Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Gedichten (2 delen) (1991)

Informatie terzijde

Titelpagina van Gedichten (2 delen)
Afbeelding van Gedichten (2 delen)Toon afbeelding van titelpagina van Gedichten (2 delen)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (9.26 MB)

Scans (63.55 MB)

XML (4.98 MB)

tekstbestand






Editeur

A.E. Jacobs



Genre

poëzie

Subgenre

studie
verzameld werk
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Gedichten (2 delen)

(1991)–Joannes Six van Chandelier–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 217]
[p. 217]

[124] Brandmerk, aan Niklaas Follyn.aant.

 
Liep dan die boef, die schelm Follyn,
 
Naa Rotterdam, wegh, sonder spreeken,
 
Om voor den wind, met een gereeden pyn,
 
Naa Normandy, door zee te steeken?
5[regelnummer]
Is hy geen boef, geen schelm, geen dief,
 
Die in een heime kunst ervaaren,
 
By schrift verplicht, ten orber, en gerief
 
Van goede liên, voor dry paar jaaren,
 
Het arbeidshuis, om hem gekocht,
10[regelnummer]
Aan hem vertrouwt, dorst gaan besteelen,
 
Ontvliên, eer hy den halven dienst volbrocht,
 
En andren, met die konst, bedeelen?
 
Geen Kandiot, die loogens suigt,
 
En valsheit, in syn pap, leert eeten,
15[regelnummer]
Noch Nylenaars, die, naa d'aaloudheit tuigt,
 
Den diefgod eeren in 't geweeten,
 
Verbonden aan een goeden heer,
 
Van wien se meerder deuchd genooten,
 
Dan al hun dienst, en trouwelykste leer
20[regelnummer]
Kon gelden, hem zoo trouwloos snooten.
 
Waarom, waarom, rechtvaardigh lot,
 
Liet ghy de Maas hem niet verklikken?
 
Of liever zulk een schelmen ooverschot,
 
In haare waaterdarmen slikken?
25[regelnummer]
Maar hobt, en tobt de vlugge pyn
 
Niet noch, in d'engte, op Noordens peekel
 
Gegolft voor by den toegewelden Rhyn?
 
Zoo schud dien ongevoelgen reekel,
 
Ghy barse Suid, en norse Noord,
30[regelnummer]
Met dwarsche bulderingh ontstooken,
 
En slingh hem dat hy suisebol langs boord.
 
Ghy stuivende Oost, en West doe rooken
 
De deiningh van de gramme stroom,
 
Uit vollen aams geblaase kaaken,
35[regelnummer]
Waar van de mast, en groove denneboom,
[pagina 218]
[p. 218]
 
In Beemens dichste boschen kraaken.
 
De Son verduistre syne kar.
 
Een mist vol stanks ryse, uit de baaren.
 
's Nachts scheemre geen dan d'ondergaande star
40[regelnummer]
Orion, schriklik voor die vaaren.
 
O wat gejammer! wat misbaar
 
Zal weersyds, van den steenen hoofde,
 
Weergalmen, wyl het breeksiek zeegevaar
 
Het schip en goed, en menschen roofde?
45[regelnummer]
Maar neen: een deughdelyke ziel
 
Gescheept by tien geswoore fielen,
 
Is machtigh dat sy 't heele schip behiel,
 
Met haar gebed voor God te knielen.
 
Veel traager is de goede God,
50[regelnummer]
In 't overromplen van een quaaden:
 
Om dat hy tien, die vierigh syn gebod
 
Gehoorsaam zyn, niet wil beschaaden.
 
d'Oprechte schipper, en die 't stuur
 
Bedwinght, met eerlike matroosen,
55[regelnummer]
Onkundigh van dees euvele natuur,
 
Behoeden eenen Goddeloosen.
 
Maar zoo veel wraakvloeks bits gescherpt,
 
Van veelerlei bedrooge zielen,
 
Als daagliks elk, o schudde, naa u werpt,
60[regelnummer]
Vervolgende u voorvluchtge hielen,
 
En d'ongestrafte tweestryds moord,
 
In Vrankryk, by Parys, vergooten,
 
Die spaaren u voor mik, en galgekoord,
 
Of staal, om door den hals te stooten.
65[regelnummer]
De Zeebuik is te fraaijen graf,
 
Om raavenaasen te begraaven.
 
Den Heemel dreigt u, met veel swaarder straf.
 
Gaa heene langs de werreld schaaven:
 
Al gaat de traage straf te voet,
70[regelnummer]
Gelyk een kreupel wyf op krukken,
 
Sy komt, en wreekt verplenght onnoosel bloed,
 
En dievery, en schelmestukken.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken