeden sie tot staaven,
40[regelnummer]
Van Ciklops sweeterige slaaven.
 
Het zy een tweede, als ik gesint,
 
Met my gespraaksaam onderwindt,
 
De hooghte van Spalou te meeten,
 
Met traage treeden, sonder sweeten,
45[regelnummer]
Om, uit het aakerloose groen,
 
't Omleggend landschap op te doen,
 
Al bergen, hoe men sich gaat setten,
 
Vol groene kleên, en gou servetten.
 
Het zy wy in het Kreperhout
50[regelnummer]
De halve bokken, met de woud
 
Godesjes, onder eike transen,
 
Op Sirinx fluitjes, hooren dansen.
 
Of 't zy wy, voor zoo moeden straat,
 
Geleegen verre van het Spaad,
55[regelnummer]
De kuijerende voeten stuuren,
 
Naa 't dal van vier, of seeven uuren,
 
Aldaar een veurgepinden tak
 
Ombuitlend, wie in d'aarde stak,
 
En wie den stok, om veer gestreeken,
60[regelnummer]
Weet, met syn prikkel, deur te steeken.
 
Of kyken, hoe een Nimfenrei,
 
Voor maaneschyn, door aangelei,
 
En strengelingh van Princehanden,
 
Op veel, en violons de branden,
65[regelnummer]
Met luchte pasjes, ringlings meet
 
Zoo soet, dat waar elk Nimfje treedt,
 
De klaaver, van die ambre sooltjes,
 
Gekust, verandert in viooltjes.
 
Of 't zy ik t'huis alleenich ben,
70[regelnummer]
Nooit min verselt, dan als myn pen
[pagina 194]
[p. 194]
 
My antwoordt, met een soete reeden,
 
Uit Poësys bevallicheeden:
 
Die ik, ter eer van 't Spaa, myn Neef,
 
Tot synen dienst, geneegen geef.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken