Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • E-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Voorwaarden voor hergebruik
    • Disclaimer
    • Voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid

Informatie terzijde

Gedichten (2 delen)
Toon afbeeldingen van Gedichten (2 delen)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (9,26 MB)

Scans (63,55 MB)






Editeur

A.E. Jacobs


Genre

poëzie

Subgenre

studie
verzameld werk
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

 

Gedichten (2 delen)

(1991)–Joannes Six van Chandelier– Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 296]
[p. 296]
Ga naar tekstkritische notentekstkritische noten

[171] Bruiloftsangh, aan Joannes Abeels getrouwt met Anna de Bra.aant.

 
Abeels, wiens voornaam, ik den mynen, noem,
 
Ghy geeft my lust, om uwen roem
 
Te slaan, op snaaren der Poeëten,
 
Wijl ghy dees blyde Bruiloftnacht,
5[regelnummer]
Als Bruidegom, werd opgewacht,
 
By Anna uw Citheer geseeten.
 
Van waar begint myn pen uw braaven lof?
 
Zal uw geslacht my geeven stof,
 
Wanneer ik, op den vroomen vaader,
10[regelnummer]
Die suil, en spiegel van de kerk
 
Gemerkt, met Kristus saaligh merk,
 
Myn sin aandachtelyk vergaader?
 
Of singh ik best uw nyverigh verstand,
 
In handelingh, op Engeland,
15[regelnummer]
En al haar omgeleegen wyken,
 
Sulks dat de Teems haar koopmans oor
 
Draait, naa 't Kompas van uw kantoor
 
Gelyk de bloem, op 's seilsteens stryken?
 
O neen. Ik swygh ook van uw schoone bruid,
20[regelnummer]
Als een Goddinne, muntende uit,
 
In reijen ooverschoone maaghden:
 
Gelyk de son, wanneer hy klom,
 
Verdoofde al wat er scheen, en glom,
 
Aan 't bruin gewelf, waar mee het daaghde.
25[regelnummer]
Ik lyk u beide ook niet by Henriet,
 
De Fransche leelibruid, geset
 
Naast Karel wankelenden Kooningh
 
Van England. Pronkten sy met goud?
 
Ghy in uw huis een Kooningh, trouwt
30[regelnummer]
De deughd, langs 't groen der palmekrooningh.
 
't Lust my noch min de prysenswaarde saal,
 
En disch, vol staatelyk onthaal,
 
Aan braave vrienden, op te lieren:
 
Of 't minsaam bruidsbed opgetooit,
35[regelnummer]
Van sy tapyt, met loof bestrooit,
[pagina 297]
[p. 297]
 
Dat Hymens kaarsen fraai vercieren.
 
Wegh ydelheit van fleeuwery, vol wind,
 
Waar deur een dichter sich bemint,
 
Gemeinlik tracht by elk te maaken:
40[regelnummer]
Want prysen kost hem kleinen prys.
 
Ik eindige op een andre wys,
 
En wil myn laffe rymen staaken.
 
O Vaader van den houwelyken staat,
 
Ons, tot een liefdens toeverlaat,
45[regelnummer]
En heilge kuischeit, uitgevonden,
 
En tot een troost van man, en vrouw,
 
En tot een steun der werreldbouw,
 
Uw seegen zy dit paar gesonden.
[tekstkritische noot]Emendatie r. 1: ik < in


Vorige Volgende