Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Gedichten (2 delen) (1991)

Informatie terzijde

Titelpagina van Gedichten (2 delen)
Afbeelding van Gedichten (2 delen)Toon afbeelding van titelpagina van Gedichten (2 delen)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (9.26 MB)

Scans (63.55 MB)

XML (4.98 MB)

tekstbestand






Editeur

A.E. Jacobs



Genre

poëzie

Subgenre

studie
verzameld werk
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Gedichten (2 delen)

(1991)–Joannes Six van Chandelier–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 622]
[p. 622]
Ga naar tekstkritische notentekstkritische noten

[364] Voorspel van vreede, tusschen Holland, en Engeland, onder de regeeringe der heeren Frans Banningh Kok, Kornelis Bikker, Johan Huidekooper, en Nikolaas Tulp, burgemeesteren.aant.

I Keer.

 
O Haarlemmers, 't zy Lemus, soon
 
Van Dibbald, op der Vriesen throon,
 
't Zy 't eerlik lemmer, uit den brand
 
Van heilge krygh, in 't schild, geplant,
5[regelnummer]
Gesticht heb uw hoovaarden naam:
 
Of dat ghy trots wierd, toen de faam,
 
Van Flora, uit basuinen blies,
 
Hoe dat haar tulpenbloemperk wies,
 
Aansienliker, uit Haarlems stof,
10[regelnummer]
Dan in Konstantinopels hof,
 
In Macedonie, en op den kruin
 
Des Apennyns, een wilden tuin,
 
Dry moeders van die bloemgodin:
 
O Spaaren, haal dat seil wat in,
15[regelnummer]
Te hoogh gehyst, in 't windigh top,
 
En gun de kroon om Amstels kop.

I Teegenkeer.

 
Laat Amstel poffen, niet om dat
 
Syn, om de werld geduchte, stad,
 
Met toorens glinstert van Cibeel,
20[regelnummer]
En leeuwen, uit haar waagenseel:
 
Noch om de Keiserlyke kroon,
 
Toen hy de zeevaard beesemschoon
 
Geveilight had, van roovery,
 
In welken hy toch ver voor by
25[regelnummer]
U streeven blyft: maar om de krans,
[pagina 623]
[p. 623]
 
Die hy u afwon, met de glans,
 
Niet van een reukeloose tulp,
 
Maar die te voor, als purper fulp,
 
In bloem geweest, nu met syn blaân,
30[regelnummer]
In duisend kleuren, opgegaan,
 
Zoo bloeit verandert, dat hy doof
 
Den luister maakt, van al uw loof.

II Keer.

 
Alzoo niet roept de Tulpenier,
 
Te Haarlem: eerst dat trotse vier
35[regelnummer]
Van blixemvlammen uitgebluscht,
 
In mynen immermeer August,
 
In Kooningen, in Admiraals,
 
In Scipioos, in Hannibaals,
 
Herleevende, in myn bloemenhof,
40[regelnummer]
Uit duisend jaar verstooven stof.
 
Dat slechts April, aan 't baaren, raak,
 
In 't tulpenbed, myn aards vermaak.
 
Ik weegh de bollen blom, voor blom,
 
Op schaaltjes van ons bloemendom,
45[regelnummer]
Met aasjes, als eene eenelingh,
 
Uit Kleopatres oorenringh.
 
Schakeert eens zoo een bloemenkrans,
 
Verdoovende juweelen glans.
[pagina 624]
[p. 624]

II Teegenkeer.

 
Wegh wegh, met deese sotterny,
50[regelnummer]
Zoo antwoord Amstels borgery,
 
Uw dwaasheits bloem viel langh, tot asch,
 
Daar ik met myne wysheits wasch.
 
Myn sprokkel geeft een Tulp, langh ses
 
En dartigh, en Hippokrates,
55[regelnummer]
En Scheepen, met de naam, en daad,
 
Als Burgemeester, 't spyt den haat,
 
Naast Kok, Van Swieten, Maarseveen,
 
Vol achtbaarheits, nu aangebeên.
 
Vier bloemen aller bloemen puik,
60[regelnummer]
Vier glansen, die myn steeparruik,
 
Van goud, vol diamant, safier,
 
Robyn, en parlen, schooner cier
 
Aantooijen, dan myn waapenkroon
 
Hun blaân, van geuren duisendschoon.

Toesangh.

65[regelnummer]
In schaaduw van dat viertal blommen,
 
Vier deughden, hoofden van de deughd,
 
Zoo scheppe ons Y, reeds hoogh geklommen,
 
Tot ouderdom, een aarends jeughd.
 
Dees vroege lente leen haar handen,
70[regelnummer]
Aan soomer, herfst, en winterweer.
 
Sy torssen niet dan herrefst manden,
 
Vol goude vrucht, van staat, en eer.
 
Zoo bloeijen kerk, en Amstels paalen,
 
In krygh, maar weeliger, in peis,
75[regelnummer]
Al uit der Englen throon, aan 't daalen,
 
Vol gloors, na 't steigrend Raads palleis:
 
Daar sy die Vaaders, bly komt groeten,
 
Die wy op handen draagen moeten.
[tekstkritische noot]Emendatie i Keer < i. Keer

[tekstkritische noot]Emendatie r. 44: bloemendom, < bloemendom.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken